maandag 30 november 2009

Moet ik pensioensparen als ik geen belasting betaal?

"Ongeveer 10 jaar lang heb ik aan pensioensparen gedaan. Deels omwille van de fiscale voordelen. Nu leef ik echter van een invaliditeitsuitkering en betaal ik eigenlijk geen belastingen meer. Heeft het dan nog zin om verder aan pensioensparen te doen?", vraagt lezeres Ingrid Kooyman. We legden de vraag voor aan vermogensplanner Julie Janssens.

Indien u geen belastingen meer betaalt, zal u ook geen belastingvermindering meer kunnen genieten voor het pensioensparen. De vermindering is immers enkel verrekenbaar met verschuldigde belastingen, maar niet terugbetaalbaar.

Het is echter niet nodig om belastbare beroepsinkomsten te hebben. Als u bijvoorbeeld nog belastingen verschuldigd bent op onroerende goederen of op uw vervangingsinkomen, dan zou u ook nog van de vermindering kunnen genieten.

Bij een aantal andere spaarvormen, zoals het fiscale levensverzekeringssparen, kan u dezelfde redenering maken en zal u dus in voorkomend geval ook geen belastingvermindering meer krijgen.

U kan dus best naar andere spaarvormen kijken. Daar zijn vanzelfsprekend veel mogelijkheden en veel hangt af van uw risicoprofiel en uw beleggingshorizon. We kunnen wel een aantal vuistregels meegeven:

  • Spreiden is belangrijk. Over fondsen, maar ook in de tijd: vermijd bruusk in- en uitstappen.
  • Hoe meer risico, hoe meer kans op grotere winst. Maar ook op groter verlies.
  • Hoe langer de termijn waarop u belegt, hoe meer risico uw belegging kan verdragen.
  • Praat over kosten met uw bankier of verzekeringsmakelaar, want kosten eten vaak een belangrijk deel van uw rendement op!
Kiest u voor zekerheid, dan kan u informeren naar een tak 21 verzekering of een termijnrekening. Wil u wat meer risico dragen, kies dan bijvoorbeeld voor een indextracker, dat is een aandelenfonds dat een index volgt en waaraan bijgevolg minder kosten verbonden zijn.

Europa : EFRP en AEIP

Voor de pensioensector wordt Europese regelgeving steeds belangrijker. Daarom is het goed te weten wat de ontwikkelingen in Brussel zijn, om daar zonodig op in te spelen.

Er zijn twee Europese koepelorganisaties, EFRP en AEIP.

De AEIP is de koepelorganisatie van instellingen die door sociale partners worden bestuurd.

De EFRP is de koepel van pensioenuitvoerders.

Beide organisaties brengen nieuwsbrieven uit, waarin sociaal-economische ontwikkelingen en regelgeving in Europa aan de orde komen.


2009 Nov Newsletter Aeip

2009 Aug Newsletter Efrp

Pensioensystemen en projecties voor 2008-2060

Hoeveel kosten de pensioenen in de toekomst? Is ons pensioenstelsel wel nog houdbaar? Zal onze economische groei lijden onder een verouderende bevolking? In dit rapport stelt de Europese Commissie een update voor van de economische en budgettaire projecties die eerder in het Ageing Report 2009 verschenen. Voor elk van de 27 lidstaten wordt een beschrijving van het pensioensysteem gegeven, worden de recentste hervormingen besproken en worden toekomstige pensioenuitgaven voorgesteld.

Pension schemes and pension projections in the EU-27 Member States — 2008-2060


2009 Ageing Report: Economic and budgetary projections for the EU-27 Member States (2008-2060)

vrijdag 27 november 2009

'De Grote Nationale Pensioenconferentie is een flop'

'De Grote Nationale Pensioenconferentie is een flop', is te horen bij experts die bij de voorbereiding betrokken waren. De Grote Nationale Pensioenconferentie? Op 3 oktober 2008 besliste de federale regering zo'n conferentie te houden. Het was een van de zeldzame 'grote' beslissingen van de regering-Leterme I. Die conferentie moest het bedreigde pensioenstelsel weer op het droge brengen. Ze zou alle betrokkenen aan de tafel brengen. Ze zou heel 2009 mogen duren. 2009 is bijna voorbij en ze is nog niet begonnen.

De beslissing stoelde op het besef door dat het Belgisch pensioenstelsel aftakelde. Te weinig werkenden en te veel uitkeringstrekkers, is de diagnose. De Belgische pensioenen zijn bij de laagste in Europa en zakken verder weg; het inkomen van 23 procent van de Belgische gepensioneerden ligt onder de armoedegrens. Alle Europese landen hebben pensioenhervormingen doorgevoerd in de jaren negentig en later nog eens in de jaren tweeduizend. België nog niet.

'Dat heeft ook voordelen, dan kunnen we nu uit de ervaring van al die landen leren', zei de toenmalige minister van Pensioenen, Marie Arena (PS). Zij en vele anderen keken toen gecharmeerd naar het Zweedse systeem. De grootste charme daarvan is dat iedereen op elk ogenblik kan zien welk pensioen hij al heeft opgebouwd en ook perfect kan inschatten wat een jaar langer of minder lang werken, of de loopbaan een tijdje onderbreken, zal kosten én hoe hij dat kan compenseren. Bij ons ontbreekt de band tussen werken, loon en pensioen bijna volledig. Een hele loopbaan gewerkt hebben, brengt nauwelijks meer pensioen op dan een halve.

De Grote Nationale Pensioenconferentie zou de neuzen in dezelfde richting moeten zetten zodat een stevige hervorming mogelijk zou worden. Een taskforce met vakbonden, werkgevers en kabinetslui van de vicepremiers zou de zaak voorbereiden. De grote conferentie zou van januari tot december 2009 duren; in 2010 kon de wet dan gewijzigd worden. Vakbonden, werkgevers en de kabinetslui grepen echter de macht en beslisten dat zij de zaak wel zouden klaren en dat geen grote conferentie nodig was. Ze vormden de taskforce om tot een kleine pensioenconferentie. Hun werkgroepen hielden tot juli dit jaar 30 vergaderingen. Enkele externe experts die ze daarbij betrokken, zijn gefrustreerd. 'Sinds juli gebeurde er niets meer, en met onze inbreng is geen rekening gehouden', zeggen ze. Sommige van de sociale partners zitten met hetzelfde gevoelen. 'We hebben onze zeg mogen doen, maar omdat er nog geen echt gesprek was, hebben we niet het achterste van onze tong laten zien', luidt het. 'En sinds juli gebeurt daar niets meer mee.'

Minister Arena verdween intussen en het kabinet van haar opvolger, Michel Daerden (PS), zwijgt in alle talen. De door Arena nog aangestelde Misterpensioenconferentie, Michel Jadot, PS'er en voorzitter van het socialistisch ziekenfonds, zegt dat sinds juli heel hard gewerkt is. 'De nieuwe minister werd ingewerkt. En de crisis haalde alle berekeningen overhoop. We hebben alles herberekend en begin december zal ik een verslag en een reeks vragen klaar hebben. Daarop moet de taskforce antwoorden in januari. Dan kan de zaak naar de regering.'

Een rondvraag leert dat er nog drie tendensen leven in de groepen die de Grote Pensioenconferentie zouden bevolkt hebben.

Een kleine groep hoopt nog op een echt grote hervorming met samenhangende ideeën. Dat maakt geen kans. Een studie van David Natali van het Observatoire Sociale Européen over de Europese pensioenhervormingen legde de vinger op de wonde: met zijn zwakke politieke structuren en zijn sociale partners die nog maar weinig overeenstemming vinden, is België enkel in staat tot 'incrementele' beslissingen: kleine puntjes waarover als bij toeval nu en dan eens een consensus wordt gevonden. Als aan grote principes geraakt wordt, is het meteen oorlog onder de partijen en de sociale partners en kan er niets meer beslist worden. De tweede strekking hoopt dat een reeks kleine hervorminkjes toch wel mogelijk zal zijn. De derde strekking gelooft niet meer dat er nog iets van komt in deze regeerperiode.

Wat zal het worden? Een Grote Pensioenconferentie kom er zeker niet; een grote hervorming evenmin. Heel misschien komen er een reeks kleine maatregelen die heel geleidelijk ingaan, maar zeg niet dat het een hervorming is want dan is het oorlog en komt er weer niets meer van.

Pensioendata: over pensioenrisico’s gesproken

Als het over risico’s gaat in de pensioenwereld, dan gaat het vaak over het
beleggingsrisico of het langlevenrisico. Het zijn vaste verzekeringstechnische thema’s.

Er wordt veel minder heisa gemaakt over de zogenaamde politieke risico’s. Eén zulk risico is het overheidsfalen inzake pensioendata.

In deze nieuwsbrief wordt verwezen naar zulk markant falen. Het gaat meer bepaald over Japan.

Midden 2007 ontdekte men dat een groot aantal pensioengegevens niet of incorrect verwerkt waren door de overheid. De schattingen liepen (zeer) ver uit elkaar. Sommige bronnen rapporteerden dat er 50 miljoen data verdwenen waren. Andere bronnen verwezen naar 8,5 miljoen niet omgezette data van papier naar de computer. Hoe dan ook de schade en schande was enorm in Japan. Het land met een efficiënt gende administratie had gefaald. Zoals u in deze nieuwsbrief kunt lezen, werd de oude administratie opgedoekt in de nasleep van dit debacle.

Nu mag Japan misschien de zeer ver van uw bed show lijken, toch zijn pensioendata dichter bij huis ook een hot topic. Zowel bij de aanvullende pensioenen als bij de wettelijke pensioenen.

