Vincent Van Quickenborne zal in de nieuwe federale regering niet alleen vice-premier zijn, maar ook minister van Pensioenen. Voor hem hét departement van de toekomst.
"De vergrijzing komt op kruissnelheid en steeds meer mensen gaan op pensioen. Door te hervormen zorgen we ervoor dat ook jongeren die vandaag afstuderen later nog op een pensioen kunnen rekenen."
“Nu de vergrijzing op kruissnelheid komt en steeds meer mensen op pensioen gaan, is pensioenen voor mij één van de departementen van de toekomst. In het regeerakkoord hebben we een aantal belangrijke pensioenhervormingen in de steigers gezet.
Denk maar aan het optrekken van het vervroegd pensioen en het afbouwen van brugpensioenen. Ook de hervorming van de overheidspensioenen ligt op de plank. Al die hervormingen moeten ervoor zorgen dat jongeren die vandaag afstuderen later nog op een pensioen kunnen rekenen."
Vincent Van Quickenborne is ook tevreden dat hij eindelijk werk zal kunnen maken van het onbeperkt bijverdienen van gepensioneerden, een liberaal strijdpunt van jaren. "Intussen zal ik als vice-premier ook in de gaten houden dat alle hervormingen waarover we zo hard onderhandeld hebben ook effectief worden uitgevoerd. We hebben nog maar de helft van de tijd van een normale regeerperiode, maar er liggen dubbel zoveel hervormingen op tafel die we moeten doorvoeren.”
Maandag ll. keurde de Kamercommissie Sociale Zaken unaniem het wetsontwerp goed dat voorziet in een duurzame financiering van de pensioenen van de ambtenaren ondergeschikte besturen. Maggie : “Ik heb in het verleden de minister van Pensioenen regelmatig gewezen op de problematiek van de betaalbaarheid van de pensioenen van de vastbenoemde ambtenaren.
Tot nu toe heeft men dat proberen op te lossen door de bijdragepercentages te verhogen en door de reserves aan te spreken, maar die laatste zijn natuurlijk niet onuitputtelijk. Daarom werd er een wetsontwerp in de Kamer neergelegd die voorziet in een duurzame oplossing voor de pensioenen van de ondergeschikte besturen. Het nieuwe financieringssysteem is gebaseerd op twee grote principes nl. solidariteit en responsabiliteit. Door de hervorming wordt ook vermeden dat er een jaarlijks tekort ontstaat.”
In de commissie Sociale Zaken werd gedebatteerd over de resultaten en de vooruitzichten van de Nationale Conferentie Pensioenen. Maggie : “Het pensioen is een belangrijke buffer tegen de armoede. Het bijverdienen door gepensioneerden is voor Open Vld een belangrijk strijdpunt. In het geval van een overlevingspensioen draagt de bijverdienste toe tot een menswaardig pensioen en biedt zij bescherming tegen het armoederisico.
We mogen ook niet blind zijn voor armoederisico dat veel jonge vrouwen lopen. Velen van hen zijn relatief laat op de arbeidsmarkt gekomen, maar blijven tegelijk wel de zorgfunctie binnen het gezin waarnemen. Bovendien blijkt uit de cijfers dat het aantal vrouwen dat bijdraagt aan een aanvullend pensioen afneemt. Een verder democratisering van die tweede pijler dringt zich op. ”
Een van de maatregelen uit het Generatiepact was het toekennen van een pensioenbonus aan werknemers en zelfstandigen. Men hoopte aldus de oudere mensen te stimuleren om langer aan het werk te blijven. Maggie : “Deze regeling loopt evenwel af op 1 december 2012.
Gezien de huidige politieke situatie is het helemaal niet duidelijk of deze maatregel al dan niet verlengd zal worden. Om meer zekerheid te verschaffen aan diegenen die nu moeten beslissen over hun pensioenaanvraag, heb ik samen met verschillende collega’s een wetsvoorstel neergelegd om de maatregel met één jaar te verlengen.”
Daarnaast willen de indieners van het voorstel ook de overheidsdiensten verplichten om meer en beter te communiceren over het bestaan van de pensioenbonus. In de praktijk wordt immers vastgesteld dat de maatregel en het effect ervan weinig bekend zijn onder de bevolking.
De betaalbaarheid van de ambtenarenpensioenen van ondergeschikte besturen via pool 1 en 2 staat zwaar onder druk. Jaarlijks dienen de bijdragepercentages ten laste van de openbar besturen te worden verhoogd en moet zwaar worden ingeteerd op de reserves.
Ook voor 2011 heeft dit scenario zich herhaald. Het bijdragepercentage voor pool 1 en 2 werd verhoogd tot respectievelijk 38,5% en 40%.
