De economie van de eurozone groeit weer. Maar minder sterk dan verwacht werd. Zijn aandelen daardoor te duur geworden?
Het is nu officieel. Na de Verenigde Staten en Japan is ook de eurozone uit de recessie geklommen. Maar met een groei van 0,4 procent doet zij minder goed dan de 0,5 procent waarop gehoopt werd. Bovendien steunt het herstel zowat uitsluitend op het gevoerde relancebeleid en op het heropbouwen van de voorraden.
De vraag is dan ook hoe solide dit soort van herstel is, en of de beurshausse van de voorbije maanden gerechtvaardigd was.
Joost van Leenders, die bij Fortis Investments beleggingskeuzes maakt, put moed uit de belofte van centrale bankiers en regeringen om de geldkraan niet toe te draaien voor de economie dat aankan. Hij maakte van de correctie gebruik om aandelen bij te kopen in de ontwikkelde markten.
Bij Axa klinkt er een soortgelijk geluid. Hoofdstrateeg Sebastian Paris-Horvitz ziet het herstel van de industrie nu overwaaien naar de dienstensector, een goed teken zolang de regeringen en de centrale banken de economie hun steun niet ontzeggen. Volgens hem beginnen de centrale banken zich echter al terug te trekken. Zij doen dat gelukkig heel voorzichtig en geleidelijk, maar het nieuws daarrond kan volgens Paris-Horvitz de komende maanden wel voor heel wat volatiliteit zorgen.
Ondanks de hausse van de jongste maanden zijn aandelen volgens hem nog niet te duur. Tegen de achtergrond van het economisch herstel vindt hij dat een koers/winst-verhouding van 12 wijst op een ‘relatief aantrekkelijke waardering'.
Omdat er bovendien een overvloed is aan liquiditeit, adviseert Paris-Horvitz ‘risicovolle activa' te overwegen. Hij verschuift zijn aandacht wel van de cyclische naar de defensieve sectoren, vooral nutsbedrijven.
Analist Koen De Leus van KBC Securities is er heel wat minder gerust in. Hij waarschuwt dat ‘almaar meer alarmlichten aanspringen'. De meeste daarvan zijn technisch van aard, je gelooft erin of je wuift ze weg als hocus pocus. Maar wat hij vaststelt in verband met de verhandelde volumes op de markt zet toch aan tot denken.
In het verleden ging de klim uit een berenmarkt systematisch gepaard met aanzwellende volumes. Maar ondanks de fenomenale koersstijgingen van de jongste maanden is dat nu nog steeds niet het geval. Sinds eind september is er zelfs een omgekeerde relatie: lage volumes bij stijgende koersen en hoge bij koersdalingen.
Er zijn analisten, merkt De Leus op, die in die lage volumes vooral een potentieel zien. Als de cash die nu nog afwachtend aan de zijlijn staat toehapt, luidt de redenering, dan kan de hausse nog versnellen.
Het ‘geld aan de zijlijn'-argument is volgens De Leus echter niet meer wat het geweest is. Het zijn de babyboomers die aan de basis lagen van de geweldige beurshausse tussen 1982 en 2000. Zij zagen hun appeltje voor de dorst in die periode fors aangroeien. In 2000 kregen de spaarcentjes een eerste tik. In 2008 volgde de uppercut.
En wat nu? Feit is dat steeds meer babyboomers (bijna) met pensioen gaan. Kapitaalbescherming wordt dan belangrijker dan kapitaalaangroei. Gaan zij hun centen nog eens toevertrouwen aan de beurs met al haar grillen? Of is het welletjes geweest?
In de VS werd de afgelopen 4 weken 44,9 miljard dollar geïnvesteerd in beleggingsfondsen. Obligatiefondsen slokten 52,8 miljard dollar vers kapitaal op, terwijl bij de aandelenfondsen 11 miljard dollar wegvloeide. In september verloren zij ook al 10,5 miljard dollar.