Vervolg en volledige inhoud van nieuwsbrief nr 2, Leergang pensioenrecht:
Nieuwsbrief 2 2009 2010

'Regering zuigt reserves leeg'

Niet alleen stijft de federale regering het Zilverfonds niet meer, voor de ambtenarenpensioenen spreekt ze allerlei reservepotjes oneigenlijk aan.


Dat premier Yves Leterme de rustige vastheid van zijn voorganger roemde in de regeerverklaring, kan oppositieleider Bruno Tobback (SP.A) maar matig smaken. Zeker als het over de strategie voor de financiering van onze toekomstige pensioenen gaat, waren Leterme I en Van Rompuy I desastreus bezig, vindt Tobback. Dat stemt hem zeer wantrouwig tegenover de goede voornemens van de regering-Leterme II.

Volgens Tobback heeft de minister van Pensioenen, Michel Daerden (PS), een zoektocht ondernomen naar allerlei reservefondsen om die oneigenlijk te gebruiken en er de tekorten voor de betaling van de ambtenarenpensioenen mee aan te vullen. De SP.A'er berekende dat het minstens om 100 tot 150 miljoen euro gaat.

'Dit jaar wordt het zogenaamde “egalisatiefonds, volledig leeggeschud. Dat fonds moest dienen om de stijging van de pensioenbijdragen voor gemeenten af te remmen. Maar zodra dat leeg is, is er een acute noodzaak om in 2010 het geld elders te gaan zoeken.'

Ook op enkele reserves die bestaan uit bijdragen voor vakantiegeld en kinderbijslag, heeft de huidige minister van Pensioenen volgens de gewezen minister van Pensioenen zijn oog laten vallen.

Eerder deze week hekelde het Rekenhof al dat de regering-Van Rompuy 738 miljoen euro die aanvankelijk voor het Zilverfonds was bestemd, gebruikt voor 'het dekken van de algemene uitgaven van de Schatkist'.

'Men schudt alle zakken leeg en heeft al helemaal geen antwoord hoe de tekorten in de fondsen voor de ambtenarenpensioenen na 2011 dan bijgevuld zullen worden. Met het zoeken naar een “structurele en toekomstgerichte oplossing, voor de vergrijzing, zoals Leterme aankondigde in zijn regeerverklaring, heeft dat weinig te maken', zegt Tobback.

Door de economische crisis koos de regering-Van Rompuy ervoor om niet te drastisch in te grijpen in de begroting. Voor dit jaar wordt het tekort op 5,8 procent van het bruto binnenlands product geraamd, voor volgend jaar op 5,6 procent van het bbp (19 miljard) en voor 2011 op 5,2 procent.

De geraamde schuldgraad van alle overheden samen in ons land zal door de grote begrotingstekorten in 2009 en 2010 toenemen van 92,1 procent van het bbp tot 101,7 procent van het bbp eind 2010, schrijft het Rekenhof. Dat komt neer op een stijging met 9,6 procent van het bbp of zo'n 33 miljard euro.

De redactie

Belg koestert spaarvarken

Gemiddeld spaart een Belg jaarlijks ongeveer 3.500 euro. Dat komt overeen met 16,7 procent van het beschikbare inkomen, of één euro op de zes. Daarmee zijn we zowat de spaarkampioen van Europa.

Van een totaal beschikbaar gezinsinkomen van 207 miljard euro spaarden we in 2008 dik 35 miljard euro. We zetten allemaal samen dus 16,7 procent van ons inkomen opzij. Dat is, zo blijkt uit nieuwe cijfers van de Nationale Bank, een stuk meer dan tot nu toe werd aangenomen.

Het nieuwe percentage katapulteerde ons land meteen naar het niveau van Duitsland en Oostenrijk, de spaarkampioenen van Europa. Gemiddeld werd vorig jaar in de eurozone een euro op de zeven gespaard. In de Europese Unie was dat een op de negen.

Midden dit jaar was de spaarquote, zoals economen de verhouding tussen het beschikbare inkomen en de hoeveelheid spaargeld noemen, voor de eurozone al opgelopen tot 16,5 procent. Voor de hele EU is ze gestegen tot 14,4 procent. Voor ons land zijn nog geen cijfers van 2009 gepubliceerd.

Die stijging is logisch, vindt Philippe Ledent van ING België. Bij het begin van het decennium, toen op de beurzen de internetzeepbel net uiteengespat was, klom de spaarquote zelfs naar bijna 18 procent, voorlopig het hoogste peil ooit. Daarna is de verhouding tussen het beschikbare inkomen en het spaargeld systematisch gedaald, tot iets meer dan 15 procent in 2005. Nadien ging ze echter snel weer omhoog.

Ledent ziet een duidelijk verband met de evolutie van de conjunctuur. De eerste helft van het decennium deed Europa het economisch goed. Niemand was toen bang om zijn baan te verliezen, en dus zagen de gezinnen geen reden om evenveel te blijven sparen.

Bovendien slaagde de overheid er tussen 2002 en 2005 in de schuldenlast terug te dringen en de begroting in evenwicht te houden. De schrik voor een eventuele belastingverhoging ebde weg en de spaarneiging verminderde.

Na 2005 werd de financiering van de vergrijzing een belangrijk thema. Het besef groeide dat tijdens de goede jaren te weinig inspanningen waren geleverd om de overheidsfinanciën te saneren.

Tegelijk blijkt dat de spaarquote de jongste jaren merkelijk sneller is gestegen dan het bedrag dat we met z'n allen bij de bank op de beurs belegden. Het grootste deel van onze bijkomende spaarinspanningen ging naar het aflossen van hypothecaire leningen. De baksteen in de maag van de Belg verklaart dus voor een flink stuk zijn hoge spaarneiging.

Tussen einde 2005 en begin 2008 stegen de vastgoedprijzen gemiddeld met zo'n 10 procent per jaar. Parallel daarmee stegen ook de rentetarieven. De extra spaarinspanning wordt dus mee verklaard door de groeiende financiële last van een woonkrediet.

Het spaargedrag is echter ook afhankelijk van de leeftijd. Jonge gezinnen sparen minder omdat hun inkomen laag is. Nadien stijgen de inkomsten sneller dan de uitgaven, waardoor de leeftijdsgroep tussen 30 en 39 jaar statistisch het meest spaart.

Op latere leeftijd stijgt het inkomen uiteraard nog, maar de uitgaven – vooral voor studerende kinderen – gaan nog sneller de hoogte in, zodat de spaarquote daalt. En ze blijft dalen, want tegen het moment dat de kinderen afgestudeerd zijn neemt de activiteitsgraad van de ouders snel af en doen (brug)pensioen en andere vormen van vervangingsinkomen de beschikbare middelen sneller dalen dan de uitgaven.

Veel, zegt Ledent, hangt daarbij ook af van de mentaliteit rond sparen. Zo valt het op dat de spaarquote van een Vlaams gezin gemiddeld piekt rond 22 tot 23 procent om dan geleidelijk af te nemen en rond 65 jaar op nul te vallen. Waalse gezinnen sparen zelden meer dan 15 procent van hun beschikbare inkomen, maar houden dat niveau vrij lang aan.

De Waalse en de Vlaamse spaarquote kruisen elkaar rond de leeftijd van 60 jaar. Op dat ogenblik heeft het Vlaamse gezin een derde meer bijeengespaard dan het Waalse. Die spaarvoorsprong verklaart allicht waarom een Waalse gezin ook na de pensionering nog ongeveer 3 procent van het beschikbare inkomen spaart.

Met pensioen gaan is een kunst

Vroeger leerde je er hoe je met hobby’s je pensioen kon vullen. Tegenwoordig hebben de cursussen van Pensioen in Zicht een diepere betekenis. Bewustwording van wat je nog wilt en kunt, daar draait het om. Gevaarlijkste valkuil volgens trainer Jan Sleegers: de pensioen-burnout.



De cursussen van Pensioen in Zicht bestaan al heel lang. Wat is er de laatste jaren veranderd?
“De cursussen Pensioen in Zicht zijn ongeveer 45 jaar geleden begonnen bij Hoogovens. Het ging vaak om mensen die hun levenlang gewerkt hadden tot hun 65e en dan kregen ze AOW. Die mensen hebben nooit tijd gehad voor hobby’s want ze hebben altijd keihard moeten werken. Zo’n cursus was destijds vooral bedoeld om iemand wat dingen in zijn vrije tijd te laten doen.
Gaandeweg zijn de cursussen meer gericht op bewustwording. Zo van: ok, je gaat nu een volgende levensfase is. Wat nu? Vroeger bleef je nog zeven jaar leven nadat je met pensioen was gegaan. Tegenwoordig worden mensen tachtig of nog ouder. Dus heb je van je zestigste tot je tachtigste een periode waarin je voorzien bent van een inkomen want dat is tegenwoordig goed geregeld. Daarnaast zijn we vaak vitaler en gezonder ouder geworden. Wat wil je en kun je nog in die periode, welke mogelijkheden zijn er voor mij? Daar gaan we het vooral over hebben.”

