Hun pensioenstelsel ontraadt werknemers voort te werken na 65. Ze worden vaak bestraft in hun inkomen als ze dat doen. Maar ambtenaren mógen dat niet eens. Die worden op 65 verplicht gepensioneerd. Nochtans zijn er ook onder hen die willen doorwerken na 65.
Federale ambtenaren mogen alleen op vraag van de dienst langer in dienst blijven, en zeker niet langer dan zes maanden. Dat wordt bijna alleen toegestaan aan toplui en meestal omdat de overheid te laat is met de benoeming van hun opvolger.
Voor de Vlaamse ambtenaren is recent een betere regeling tot stand gekomen. Zij mogen blijven werken tot 66,5 jaar, ze mogen dit zélf aanvragen, maar een 'recht' is het niet: het mag alleen als de dienst instemt.
In het Vlaams onderwijs moet men op pensioen op 65, maar als een school geen vervanger vindt, kan ze een gepensioneerd leraar terug vragen. Die worden dan tijdelijk aangesteld, hooguit tot het einde van het schooljaar. Ze moeten op hun pensioen inleveren als ze meer verdienen dan een grensbedrag. Om die poespas te ontwijken, aanvaarden velen maar een korte opdracht, of een gering aantal uren. In Vlaanderen zijn er permanent toch 90 tot 130 gepensioneerde leraars actief. De helft is tussen 60 en 65 jaar, de helft boven 65.
De federale regering zegt dat ze het werken na 65 voor ambtenaren 'mogelijk gaat maken'. Overleg daarover zal duren tot in maart wellicht.
Vervolg
