Interne verzekeringsfondsen en kostenverrekening

De levensverzekeringstechniek heeft tijdens de laatste decennia een enorme evolutie doorgemaakt. Het statische en monotone instrument van 20 jaar geleden kan nu een modern en performant vehikel zijn waarbinnen langetermijnbeleggingen en structurering van vermogen efficiënt gecombineerd worden. Je kan daarenboven kiezen voor verschillende technische benaderingen, afhankelijk van de jurisdictie waarbinnen het contract is uitgegeven. In België zijn Luxemburgse, Ierse en uiteraard Belgische levensverzekeringen de populairste oplossingen. Maar vooral de Belgische oplossing verschilt structureel van de rest van Europa. Verzekeringscontracten genereren beheerskosten en die moeten in België verrekend worden in de koers van het interne fonds. Je kan dus niet linea recta eenheden van het fonds ‘deleten’ voor de recuperatie van die kosten. In onze buurlanden kan dat wel en dat heeft vaak de schijn om een betere oplossing te zijn. Er is echter een belangrijke uitzondering op dit principe. Het verbod op ‘deleten’ van units slaat duidelijk op de beheerskosten. Eventuele (mogelijk geprefinancierde) afsluitkosten vallen daar niet onder. Het is dus perfect mogelijk dat een verzekeringsmaatschappij gedurende een aantal jaren de voorafbetaalde instapkosten recupereert en dat doet via het deleten van units