Je pensioenleeftijd zie je van ver aan komen. Hebben mensen er dan niet over nagedacht?
“Zeker. Er zijn mensen die het moment van stoppen heel scherp hebben afgebakend. Daarna hebben ze een agenda die al helemaal vol is. Ik krijg mensen op de cursus die zeggen: ik ben drie maanden geleden gestopt met werken maar tijdens mijn werk kon ik niet komen want het was te druk. Nu ben ik gestopt en ik snap niet dat ik er ooit bij heb kunnen werken. Ik heb het nu veel drukker dan eerst. En dan is mijn vraag altijd: en is dit dan wat je wilt? Had je het je zo voorgesteld? Want je wordt door Jan en alleman gevraagd. Door verenigingen, door vrijwilligersorganisaties, door je eigen familie. Ze weten bijvoorbeeld dat Piet graag in de tuin bezig is en de kinderen werken met zijn tweeën. Zou Piet het niet leuk vinden om ons tuintje te doen? Dat is het moment om even stil te staan. In onze aankondiging hebben wij ook de tekst staan: ik stond even stil en dat was een hele stap vooruit.”

Wat is de grootste valkuil?
“Dat is toch dat men bang is voor het zwarte gat. Om zich daar tegen te wapenen gaan mensen zich voor ze met pensioen gaan aan allerlei dingen binden. Zodat ze als het ware weer het heilige moeten ervaren. Zolang je maar gevraagd en eraan je getrokken wordt blijf je in de dezelfde mood zitten als tijdens je arbeidzame leven. Dat is niet bezwaarlijk als je er bewust voor kiest. Maar vaak gebeurt het vanuit een andere invalshoek. Het gebeurt onbewust; dan ben ik weer lekker bezig. Als je elke maand je geld krijgt kun je je afvragen waar je nog nuttig voor bent. Waartoe dient het?”

Wat is het gevolg?
“Een pensioen-burnout. Het treft mensen die zich na hun pensioen volstorten met activiteiten. Na twee tot drie jaar zijn ze ‘bijgewerkt’. En dan komt de vraag: wat nu? Daar hebben ze nooit bij stilgestaan. Dan krijg je een terugslag en dat zie je heel veel.”

Hoe moet het dan wel?
“Neem een moment van bezinning. Zeg bijvoorbeeld tegen jezelf: ik neem een jaar en dan ga ik volop op vakantie of ik ga fietsen, of ik ga vrienden bezoeken of ik ga wandelen, sporten enzovoort. Dan heb je een jaar om af te kicken van je drukke leven. Daarna ga je je eens rustig bezinnen op wat je in je volgende levensfase graag zou willen. Die periode bouw je heel bewust in. En dat is moeilijk zat want iedereen zit aan je te trekken en je moet steeds zeggen: sorry, ik wou nog heel even niks doen. Ik wil, om het oneerbiedig te zeggen, met rust gelaten worden. Ik heb deze periode nodig om te weten en te voelen wat ik precies wil. En wat zie je dan vaak? Dat in de ruimte die je voor jezelf gecreëerd hebt de mooie ideeën ontstaan. De meeste mooie dingen kom je onderweg tegen. Of ze komen zomaar op je pad zonder dat je erover nadenkt. Ga je bewust die levensfase in dan zul je waarschijnlijk een prettigere periode tegemoet gaan dan wanneer je van de ene hectiek in de andere stapt.”

Wanneer is een cursist geslaagd?
“Dat kan ik het beste illustreren met het voorbeeld van een manager van KPN. Die nam deel aan de cursus omdat zijn vrouw stopte met werken. Hij was zelf al eerder gestopt. Tegen mij zei hij: ik hoef eigenlijk helemaal niet naar deze cursus want ik heb het helemaal voor elkaar. Ik heb een heel plan gemaakt en dat wil ik best laten zien. De man legde een schrijfblok op tafel. Daar stond op wat hij van maandag tot en met zaterdag ging doen. Zijn hele indeling was klaar. Nou, vrijdagmiddag bij de evaluatie kwam hij naar me toe. Hij scheurde zijn hele weekindeling voor mijn neus kapot. Jan, zei hij, ik heb het begrepen. En hij mikte zijn schrijfblok in de prullenbak.”

Jan Sleegers is al vele jaren actief als trainer/adviseur bij opleidingsinstituut Odyssee.

Meer informatie vindt u op http://www.odyssee-groep.nl/  onder ‘Pensioen in Zicht’.

donderdag 26 november 2009

"UNIZO bepleit onbestraft werken na 65"

De volgende vijf jaar komt een kwart van de Vlaamse kmo’s te koop. Dat blijkt uit een onderzoek van UNIZO bij 3.931 zelfstandige ondernemers. UNIZO stelt de resultaten voor naar aanleiding van de eerste Ondernemersbeurs ‘Denk vroeger aan later’, vandaag in Mechelen, een organisatie van de UNIZO-overnamebegeleiding www.overnamemarkt.be en de UNIZO-vormingsorganisatie

www.integraalvzw.be. Bij ondernemers die denken aan overlaten, is het grootste probleem een goede opvolger vinden. Bij een bedrijfsoverdracht noemt de helft van de ondernemers de waardebepaling ervan het grootste probleem. Ruim een derde van de ondernemers verwacht minstens tot 65 te zullen werken. De helft van de bevraagde ondernemers maakt zich ook zorgen over hun toekomstige financiële situatie en wil onbeperkt kunnen bijverdienen als gepensioneerde. Omdat een zaak overnemen meer kans op slagen biedt dan zelf een zaak starten, ontwikkelde UNIZO de overnamebegeleiding Overnamemarkt.be. UNIZO vraagt Vlaanderen een nultarief in te voeren voor de schenking van familiale ondernemingen en de tewerkstellingsvoorwaarde bij ervan van familiale bedrijven, definitief te schrappen.

Nu zetten heel wat oudere ondernemers hun bedrijf stop in plaats van het over te laten, onder meer wegens een gebrek aan heldere informatie en goede begeleiding. Nochtans, zo wijzen studies van de UNIZO Startersservice uit, hebben overgenomen bedrijven na 5 jaar nog 96% kans om te bestaan tegenover 76% voor nieuw opgerichte bedrijven na 5 jaar. Om ondernemers met pensioenplannen tijdig te bereiken, is een grote sensibiliseringscampagne nodig, meent UNIZO.

Dubbele discriminatie
De federale regering krikte de zelfstandigenpensioenen al wat op. Toch liggen die nog steeds tientallen euro’s lager dan de werknemerspensioenen. Ondernemers die voor hun 65e met pensioen gaan, verliezen per jaar bovendien nog steeds een percentage van hun pensioen. Zo boet een ondernemer die op 60 met pensioen gaat, een kwart pensioen in. Volgens UNIZO moet de federale regering deze dubbele discriminatie verder afbouwen. De slechte sociale zekerheid weerhoudt veel jongeren ervan een eigen zaak te beginnen.

Pensioenvoorbereiding bij ondernemers
Om het pensioen financieel voor te bereiden, doet 6 op 10 van de zelfstandige ondernemers aan individueel pensioensparen (derde pijler), wijst het onderzoek uit. Daarna volgen het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen en algemeen sparen en beleggen. Een derde gaat een bedrijfsleiders- of groepsverzekering aan, 27% wil de zaak ten gepaste tijde verkopen, 23% investeert in vastgoed om het pensioen voor te bereiden.

Extra legaal pensioenkapitaal uit een groepsverzekering

Veel zelfstandige zaakvoerders of bestuurders hebben vragen over de fiscale behandeling van hun extra legaal pensioenkapitaal dat ze via een vennootschap hebben opgebouwd in het kader van een groepsverzekering. Wat gebeurt er indien u dit pensioenkapitaal opvraagt of wanneer dit kapitaal wordt uitgekeerd aan uw erfgenamen. Hierna worden de belangrijkste fiscale regels toegelicht.

Kapitaal of rente?
Indien u de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt kan u op een fiscaal voordelige manier het extra legaal pensioenkapitaal opvragen. Indien het reglement van de groepsverzekering dit toelaat, kan U kiezen om ofwel dit kapitaal in de vorm van een kapitaal uit te keren ofwel in de vorm van een rente. Opgelet, de uitbetaling in de vorm van een rente houdt risico’s in. Indien u bijvoorbeeld 1 jaar later overlijdt dan zal de rente niet meer worden uitbetaald en uw erfgenamen zullen niets krijgen van uw pensioenkapitaal. Dit probleem kan opgelost worden door te kiezen voor een overdraagbare rente naar de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. Dit betekent dat er nog maximaal 80% van de rente wordt uitbetaald aan uw echtgenote of wettelijk samenwonende partner indien u overlijdt. Zowel het percentage als de mogelijkheid tot overdraagbaarheid naar de langstlevende moet voorzien zijn in het reglement van de groepsverzekering.

Directe belastingen
Indien u kiest voor een eenmalige uitbetaling in de vorm van een kapitaal dan zal dit kapitaal als volgt worden belast:

• 16,5% op het kapitaal dat gefinancierd is door de vennootschapsbijdragen of door persoonlijke bijdragen van vóór 1 januari 1993.
• 10% op het kapitaal dat gefinancierd is door persoonlijke bijdragen van na 31 december 1992
• Progressieve belasting (t.e.m. 50% + aanvullende gemeentebelastingen) indien het kapitaal dat gefinancierd wordt door vennootschapsbijdragen wordt uitgekeerd vóór de leeftijd van 60 jaar.
• 33% indien het kapitaal dat gefinancierd wordt door persoonlijke bijdragen wordt uitgekeerd vóór de leeftijd van 60 jaar (behoudens bij overlijden)

De winstparticipaties die gelijktijdig worden uitbetaald zijn vrijgesteld van belastingen.

Om het werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar aan te moedigen wordt het tarief van 16,5% verlaagd tot 10% indien u effectief actief blijft tot 65 jaar.

Het kapitaal is onderworpen aan RIZIV-bijdrage van 3,55% en aan solidariteitsbijdragen van 0% tot 2%. Daarna wordt een bedrijfsvoorheffing ingehouden van 10,09%, 16,66% of 33,31% indien het respectievelijk belastbaar is aan 10%, 16,5% of 33% (of de progressieve belastingen).