De betaalbaarheid voor de ondergeschikte besturen wordt meer en meer problematisch, ook voor de openbare ziekenhuizen die hieraan onderworpen zijn.
Afgelopen zaterdag 24 april organiseerde de congreswerkgroep 'actief en sociaal' een studiedag. Vier interessante sprekers kwamen er hun visie geven over hoe we ons bestaand sociaal systeem in de toekomst kunnen vrijwaren. Hieronder leest u reeds een kort verslag. De komende dagen zult u op deze website een aantal teksten van de verschillende sprekers terugvinden.
Lut Sommeryns, Pensioenadvocate Loyens & Loeff, gewezen Secretaris-generaal
van de Belgische Vereniging van Pensioensinstellingen (BVPI), kwam toelichting geven over het huidige pensioenstelsel en de uitdagingen waarmee ons pensioensysteem geconfronteerd worden. In haar tussenkomst hamerde zij vooral op het belang van voldoende informatie naar de bevolking toe. Veel mensen hebben op vandaag immers geen flauw idee van het bedrag dat zij als pensioen zullen ontvangen. Uit een bevraging blijkt bovendien dat de verwachtingen veel te hoog zijn. Daarom moet er niet gewacht worden tot men bijna de pensioneringsleeftijd bereikt heeft om mensen te informeren over hun toekomstig pensioen. Lut Sommerijns pleitte dan ook voor een continu informeren van de actieve bevolking gedurende hun loopbaan.
De tweede spreker, professor Dr. Dirk Devroey, Diensthoofd Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB hield een uiteenzetting over de haalbaarheid van betaalbare gezondheidszorgen in de toekomst. Hij pleitte vooral voor een sterke eerstelijnszorg. Uit verschillende studies blijkt immers dat hoe sterker de eerstelijnszorg in een land georganiseerd is, hoe goedkoper de gezondheidszorg er is. Hij pleitte ook voor een verdere responsabilisering van alle actoren. In dit verband vindt hij een veralgemening van het derdebetalersysteem geen goed idee. Niet alleen zal dit tot nog meer administratieve overlast leiden voor de artsen, een veralgemening zal allicht ook aanleiding geven tot misbruiken. Inzake administratieve vereenvoudiging, hoopte deze spreker dat er snel een opleiding komt voor de praktijkassistent die de artsen administratief kunnen ondersteunen. Op die manier zal er meer tijd beschikbaar worden voor de patiënten.
Nadien kwam Brieuc Van Damme, onderzoeker Itinera Institute, aan het woord. Hij had over de opportuniteit van privaat initiatief en sociaal ondernemerschap in de Vlaamse zorg- en welzijnssector. De vergrijzing zorgt immers voor een enorme uitdaging. Op vandaag zijn er 3 miljoen 60-plussers, in 2030 zullen dat er 4 miljoen zijn ! De impact van de ouder wordende bevolking op infrastructuur en op personeel in de ouderenzorg is enorm. Zo zal men bijvoorbeeld tegen 2050 maar liefst 120 000 bijkomende werkkrachten nodig hebben in de ouderenzorg. Ook op vlak van rusthuizen, is de nood zeer hoog. Brieuc Van Damme berekende dat er maar liefst 180 000 bijkomende bedden nodig zijn in de residentiële zorg. Kortom, de cijfers tonen aan dat we de vergrijzing van de bevolking niet mogen onderschatten.
De laatste en vierde spreker tot slot, Geert Janssens, is licentiaat-doctorandus en project manager bij VKWMetena. Hij had het over de productiviteit op de arbeidsmarkt en de arbeidsmarktparadoxen.
Ons land heeft een relatief lage arbeidsproductiviteit. Geert Janssens gaf ons een overzicht van de verschillende drempels op de arbeidsmarkt en hoe we die kunnen aanpakken of minstens verlagen zodat er meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt.
De gemeentebesturen zijn een belangrijke werkgever. Het is dus aan hen om een beslissing te nemen inzake het aanvullend pensioen, de tweede pensioenpijler. De vastbenoemde statutaire ambtenaren hebben al een mooi pensioen, maar voor de contractuele werknemers is dit niet het geval. De Vlaamse overheid vraagt aan de gemeentebesturen om een initiatief te nemen om omtrent deze tweede pijler, het aanvullend pensioen.
Voor de Waarschootse arbeiders en bedienden op het gemeentebestuur is dit een belangrijk dossier.
In de Provincie Oost-Vlaanderen hebben 42 van de 46 gemeenten al een beslissing genomen. Twee gemeenten hebben omwille van budgettaire redenen een negatieve beslissing genomen, maar deze willen in de toekomst wel een initiatief nemen van zodra zij daar de mogelijkheid toe hebben. Waarschoot is bij 1 van de laatste vier die nog geen beslissing genomen heeft.