Indien u kiest voor de uitbetaling in de vorm van een rente dan zijn de renten onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing en zijn ze belastbaar aan het progressief belastingtarief (+ aanvullende gemeentebelastingen). U kan wel genieten van een belastingvermindering voor pensioeninkomsten.

Successierechten
Indien u (een zelfstandige bedrijfsleider) overlijdt dan zal uw extra legaal pensioenkapitaal uit de groepsverzekering (die voorziet in een overlijdensdekking) worden uitgekeerd aan uw erfgenamen. In tegenstelling tot werknemers bestaat er hier geen vrijstelling van de successierechten. Volgens het Grondwettelijk Hof en de Minister van Financiën is dit geen discriminatie.

De regeerverklaring van Yves Leterme : De regering zal drie cruciale pensioendossiers aanpakken



Mijnheer de Voorzitter,
Dames en heren,

De financiële crisis heeft de wereldeconomie door elkaar geschud. De werkgelegenheid staat onder zware druk. De overheidsfinanciën gaan in alle landen in het rood. Mensen zijn op zoek naar vertrouwen.

Uitgerekend in dat annus horribilis, kent Herman Van Rompuy een heel mooi jaar. Zijn unanieme verkiezing door de Europese staats- en regeringsleiders tot eerste permanente voorzitter van de Europese Raad van Ministers, bezorgt de gewezen Eerste Minister en Kamervoorzitter een plaats in de geschiedenisboeken. Hijzelf, zijn familie en ons land mogen daar trots op zijn. Namens de regering wens ik hem van harte geluk en dank ik hem voor de “rustige vastheid” waarmee hij in het voorbije jaar heeft gehandeld.


Mijnheer de Voorzitter,
Dames en heren,

Herman Van Rompuy sprak slechts vijf weken geleden zijn regeerverklaring uit. Ik zal het vandaag dan ook kort houden.

Deze Regering kiest uiteraard voor continuiteit. De prioriteiten blijven dezelfde:

.....

- De langere levensverwachting van onze bevolking is een uitdaging, maar zeker ook een positieve ontwikkeling. Door een moedig beleid inzake arbeidsmarkt, gezondheidszorg en pensioenen te voeren, zullen wij de vergrijzing verzilveren.

....

Een verantwoordelijk en toekomstgericht begrotingsbeleid, dat is wat de mensen van deze regering verwachten. Alleen met gezonde overheidsfinanciën kunnen wij immers de pensioenen en de sociale uitkeringen garanderen en de concurrentiekracht van de bedrijven versterken.

....

Aan het einde van hun loopbaan hebben mensen nood aan en recht op een correct en leefbaar pensioen. De regering zal drie cruciale pensioendossiers aanpakken: 1. de afronding van de Nationale Pensioenconferentie, 2. een nieuw mechanisme voor de financiering van de lokale overheidspensioenen en 3. de invoering van een wettelijke basis voor het aanvullend pensioen van contractueel overheidspersoneel.

...
Mijnheer de Voorzitter,
Dames en heren,

We beleven bewogen tijden. De onzekerheid die daarmee gepaard gaat, weegt op de mensen en op de economie. Het is daarom belangrijk dat de regering de inwoners van dit land vertrouwen kan inboezemen.

Wat mijzelf betreft, men leert altijd lessen uit de ervaringen van het verleden. Ik neem de fakkel over met energie, de wil tot bedaren en ambitie voor het land.

Deze regering wil het regeerakkoord van 2008 en de beleidsverklaring van 13 oktober jongstleden verder integraal uitvoeren en daarnaast ook de nieuwe initiatieven nemen die noodzakelijk zijn.

De regering vraagt daarvoor het vertrouwen.

Regeringsverklaring

Het pensioensysteem moet anders

Werkgevers en werknemers staan voor een mega-uitdaging. Een waarbij die van de AOW verbleekt. De combinatie van een veel sneller toegenomen levensverwachting en het uitblijven van maatregelen om het ‘arbeidspensioen’ structureel te hervormen en 21e eeuw-proof te maken, bergt grote risico’s voor de komende werkende generatie in zich. In dat licht bezien is het aardig dat AEGON onlangs, in de persoon van professor Herman Kappelle, een alternatieve overgangsmaatregel voor verhoging van de AOW-leeftijd heeft voorgesteld.
021_VB22_ART04

dinsdag 24 november 2009

Nederlandse bedrijfstakpensioenfondsen starten communicatiecampagne


De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) heeft gisteren tijdens de Algemene Ledenvergadering groen licht gekregen voor het ontwikkelen van een communicatiecampagne voor bedrijfstakpensioenfondsen. Tijdens de ALV van juni 2009 was al opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een business case, die gisteren gepresenteerd werd door VB en communicatieadviesbureau Selmore. Een actieteam bestaande uit communicatieprofessionals van VB-ledenfondsen ontwikkelt de strategie van de campagne 'Samen sta jij sterk'. Het doel is om duurzaam vertrouwen te winnen. "De voordelen van collectiviteit en solidariteit moeten aan iedereen duidelijk gemaakt worden. Aangezien de politiek steeds meer naar het publiek luistert, zijn activiteiten op het gebied van public affairs en PR noodzakelijk. Ook publieksonderzoeken zullen deel gaan uitmaken van de campagne, aldus de VB. De middelen voor de campagne zijn beperkt en mede daarom is voor een sobere aanpak gekozen. Waar mogelijk zal worden aangesloten bij bestaande initiatieven, zoals CentiQ, Pensioenkijker en vanaf 2011 het Pensioenregister.

“Dit wordt echt een communicatiecampagne die de voordelen van collectiviteit en solidariteit over het voetlicht gaat brengen,” zegt VB-woordvoerder Marjolein Zaal.

De slogan van de campagne sluit daar goed bij aan: ‘Samen sta jij sterk’.

Eén van die voordelen, die tot nog toe onderbelicht is gebleven, is het feit dat een collectief geregeld pensioen veel goedkoper is dan sommige alternatieven die worden geboden door verzekeraars. “Een collectief geregeld pensioen is een goedkoop en duurzaam pensioen,” zegt Zaal.

De campagne is een initiatief van de bedrijfstakpensioenfondsen en zet dan ook met name de rol van deze sectorbrede fondsen in het zonnetje. Er zijn op het moment geen plannen om in dit opzicht samen te werken met de twee andere pensioenkoepels, OPF (voor ondernemingspensioenfondsen) en UvB (voor beroepspensioenfondsen).

De ‘Samen sta jij sterk-campagne gaat van start met een website die rond de jaarwisseling ‘live’ gaat en die het hart van de campagne moet gaan vormen. Ook zullen er acties en advertenties worden gevoerd. Een jaar geleden riep IPN de pensioensector op tot een ‘Abri-campagne’, maar volgens Zaal staan mega-posters in abri-formaat nog niet op het programma, “Al zijn bushaltes wel een goede manier om deze boodschap onder de aandacht te brengen.”

De nieuwe campagne is primair gericht op werkenden, omdat onderzoek laat zien dat juist deze groep niet goed op de hoogte is van de voordelen van het collectieve pensioenstelsel. “Gepensioneerden zijn slechts in tweede instantie een doelgroep. Bij hen zijn de voordelen van het stelsel al bekend – zij genieten immers al van die voordelen,” zegt Zaal.

Ze is blij dat de VB-leden hun goedkeuring hebben gegeven aan dit initiatief: “Met de campagne ‘Samen sta jij sterk’ laten wij samen zien waar we voor staan.”

Het afgelopen halfjaar is al begonnen met activiteiten in het kader van de campagne. Er zijn publieksonderzoeken uitgevoerd, VB heeft een rapport gepubliceerd over het beleggingsbeleid van pensioenfondsen in relatie tot de kredietcrisis en er zijn ingezonden stukken in de landelijke dagbladen verschenen.

Rekenhof luidt alarmbel over vergrijzing

De federale regering heeft sinds 2007 geen geld meer opzijgezet voor het Zilverfonds, het potje dat moet dienen om de toenemende vergrijzingskosten te dekken. Daarvoor waarschuwt het Rekenhof in een evaluatie van de begroting die eerder deze maand door de regering Van Rompuy werd ingediend in de Kamer. De Tijd kon het rapport inkijken.

'De regering werd door de huidige economische crisis genoodzaakt haar initiële intenties ten aanzien van het Zilverfonds te beperken', luidt het. 'Door de verslechtering van de toestand van de overheidsfinanciën' krijgt het fonds enkel nog de interesten van de schatkistbons die eraan zijn toegewezen. De regering heeft bovendien beslist het bedrag van 738 miljoen euro dat voorzien was voor de begroting van dit jaar uit te geven.

Het Rekenhof suggereert dat de reserves van het fonds niet gebruikt kunnen worden om de vergrijzing op te vangen. Eind volgend jaar zal de schuldgraad immers ruim 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen. Het Zilverfonds kan maar gebruikt worden als de schuld zakt tot onder de 60 procent.

....

Pensioensystemen hervormen: lessen van de financiële crisis

Pensioenfondsen over de ganse wereld kregen de wind van voren de voorbije twaalf maand. Bij onze noorderburen werd zelfs even gevreesd dat de verplichte maar complementaire bedrijfspensioenen niet (volledig) zouden kunnen worden uitbetaald. Op basis van de analyse van de recente financiële crisis en historische rapporten, trekt deze CESIfo working paper belangrijke lessen en stelt omvangrijke beleidshervormingen voor.


Lessons of the Financial Crisis for the Design of National Pension Systems

maandag 23 november 2009

Portaalsite Sociale Zekerheid stelt nieuwe look voor

De Portaalsite Sociale Zekerheid heeft sinds 28 september 2009 een vernieuwde look. Deze werd ontwikkeld na onderzoek bij de bezoekers, en had als doel het de bezoeker te vergemakkelijken, en de overzichtelijkheid van de site nog te verbeteren.

Er werd geopteerd voor een verdeling in 5 doelgroepen, die duidelijker moeten zijn dan de voorgaande (die slechts in 3 groepen was ingedeeld). De nieuwe doelgroepen zijn: burgers, ‘werkgevers en mandatarissen’, ‘ambtenaren en andere professionelen’, zelfstandigen en ‘aannemers en onroerend goed’.

Op zijn homepage vind je nog steeds de informatie rond “Working in Belgium” en de algemene informatie “over de Belgische sociale zekerheid”. Je vindt voor elke doelgroep een aantal thema’s, nieuwsberichten en online-diensten.

Breng een bezoek aan de vernieuwde portaalsite van de Sociale Zekerheid

Rubriek pensioenen

ACV en de Pensioenconferentie

De pensioenconferentie moet in de komende maanden uitmonden in een hervorming en versterking van onze pensioenstelsels. De eerste fase van de pensioenconferentie werd ruim een jaar geleden gelanceerd door toenmalig minister voor Pensioenen Arena. Het Belgische pensioenlandschap werd in werkgroepen doorgelicht. Een syntheserapport van de werkzaamheden is reeds lang aangekondigd en wordt nu verwacht in de loop van de maand november. Vervolgens kan het echte debat over de toekomst van onze pensioenen van start gaan. ACV staat klaar om de discussies hierover aan te vatten met een reeks globale uitgangspunten en concrete voorstellen.acv-Online.be Images Pensioenen Tcm86-208719

Plan tijdig uw pensioen

In het licht van de pensioenplanning neemt 2009 een historische plaats in. Dit jaar zijn enkele ingrijpende aanpassingen in het kader van de pensioenwetgeving tot volle wasdom gekomen. De wetswijziging inzake de wettelijke pensioenen van 1997 bijvoorbeeld voorzag een overgangsperiode tot 2009 om te komen tot een gelijkschakeling in de pensioenberekening van man en vrouw. Sinds 1 januari 2009 zijn de pensioenen voor mannen en vrouwen berekend in 45sten en is zowel voor man als vrouw de normale pensioenleeftijd 65 jaar. Dat betekent dat vooral vrouwen per gewerkt jaar minder pensioenrechten opbouwen dan voorheen. De noemer is immers verhoogd van 40sten (1997) naar 45sten in 2009.

Inzake de aanvullende pensioenen loopt de overgangsregelgeving in het kader van de Wet Aanvullende Pensioenen (2003) af op 31 december 2009. Die overgangsbepaling hield in dat bepaalde pensioentoezeggingen die voor de leeftijd van 60 jaar konden worden opgenomen, definitief ophouden op 1 januari 2010.

Tot 1 januari 2004 bestond de mogelijkheid om in het kader van eindeloopbaanregelingen in een aanvullend pensioenkapitaal te voorzien dat voor de leeftijd van 60 jaar kon worden uitgekeerd (en gunstig getaxeerd). Bij opname van het aanvullende pensioenkapitaal is er dan een belasting van 16,5% (patronaal gefinancierd) of 10% (eigen bijdragen vanaf 1993). Uiteraard nog te verhogen met gemeentelijke opcentiemen, de Riziv-bijdrage van 3,55 procent en de solidariteitsbijdrage tot 2 procent. Deze voordelige taxatie bleef tot eind 2009 mogelijk in het geval van brugpensioen (enkel als dit expliciet was voorzien in de cao en het pensioenreglement vóór 1 januari 2004) of in het kader van zogenaamde 'canada dry'-regelingen. Dat houdt nu ook op per 1 januari 2010.

Ook de overgangsbepaling voor de mogelijkheid van het afkopen van de reserve van de groepsverzekering bij uitdiensttreding loopt nu definitief ten einde.

Kortom, men kan zijn aanvullend pensioenkapitaal niet langer opvragen voor de leeftijd van 60 jaar en enkel vanaf de leeftijd van 60 jaar is er de gunstige eindtaxatie. Die eindtaxatie wordt bovendien nog gunstiger (16,5% verlaagd tot 10%) als men actief blijft tot 65 jaar.

In het licht van de huidige recessie (hoewel die recentelijk bij oekaze van de Oeso werd afgeblazen) en de daarbij horende afbouw van tewerkstelling zijn deze pensioenwijzigingen niet onbelangrijk. Vaak zijn oudere werknemers de eersten naar wie gekeken wordt in het kader van herstructureringen. Om geen naakte ontslagen te moeten doorvoeren, gebruikt men het vangnet van het brugpensioen, ondanks de ontmoedigingsmaatregelen uit het Generatiepact. Voor de betrokkenen is het belangrijk te beseffen dat het onmogelijk wordt vanaf januari 2010 het aanvullend pensioenkapitaal op te nemen vóór de leeftijd van 60 jaar. Als ze dan toch vroeger dan 60 jaar met brugpensioen gaan, dienen ze zelf over een voldoende grote liquide buffer te beschikken om de overbruggingsperiode te financieren tot ze aan hun pensioenskapitaal kunnen opnemen. .

Een dergelijke buffer bouwt u niet in enkele jaren op. Het is dus zaak vroeg te starten met het aanleggen van een veiligheidspaarpotje, wilt u niet getroffen worden in uw financiële positie door wetswijzigingen of onvoorziene economische gebeurtenissen.

Jo Stremersch is vennoot bij Stremersch, Van Broekhoven& Partners.

Pensioenspaarfondsen herstellen sneller dan beurs


Defensieve pensioenspaarfondsen zitten nog amper 4 à 5 procent van hun hoogste peil ooit. Ze presteren daarmee een stuk beter dan de beursindexen.

Dat alles blijkt uit eigen berekeningen over de prestaties van de pensioenspaarfondsen sinds begin dit jaar. De resultaten zijn erg uiteenlopend, van net geen 10 procent rendement voor het defensieve fonds van Dexia tot meer dan 22 procent voor het dynamische fonds van Fortis.

Vanwaar het verschil?

De defensieve pensioenspaarfondsen, die meer in vastrentende waarden beleggen en minder in aandelen, vielen in 2008 minder fel terug en moesten dit jaar dan ook minder verloren terrein goedmaken. En dat deden ze met brio. Ze klommen de voorbije acht maanden tussen 10 en ruim 13 procent hoger en hebben nog een klim van 4 tot 5 procent voor de boeg om opnieuw hun hoogste peil ooit te halen.

Vergeleken daarmee doen de uitgesproken dynamische fondsen, die veel meer in aandelen beleggen, het minder goed. Zij klommen sinds begin dit jaar weliswaar gemiddeld al meer dan 20 procent, met het Fortis growth-fonds als uitschieter met een rendement van 22,24 procent. Maar omdat zij in 2008 gemiddeld meer dan een kwart van hun waarde verloren en ook in 2007 al fors bergaf gleden, blijft de weg naar volledig herstel lang.

Het ergst is het gesteld met het Argenta-pensioenfonds. Dat moet nog 37 procent klimmen voor het piekniveau van 2007 weer bereikt wordt. Maar ook het Metropolitan fonds, het Accent Pension Fund en de dynamische fondsen van Dexia en Fortis hebben nog een klim van meer dan 30 procent voor de boeg.

Op het eerste gezicht zijn de dynamische fondsen er dus veel erger aan toe, maar tegelijk kunnen sommige onder hen over de jongste vijf jaar met gemiddelde rendementen uitpakken van meer dan 4 procent, hoewel dat uiteraard niet meer is dan een spaarboekje. Maar dan hebben we geen rekening gehouden met het fiscale voordeel van het pensioensparen.

Het fonds van Argenta bijvoorbeeld, dat tot de meest dynamische op de markt wordt gerekend, is met een gemiddeld rendement van 4,2 procent op één na het beste voor die periode van vijf jaar. Maar op een periode van drie jaar is het Argenta-fonds met een gemiddeld verlies van 5,7 procent per jaar dan weer het op één na slechtste fonds.

Hieruit blijkt duidelijk de veel grotere volatiliteit van dynamische fondsen. Hun koers gaat veel meer op en neer, maar zij halen normaal op langere termijn wel de beste rendementen. Voor wie dicht bij zijn pensioen staat, houden ze echter uiteraard meer risico in.

Het Top Pension Fund van Record bank haalt sinds einde 2004 een gemiddeld jaarrendement van 5,18 procent, en is daarmee voor die periode het beste op de markt. Dat hoewel het fonds dit jaar duidelijk achterop bleef met een groei van 12,4 procent. Maar het fonds paste zich vorig jaar snel aan en kon het verlies daardoor beperken.

Hoewel ze in 2008 slechts een kwart tot een derde van hun waarde verloren, terwijl de belangrijkste beursindexen ruim gehalveerd werden, hebben de meeste dynamische fondsen snel gereageerd op het veranderde beursklimaat en pikken ze nu zowat 80 procent van de beurshausse mee.

De Stoxx 600 van de belangrijkste Europese aandelen klom dit jaar al 26 procent, de Bel20 zelfs 32 procent. Maar tot hun piekniveau hebben beide indexen respectievelijk nog 60 en ruim 88 procent te gaan. Wie de jongste vijf jaar in een fonds belegde dat de Bel20-index getrouw volgde, kijkt nu tegen een gemiddeld jaarverlies aan van 2,46 procent. Wie koos voor de Stoxx 600 heeft een winst van 0,12 procent per jaar. De meeste fondsbeheerders lijken het er dus behoorlijk vanaf te brengen.