De bevoegde schepen heeft dit dossier laten liggen. Op de gemeenteraad werd verwezen naar de Federale overheid en minister Daerden die een initiatief moeten nemen. Op deze manier vrezen wij dat de gemeentelijke ambtenaren nog lang kunnen wachten. Open VLD is verbolgen dat het gemeentebestuur nog steeds geen beslissing genomen heeft. Na een lange carrière heeft iedereen recht op een degelijk pensioen. Waarom het schepencollege geen besluit neemt, is ons niet duidelijk.
Op zaterdag 24 april organiseert de werkgroep ‘actief en sociaal’ een studiedag ter voorbereiding van het toekomstcongres in juni. De verschillende thema’s van de werkgroep (gezondheidszorgen, armoede, pensioenen en welzijn) zullen er aan bod komen. Vier experten komen telkens hun visie geven over één van de onderwerpen.
CD&V heeft twaalf principes vastgelegd voor de nakende pensioenhervorming. Meer jaren werken - liefst 45 - is er de kern van. En men moet kunnen berekenen wat het effect is van een periode niet werken.
Na de SP.A heeft nu ook CD&V een uitgewerkt standpunt over de pensioenhervorming die minister Daerden (PS) voorbereidt met zijn groenboek en later een witboek. CD&V dist geen nieuwe structuren op, zoals de SP.A, maar de voorstellen gaan even ver. Echt langer werken, is het grote doel.
De woordvoerders Sonja Becq, kamerlid, en voorzitster Marianne Thyssen zegden dat er geen budgettaire reserves zijn aangelegd 'toen het kon' (en toen CD&V niet mee aan de macht was); en nu, na de crisis, kan het gewoon niet meer. De mensen meer laten betalen voor het wettelijk pensioen, wil de partij ook niet. Dus is langer werken de enige oplossing. Dat levert de gemeenschap dubbele winst op: wie een jaar langer werkt, betaalt een jaar langer sociale bijdragen en trekt een jaar minder lang een uitkering.
CD&V gaat niet mee met buurlanden als Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken die de pensioenleeftijd optrekken van 65 naar 67 jaar.
1 Niet de pensioenleeftijd maar de loopbaan is van belang, is het eerste CD&V-principe. Steve Stevaert (SP.A) verwoordde dat ooit anders: niet de leeftijd van een auto telt, maar het aantal kilometers dat hij gereden heeft. Stevaert en de SP.A dachten toen aan een loopbaan van 40 jaar. Voor CD&V is 45 jaar - zoals in de wet staat - het ideaal; volledig pensioen krijg je pas als je 45 jaar hebt gewerkt. Korter werken moet minder pensioen opleveren; nu geldt dat nauwelijks. Wie langer studeert en later begint te werken, heeft pas op latere leeftijd volledig pensioen dan wie vroeger begon te werken.
2 CD&V wil de pensioenbonus behouden voor wie ook de laatste jaren van zijn loopbaan volmaakt: maar die bonus moet wel verbeterd worden .
3 Het pensioensysteem moet transparant zijn. CD&V wil een pensioen-gps: een systeem dat voor iedereen voorspelt wat hij inlevert aan pensioen als hij een jaar vroeger stopt, tijdelijk deeltijds gaat werken, een jaar loopbaanonderbreking neemt om de wereld rond te zeilen, enzovoort. In Zweden werkt dat perfect.
4 Een beperkt aantal periodes van niet-werken moet gelijkgesteld blijven met werken: zelf de kinderen opvoeden, ouders verzorgen, opleiding volgen. Ook periodes van werkloosheid en ziekte vallen hieronder.
5 Basis blijft het 'solidaire' wettelijk pensioenstelsel ('eerste pijler', betaald met sociale bijdragen van werkgevers en werknemers). Het moet niet alleen een leefminimum garanderen, maar een 'proportioneel' pensioen dat hoger is voor wie langer werkte.
6 Daarbovenop komen aanvullende pensioenen ('een tweede pensioenpijler'), waarvoor werkgevers en werknemers apart geld sparen in pensioenfondsen en -verzekeringen. Eigenlijk zou iedereen dat moeten hebben.
7 Privé-pensioensparen ('de derde pensioenpijler'), is eigenlijk geen pensioenstelsel, zegt CD&V, maar een vorm van sparen zoals het eigen huis. Dat moet verder worden aangemoedigd, maar het fiscaal voordeel ervan hoeft niet meer te stijgen.