2311DS1-DS-FON

'Eis dekkingsgraad pensioenfonds is idioot'

Anton van Nunen, de Nederlander die beschouwd wordt als de geestelijke vader van het fiduciair management, heeft een frontale aanval gedaan op de wetgeving die in Nederland voor pensioenfondsen geldt.

Die wetgeving, waarop De Nederlandsche Bank het toezicht uitoefent, heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de verliezen die pensioenfondsen in de afgelopen twee jaar op hun portefeuille hebben geleden.

'Het is een idioot systeem', verklaarde Van Nunen bij het pensioencongres van IPE in Dublin.

Rampzalige gevolgen
'The Dutch regulatory environment has certain good elements because it stresses expertise and governance. But overall it has a devastating effect on Dutch pensions', stelde Van Nunen.

De Nederlander kreeg woensdagavond in Dublin tijdens de uitreiking van de prestigieuze IPE Awards de nominatie 'Outstanding Industry Contribution Award' voor zijn bijdrage aan de industrie.

Volgens Van Nunen heeft de regelgeving in Nederland, die een dekkingsgraad van 105 procent als eis stelt, tot gevolg dat pensioenfondsen in een neergaande markt aandelen moeten verkopen of juist niet bij mogen kopen als men onder die dekkingsgraad komt.

Schade: 150 miljard euro
Volgens hem onderstreept dat dat het systeem niet deugt. Van Nunen schat de schade van deze wettelijke verplichtingen in de jongste crisis op 150 miljard euro, aldus IPE.

Ook anderen, zoals Fondsnieuws-columnist en fondsmanager Wouter Weijand, hebben het Nederlandse pensioensysteem zwaar bekritiseerd.

Achtergrond Van Nunen
Anton van Nunen was grondlegger van de researchafdeling van Rabobank International. Bij een interimfunctie bij zorgverzekeraar VGZ-IZA heeft hij een structuur ontworpen en geïmplementeerd, die te boek is gesteld als fiduciair management en nu brede navolging krijgt.

In 1999 heeft hij het adviesbedrijf Van Nunen & Partners opgezet.

zondag 22 november 2009

"Reactions to an EDHEC Study on the Impact of Regulatory Constraints on the ALM of Pension Funds"


In a newly-released report by Samuel Sender, Applied Research Manager at EDHEC-Risk, EDHEC has surveyed pension funds, their advisers, their regulators, their fiduciary managers, and their asset managers for their reactions to an EDHEC study entitled "Impact of Regulations on the ALM of European Pension Funds". The call for reaction elicited 142 responses and is the first international survey in which both regulatory constraints and the means of managing them - modern ALM techniques - are assessed jointly.

Among the key conclusions, respondents agree that pension funds should take a long-term approach to investing, but they also think that they should manage their short-term constraints; they agree that risk management protects minimum funding ratios better than high funding ratios do, and as such they believe strongly that regulations should encourage risk management.

This research was produced as part of the "Regulation and Institutional Investment" research chair, sponsored by AXA Investment Managers.


Reactions Impact Regulatory Constraints ALM Pension Funds

vrijdag 20 november 2009

Je eerste baan


Met de eerste baan komt het zelfstandig zijn in een veel hogere versnelling. Het is een levensfase waar heel wat bij komt kijken. Niet in het minst op verzekeringsgebied.

Met een eigen baan bent u niet langer ten laste van je ouders en moet u uw eigen boontjes doppen. Goed verzekerd zijn hoort daar bij. Waar moet u allemaal aan denken?


1. Hospitalisatieverzekering
Als u van uw werkgever de kans krijgt om toe te treden tot een collectieve hospitalisatieverzekering, is dat een groot voordeel. In dat geval betaalt de werkgever immers de volledige of een deel van de premie. Die premies zijn bovendien lager omdat de risico’s verdeeld worden over de groep.
Wie niet kan deelnemen aan een groepspolis, kan een individuele verzekering nemen. Maar in dat geval moet u eerst een medische vragenlijst invullen. In functie van de antwoorden doet de verzekeraar dan een voorstel. Wie lijdt aan chronische ziektes zal meer betalen dan wie kerngezond is.
Een hospitalisatieverzekering sluiten, doet u best zo vroeg mogelijk. Hoe jonger u bent en hoe minder gezondheidsproblemen u heeft, hoe gemakkelijker het is om een goede verzekering te vinden met een ‘lage’ premie. Een gezonde man of vrouw van 25, betaalt immers veel minder dan iemand van 50.
De verzekeraars hebben hun aanbod de laatste jaren sterk uitgebreid. Maar wie zoveel mogelijk risico’s wil verzekeren, betaalt wel een hogere premie. Zo kan het zijn dat de verzekeraar de volledige ziekenhuisfactuur betaalt. U moet dan geen supplementen meer betalen voor de geneesmiddelen. Ook hulpmiddelen zoals pijnpompen en prothesen kunnen vergoed worden.
Er bestaan formules waar u ook de kosten voor en na een ziekenhuisopname terugbetaald krijgt. Ook een medische behandeling thuis of een dagopname in een ziekenhuis kan inbegrepen zijn.
Voor alternatieve geneeswijzen zoals homeopathie en accupunctuur kunnen de verzekeraars eveneens tussenkomen.
Sommige verzekeraars betalen rechtstreeks de factuur aan de arts of het ziekenhuis. Op die manier moet u geen grote bijdragen voorschieten. U moet geen facturen opsturen en het ziekenhuis wordt sneller betaald.
Vergelijken
Wie een individuele hospitalisatieverzekering wil sluiten, kan best eerst een paar contracten vergelijken of laten toelichten door een adviseur. Terwijl u als dertiger bijvoorbeeld een maandelijkse premie van 25 euro betaalt voor een hospitalisatieverzekering zonder franchise, zal u ook kunnen opteren voor een premie van 13 euro. Indien u opgenomen moet worden in het ziekenhuis, zal u in het laatste geval bijvoorbeeld wel 500 euro van de bijkomende kosten zelf moeten betalen.

Als u zelf gaat vergelijken, mag u vooral niet vergeten na te kijken wat de verzekeraar biedt als u zwaar ziek wordt. Bij sommige contracten is er een plafonnering van de uitgaven. Andere maatschappijen werken niet met limieten, maar vragen daarom een hogere premie. Ook de lijst van de zware ziektes die gedekt zijn, is niet overal dezelfde. Sommige ziektes worden bij de ene verzekeraar uitgesloten en bij de andere niet.
Het kan ook zijn dat de kosten voor een zware ziekte alleen terugbetaald worden, op voorwaarde dat u opgenomen wordt in het ziekenhuis. Dat is natuurlijk al een grote geruststelling, maar u moet er wel rekening mee houden dat tegenwoordig ook meer zware ingrepen ‘ambulant’ gebeuren (zonder dat u in het ziekenhuis wordt opgenomen).
Wachtpolis
De aansluiting bij een collectieve hospitalisatieverzekering lijkt op het eerste gezicht veel interessanter dan een hospitalisatieverzekering die u individueel afsluit voor uzelf. Maar werknemers die hun bedrijf verlaten, zijn niet langer verzekerd via de collectieve polis. Ze kunnen de verzekering wel individueel verder zetten.

Als u langer dan twee jaar aangesloten bent bij de collectieve polis, moet de verzekeraar u een individuele polis aanbieden zonder bijkomende medische formaliteiten. Er mogen dan ook geen wachttijden ingelast worden. Indien u tijdens de tewerkstelling ziek bent geworden of last hebt gekregen van een medische aandoening, mag de dekking van de verzekering ook niet ingeperkt worden.
Maar de premie van de individuele polis zal natuurlijk aangepast worden aan uw leeftijd. Zo’n jaarpremie kan voor iemand van 55 jaar duur uitvallen. Hoe duur is afhankelijk van de gekozen vrijstelling. Maar 500 euro is geen ongewoon bedrag.
U kan die hoge premies wel vermijden door een wachtpolis te nemen. U betaalt dan tijdens het wachten een beperkte premie per maand. De premie voor de voortgezette verzekering wordt dan bepaald op basis van de leeftijd bij de aanvang van de wachtpolis.

2. Arbeids- en privé-ongevallen
Uw werkgever moet een verzekering onderschrijven voor arbeidsongevallen, maar die dekt alleen de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg van en naar het werk.
Nu is de grens tussen het beroeps- en privé-leven niet altijd even duidelijk. Daarom bieden sommige werkgevers een collectieve verzekering privé-leven aan om de normale dekking van de arbeidsongevallenverzekering uit te breiden met waarborgen voor ongevallen die u overkomen buiten de beroepsactiviteit.
Uw werkgever kan ook, gratis of mits een bijpremie, een waarborg reisongevallen laten bijvoegen in de arbeidsongevallenpolis. U geniet dan de dekkingen van de verplichte arbeidsongevallen tijdens de werkuren, tijdens beroepsverplaatsingen en tijdens de beroepsactiviteiten.
Daarnaast kunt u een bijkomende waarborg ongevallen vragen voor de periode dat u in het buitenland verblijft. Dat is een groot voordeel want Eurocross (via het ziekenfonds) geeft geen dekking voor beroepsverplaatsingen. Uw persoonlijk jaarcontract geeft alleen dekking indien u een beperkte periode in het buitenland verblijft. Als u veel en lang naar het buitenland moet voor uw job, en u reist privé regelmatig naar het buitenland is zo’n bijstandsverzekering via de werkgever geen overbodige luxe. Er bestaan specifieke reisverzekeringen voor bedrijven die hun mensen regelmatig beroepsmatig laten reizen. Naast de al besproken waarborgen verzekeren die soms ook andere typische reisrisico’s zoals afgelaste of overboekte vlucht; bijkomende vergoedingen voor bagage die te laat aankomt…

3. Aanvullend pensioen
Een minimale ‘groepsverzekering’ voor aanvullend pensioen voor alle werknemers is in de meeste sectoren vanzelfsprekend aan het worden. Maandelijks wordt een bedrag van uw loon overgemaakt aan de verzekeringsmaatschappij. Wilt u een idee hebben van wat u bij pensionering van deze verzekering zal krijgen, dan kan u daarvoor rechtstreeks contact opnemen met de verzekeringsmaatschappij.

In een groepsverzekering kunnen meerdere waarborgen aangeboden worden:
een kapitaal of rente bij pensioen
een kapitaal bij overlijden
een aanvullende verzekering bij overlijden door een ongeval (in oude polissen werd dit dikwijls ‘avri’ genoemd)
een invaliditeitsrente bij arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval
premieteruggave in geval van arbeidsongeschiktheid
In sommige gevallen kunt u gedeeltelijk zelf kiezen aan welke waarborg u het grootste deel van de verzekeringspremies wil spenderen. U kiest zelf, zoals in een cafetaria, uw waarborgen, daarom wordt vaak gesproken van een ‘cafetariaplan’. Een alleenstaande zonder kinderen zal bijvoorbeeld geen prioriteit geven aan de overlijdensdekking. Maar als uw werkgever zo’n cafetariaprincipe opneemt in het reglement, kan u gebruik maken van die keuze.

Koninklijk besluit houdende benoeming van een Regeringscommissaris bij de Rijksdienst voor Pensioenen

Bij KB van 12 november 2009 werd de heer Langendries, Christian, benoemd tot Regeringscommissaris bij de Rijksdienst voor Pensioenen.

Belgisch Staatsblad

Conventioneel brugpensioen: de nieuwe voorwaarden

Het Generatiepact maakt de toegang tot het brugpensioen moeilijker. Een nieuwe etappe in dit proces is voorzien voor de periode 2010-2011. Dan zullen nieuwe leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden van toepassing zijn voor de conventionele brugpensioenen. Securex vat ze samen in een tabel. Meer informatie via deze link.

donderdag 19 november 2009

KBC pensioenfonds wint IPE Award

KBC Pensioenfonds heeft de IPE Country award gewonnen voor beste pensioenfonds België op het jaarlijkse IPE Awards. Amonis werd tweede. IPE Awards werd voor de negende keer georganiseerd en ging dit jaar door in Dublin.

Voor een overzicht van de overige awards, klik hier


'Brugpensioen' onderwijs kost kwart miljoen euro


8.750 personeelsleden van het onderwijs maken gebruik van de TBS-regeling, hun formule van brugpensioen. De vergoedingen die ze krijgen, kosten de Vlaamse overheid bijna een kwart miljoen euro, antwoordde minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) op een vraag van het CDV-parlementslid Jos De Meyer.

Driekwart van wie gebruik kan maken van het systeem, doet het, zo blijkt uit Smets verklaring. Het TBS-stelsel staat onder druk vanwege de kosten en omdat het ingaat tegen de trend naar langer werken.
De TBS-regeling komt voorlopig niet voor in de besparingen voor het onderwijs voor 2010, maar de onderwijsminister meldde dat hij zijn "beleidsintenties verder vorm zal geven met de sociale partners".

Deeltijdse TBS-systemen, waarbij leerkrachten halftijds hun loopbaan kunnen beëindigen vanaf 55 jaar, worden wel opgeschort, al blijft hier wel nog een federale, minder gunstige, regeling voor bestaan. De discussie over de TBS-regeling zal verder deel uitmaken van "het andereloopbaanbeleid", concludeerde Smet.

Nieuwe uitbetalingsvoorwaarden voor groepsverzekeringen en pensioentoezeggingen

Vanaf januari 2010 is het niet meer mogelijk, voor werknemers jonger dan 60 jaar, om uitkeringen te verkrijgen van respectievelijk een groepsverzekering of een collectieve pensioentoezegging.

De Wet op de Aanvullende Pensioenen (28/04/¿03) was de vervanger voor de Wet Colla (06/04/¿95) en bracht heel wat wijzigingen met zich mee. Één van deze wijzigingen was deze omtrent het uitbetalingsmoment van groepsverzekeringen of collectieve pensioentoezeggingen. Voor werknemers jonger dan 60 jaar werd immers een verbod op afkoop ingevoerd. Dit verbod was wel, bij wijze van overgangsmaatregel, slechts van toepassing vanaf januari 2010.

Ook op fiscaal vlak heeft de bovenstaande wijziging zijn gevolgen. Uitkeringen of afkoopwaarden van collectieve pensioentoezeggingen genieten immers een gunstig belastingtarief. Naar aanleiding van bovenstaand verbod werd ook op fiscaal vlak een overgangsmaatregel ingevoerd, die de fiscale gunstmaatregelen voor de vroegere toepassingsgevallen zal waarborgen tot en met 31 december 2009.

De bovenstaande maatregelen zijn er gekomen naar aanleiding van het Generatiepact, met de betrachting om werknemers aan te sporen langer te blijven werken.

We onderscheiden dus volgende situaties:

Tot 31 december 2009 is de oude regeling nog van toepassing. De uitkering of afkoopmogelijkheid voor de reeds bestaande pensioentoezeggingen en groepsverzekeringen (opgestart vóór 15/11/2003) blijft voorlopig dus bestaan in de volgende gevallen:

- Bij overlijden van de desbetreffende werknemer;
- Naar aanleiding van pensionering (op wettelijke leeftijd of via brugpensioen);
- Bij het normale verstrijken van het contract (dit is dus bij het bereiken van de contractuele pensioenleeftijd die vooraf werd vastgelegd door beide partijen);
- Tijdens de 5 jaar die het normale verstrijken van het contract voorafgaan;
- Bij uittreding uit het plan (bij uitdiensttreding van de werknemer).

In deze bovenstaande gevallen worden de kapitalen en afkoopwaarden belast aan volgende tarieven:
- 16,5% indien ze gevormd werden door werkgeversbijdragen;
- 10% indien ze gevormd werden met persoonlijke bijdragen.


In alle overige omstandigheden worden zij ofwel progressief ofwel aan 33% belast, naargelang zij respectievelijk gevormd werden door werkgeversbijdragen dan wel door werknemersbijdragen.

Vanaf 1 januari 2010 is het verbod op uitkering en afkoop wel van toepassing en is alleen in de volgende gevallen nog een uitkering mogelijk:

- Bij overlijden van de desbetreffende werknemer;
- Naar aanleiding van het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd;
- Vanaf de leeftijd van 60 jaar, mits dit is voorzien in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst.

Alleen in de bovenstaande gevallen worden de kapitalen en afkoopwaarden nog belast aan volgende tarieven:
- 16,5% indien ze gevormd worden door werkgeversbijdragen;
- 10% indien ze gevormd worden met persoonlijke bijdragen.

In alle overige omstandigheden worden zij ofwel progressief ofwel aan 33% belast, naargelang zij respectievelijk gevormd worden door werkgeversbijdragen dan wel door werknemersbijdragen.

woensdag 18 november 2009

PVDA : paper "Over de nationale pensioenconferentie"

In de paper "Over de nationale pensioenconferentie" legt de studiedienst van
de PVDA uit wat de inzet is van het debat over de pensioenen.
pvda_pensioenen

Beheer van risico's op pensioen moet beter

Pensioenfondsen moeten beter grip krijgen op hun beleggingsrisico's. Het afgelopen jaar heeft het bij sommige fondsen ontbroken aan controle op de externe beleggers en op tegenpartijen waarmee derivatencontracten zijn afgesloten.

Dit schrijft de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) in een rapport dat in bezit is van deze krant. Het eerste exemplaar wordt morgenochtend vroeg overhandigd aan minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken.


Risicomanagement

Volgens de VB hebben pensioenfondsen de laatste jaren de rol van de risicomanager bij de vermogensbeheerder 'onderschat'. De branchevereniging pleit ervoor dat de risicomanager bij de externe beheerder in de toekomst direct toegang moet hebben tot het eigenlijke pensioenfondsbestuur, dat alle eindverantwoordelijkheid draagt.

Ook hebben fondsen volgens de VB steken laten vallen op het gebied van tegenpartijrisico, dat optreedt bij onder meer het afsluiten van derivatencontracten met grote zakenbanken. 'Het risicobeleid van veel fondsen richt zich louter op de kans op onderdekking. Dat maakt dat bijvoorbeeld liquiditeitsrisico en tegenpartijrisico worden genegeerd', stelt de VB.



Commissie-Frijns

De VB loopt met zijn bevindingen vooruit op het onderzoek naar het beleggingsbeleid van pensioenfondsen dat wordt gedaan door de recent ingestelde commissie-Frijns. De uitkomsten daarvan worden eind dit jaar verwacht.