8 Wie 45 jaar werkte, moet onbeperkt mogen blijven verdienen bovenop het pensioen.
9 Het brugpensioen is geen recht en wordt een uitzondering, enkel voor noodsituaties.
10 Een radicale eenmaking van de drie verschillende pensioenstelsels - ambtenaren, werknemers, zelfstandigen - is niet nodig, maar voortdurend naar toenadering streven wel.
11 Hervormingen mogen niet bruusk doorgevoerd worden; geleidelijkheid is nodig, zodat mensen zich kunnen aanpassen.
12 Verworven rechten moeten behouden blijven; keuzes die in het verleden gemaakt werden (thuis blijven voor de kinderen) mogen niet plots worden afgestraft. CD&V verdedigt trouwens het behoud van afgeleide rechten: ook wie nu nog kiest om een hele loopbaan niet te werken, moet op het gezinspensioen van de partner kunnen terugvallen. De meeste landen behouden dat alleen voor vorige generaties.
Niet vermeld in de CD&V-nota is het optrekken van alle pensioenen tot minstens de Europese armoedegrens. 'We werken er wel aan', zegden de CD&V'ers, Sonja Becq en Marianne Thyssen.
Open Vld-voorzitter Alexander De Croo is tevreden dat ook CD&V gewonnen is voor een loopbaanrekening en daarmee de vaste pensioenleeftijd loslaat. “Voor de tweede keer in een week tijd schaart CD&V zich achter liberale pensioenvoorstellen. Afgelopen weekend was er de steun voor het onbeperkt bijverdienen na 65 en nu schaart CD&V zich ook achter het idee van een loopbaanrekening.”
De idee van een loopbaanrekening stapt af van een vaste pensioenleeftijd maar rekent in het aantal gewerkte jaren. “Zo wordt iedere werknemer gepromoveerd tot ‘manager van zijn of haar eigen loopbaan’ en krijgen mensen veel meer dan nu de kans om werk, gezin, studie en zorgtaken zelf te plannen,” aldus Alexander De Croo.
Als je mensen zelf hun loopbaan laat beheren, moet je ze ook voortdurend informeren over de impact van hun loopbaankeuzes op hun pensioen. “Dat kan via een pensioenportefeuille waarbij je werknemers jaarlijks informeert over hun pensioenopbouw,” zegt Alexander De Croo. “Voor heel wat jonge mensen is hun pensioen nog veraf. Daardoor staan ze er niet bij stil dat bijvoorbeeld de keuze om deeltijds te gaan werken om voor de kinderen te zorgen ook betekent dat je minder pensioenrechten opbouwt. Bovendien moet je aan die pensioenportefeuille een vlot toegankelijke calculator koppelen zodat mensen op elk moment zelf te weten kunnen komen hoeveel pensioen ze opbouwen met welke loopbaankeuze.”
Open Vld-voorzitter Alexander De Croo is tevreden dat nu ook federaal premier Yves Leterme gewonnen is voor onbeperkt bijverdienen na 65. “Stilaan groeit er consensus rond het voorstel van Open Vld om mensen die ook na hun pensioen nog willen werken daarvoor niet te bestraffen. Laat mensen die willen werken dat ook doen, zonder hun pensioen af te pakken.”
Alexander De Croo: “Open Vld pleit er al geruime tijd voor om mensen die ook na hun pensioen willen werken daarvoor niet te straffen. Nu verliezen zij een deel van hun pensioen en dat is echt onrechtvaardig. Ik ben dan ook tevreden dat nu ook premier Leterme ons volgt en roep hem op samen met onze vice-premier Guy Vanhengel ervoor te zorgen dat het niet bij loze woorden blijft.”
“Werk creëert werk,” zegt De Croo. “Mensen die na hun pensioen nog aan de slag willen blijven, leveren een waardevolle bijdrage. Zij zetten niet alleen mee hun schouders onder ons sociaal systeem maar zijn ook op de werkvloer zelf een belangrijke meerwaarde doordat ze bijvoorbeeld de taak op zich nemen om jongere medewerkers te coachen en te begeleiden.”
Andere aanpak voor nieuwe jobs
Alexander De Croo is ook tevreden dat Leterme nu ook pleit voor een offensieve aanpak van de crisis. In een interview in Le Soir zegt de premier dat het tijd is voor structurele maatregelen. “Begin dit jaar heb ik de boodschap gegeven dat de federale regering een versnelling hoger moet schakelen. Nu de economie opnieuw voorzichtig aantrekt moeten we de nieuwe groei maximaal vertalen in nieuwe jobs. Daarom moet de regering van een defensieve aanpak van de financieel-economische crisis gaan naar een offensieve aanpak met structurele maatregelen.”