De Nederlandsche Bank (DNB) deed eerder dit jaar zelf onderzoek bij tien grote pensioenfondsen. Directeur Joanne Kellermann stelde op basis hiervan al in september vast dat een aantal fondsen de risico's heeft onderschat. Het is aannemelijk dat DNB scherpere eisen gaat stellen aan het beleggingsbeleid van pensioenfondsen.

dinsdag 17 november 2009

'We worden te veel betutteld'



Goddie De Smet (73), voorzitter van de Vlaamse Ouderenraad

'Ik ben nu ongeveer tien jaar voorzitter van de Vlaamse Ouderenraad. Die is in 1993 opgericht als opvolger van de Hoge Raad van de Gepensioneerden, die op sterven na dood was. Toen moesten ouderen het nog doen met “de drie k's,: koffie, koeken en kletsen. We kregen een pensioen en een treinticket, er werden fijne namiddagen voor ons georganiseerd, en daarmee moesten we tevreden zijn. Dat kan toch niet! Met de Ouderenraad proberen we daar stap voor stap verandering in te brengen, door te benadrukken dat de overgrote meerderheid van de 60-plussers niet hulpbehoevend is en nog een actieve rol kan spelen. Ouderen worden nog veel te veel betutteld, met kortingen, een pasje van De Lijn, noem maar op. Maar ik wil helemaal niet met mijn handje open zitten om iets te krijgen. Maak gewoon de pensioenen welvaartsvast, zodat ik verdorie zelf kan beslissen wat ik met mijn geld doe.'

'Nog iets over de pensioenen: ik vind niet dat de pensioenleeftijd opgetrokken moet worden, maar wie aan het werk wil blijven, moet daar de kans toe krijgen. Een voorbeeld: ik heb een zoon van 54, commissaris bij de federale politie. Volgend jaar gaat hij verplicht met pensioen. Als ik hem voor me zie zitten, denk ik: wat ga jij de hele dag doen als je thuiszit? Oké, hij is geëngageerd in zijn dorp en zo, maar zo iemand stuur je niet met pensioen. Hij kan nog tien jaar mee.'

'Ouderen moeten constant voor zichzelf opkomen. Dat ligt ten dele aan het feit dat de meesten onder ons niet gestudeerd hebben en dus minder mondig zijn. Daarom zeg ik: sluit je aan bij een vereniging, kom naar een dienstencentrum, kijk naar het nieuws, kijk naar Terzake, zodat je bijblijft. Ik heb ooit leren schrijven met lei en griffel, nu zit ik aan mijn computer. Ik heb dat allemaal moeten leren. Heel veel mensen kunnen dat. Met de Ouderenraad en alle betrokken organisaties proberen we de mensen uit hun kot te lokken en enthousiast te maken.'

'Volgend jaar stelt de Vlaamse minister van Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V), zijn nieuw Ouderenbeleidsplan op. Hij heeft beloofd dat dat in samenspraak met ons zal gebeuren. Met de Ouderenraad hebben we alvast ons eigen plan opgesteld. Hopelijk worden grote delen ervan overgenomen, want we willen niet langer louter advies geven; we willen inspraak.'

'Dat plan is een van mijn laatste grote wapenfeiten als voorzitter. Volgend jaar zijn er nieuwe verkiezingen. Ik ben geen kandidaat meer, tien jaar is genoeg geweest. Het is bijna een fulltime job: vergaderingen, persconferenties, teksten schrijven, organisaties bezoeken. Maar in een zwart gat zal ik niet vallen. Ik volg allerlei cursussen, ben al gevraagd voor twee commissies. Eigenlijk zou ik 150 moeten worden om alles te kunnen doen wat ik wil. En er is natuurlijk ook mijn familie. Ik ben al zeventien jaar weduwe, maar ik heb vier kinderen, acht kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Voor hen laat ik alles vallen.'

Oud maar lang niet versleten

Vlaanderen telt net geen anderhalf miljoen 60-plussers, en de groep wordt almaar groter. Meestal halen ze de media met hun lasten. Wie gaat al die pensioenen betalen? Wie gaat die mensen verzorgen, en wat moet dat gaan kosten? Tijdens de Ouderenweek wil de Vlaamse Ouderenraad dat paniekverhaal wat nuanceren en focussen op de baten van de vergrijzing. Twee cijfers ter illustratie: 85 procent van de 60-plussers is niet hulpbehoevend. Bijna één op de vijf vangt elke dag klein- of achterkleinkinderen op. ‘Iedere rol betekenisvol', luidt het thema dit jaar. Gisteren werd de campagne afgetrapt met de bekendmaking van de winnaar van de wedstrijd ‘Uitgebold? Ingerold!'. Ouderen werd gevraagd een boek te maken over hun rol in de samenleving. Gedreven leven, een Genks initiatief waarin een vijftigtal senioren wordt voorgesteld, won. We geven het woord aan de voorzitter van de Ouderenraad.

http://www.vlaamse-ouderenraad.be/

maandag 16 november 2009

RSZPPO - Activiteitenverslag 2008


De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) publiceert zijn 'Activiteitenverslag 2008'.

Dit rapport bevat relevante regelgeving, een activiteitenverslag, statistische gegevens en financiële resultaten voor de kerntaken van de parastatale: kinderbijslag, aangiften en inning van bijdragen, pensioenfinanciering en Sociale Maribel. De RSZPPO vervult deze opdrachten binnen de lokale en provinciale overheidssector, m.n. gemeenten, provincies, OCMW's, intercommunales en lokale politiezones. De statistische brochure in bijlage bij het verslag geeft een duidelijk beeld van de tewerkstelling in de lokale overheidssector.

Belangrijk in dit activiteitenverslag is de problematiek van de ambtenarenpensioenen van de lokale sector: de financiering staat onder druk. De volgende jaren moeten we op zoek gaan naar structurele oplossingen.

rszppo_activiteitenverslag_2008



rszppo_activiteitenverslag_2008_statistieken

Verschenen in het Belgisch staatsblad

Koninklijk besluit dat het pensioenstelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden van het Commissariaat-generaal voor Toerisme

zondag 15 november 2009

Stuurt babyboom de beurs?


De economie van de eurozone groeit weer. Maar minder sterk dan verwacht werd. Zijn aandelen daardoor te duur geworden?

Het is nu officieel. Na de Verenigde Staten en Japan is ook de eurozone uit de recessie geklommen. Maar met een groei van 0,4 procent doet zij minder goed dan de 0,5 procent waarop gehoopt werd. Bovendien steunt het herstel zowat uitsluitend op het gevoerde relancebeleid en op het heropbouwen van de voorraden.

De vraag is dan ook hoe solide dit soort van herstel is, en of de beurshausse van de voorbije maanden gerechtvaardigd was.

Joost van Leenders, die bij Fortis Investments beleggingskeuzes maakt, put moed uit de belofte van centrale bankiers en regeringen om de geldkraan niet toe te draaien voor de economie dat aankan. Hij maakte van de correctie gebruik om aandelen bij te kopen in de ontwikkelde markten.

Bij Axa klinkt er een soortgelijk geluid. Hoofdstrateeg Sebastian Paris-Horvitz ziet het herstel van de industrie nu overwaaien naar de dienstensector, een goed teken zolang de regeringen en de centrale banken de economie hun steun niet ontzeggen. Volgens hem beginnen de centrale banken zich echter al terug te trekken. Zij doen dat gelukkig heel voorzichtig en geleidelijk, maar het nieuws daarrond kan volgens Paris-Horvitz de komende maanden wel voor heel wat volatiliteit zorgen.

Ondanks de hausse van de jongste maanden zijn aandelen volgens hem nog niet te duur. Tegen de achtergrond van het economisch herstel vindt hij dat een koers/winst-verhouding van 12 wijst op een ‘relatief aantrekkelijke waardering'.

Omdat er bovendien een overvloed is aan liquiditeit, adviseert Paris-Horvitz ‘risicovolle activa' te overwegen. Hij verschuift zijn aandacht wel van de cyclische naar de defensieve sectoren, vooral nutsbedrijven.

Analist Koen De Leus van KBC Securities is er heel wat minder gerust in. Hij waarschuwt dat ‘almaar meer alarmlichten aanspringen'. De meeste daarvan zijn technisch van aard, je gelooft erin of je wuift ze weg als hocus pocus. Maar wat hij vaststelt in verband met de verhandelde volumes op de markt zet toch aan tot denken.

In het verleden ging de klim uit een berenmarkt systematisch gepaard met aanzwellende volumes. Maar ondanks de fenomenale koersstijgingen van de jongste maanden is dat nu nog steeds niet het geval. Sinds eind september is er zelfs een omgekeerde relatie: lage volumes bij stijgende koersen en hoge bij koersdalingen.

Er zijn analisten, merkt De Leus op, die in die lage volumes vooral een potentieel zien. Als de cash die nu nog afwachtend aan de zijlijn staat toehapt, luidt de redenering, dan kan de hausse nog versnellen.

Het ‘geld aan de zijlijn'-argument is volgens De Leus echter niet meer wat het geweest is. Het zijn de babyboomers die aan de basis lagen van de geweldige beurshausse tussen 1982 en 2000. Zij zagen hun appeltje voor de dorst in die periode fors aangroeien. In 2000 kregen de spaarcentjes een eerste tik. In 2008 volgde de uppercut.

En wat nu? Feit is dat steeds meer babyboomers (bijna) met pensioen gaan. Kapitaalbescherming wordt dan belangrijker dan kapitaalaangroei. Gaan zij hun centen nog eens toevertrouwen aan de beurs met al haar grillen? Of is het welletjes geweest?

In de VS werd de afgelopen 4 weken 44,9 miljard dollar geïnvesteerd in beleggingsfondsen. Obligatiefondsen slokten 52,8 miljard dollar vers kapitaal op, terwijl bij de aandelenfondsen 11 miljard dollar wegvloeide. In september verloren zij ook al 10,5 miljard dollar.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :