Pensioenfondsen hoeven bij de vaststelling van de pensioenpremies volgend jaar niet uit te gaan van een lager verwacht rendement. Fondsen kunnen hetzelfde maximaal verwachte rendement op hun beleggingen hanteren als de afgelopen drie jaar. Hoe het moet met de premievaststelling in de jaren na 2010, wordt op een later tijdstip bekeken. Dat heeft minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer medegedeeld.
Donner reageert hiermee op het rapport van de commissie parameters, in de wandelgangen ook wel de Commissie Don genoemd, die onder leiding van oud-CPB topman Henk Don advies moest uitbrengen over de maximale verwachte rendementen die pensioenfondsen bij hun berekeningen mogen hanteren.
De Commissie Don blijkt verdeeld: De voorzitter en de vertegenwoordigers van het Centraal Plan Bureau en De Nederlandsche Bank willen het aandelenrendement met zo’n 1,5 procent verlagen, omdat ze menen dat de mooie resultaten uit het verleden niet structureel zijn maar berustten op meevallers.
Een dergelijke ingrijpende verlaging van de ingerekende rendementen zou echter resulteren in fors hogere pensioenpremies. Volgens pensioendeskundigen gaat het om miljarden. Zo zegt Onno Steenbeek, directeur bij APG: De parameters die nu door het ene deel van de commissie worden voorgesteld zouden resulteren in premieverhogingen van in totaal richting 5 miljard.” Commissie-voorzitter Don houdt het zelf op 1,9 miljard euro.
De twee commissieleden die de Stichting van de Arbeid – en daarmee sociale partners – vertegenwoordigen zien meer in een veel mildere verlaging van de toegestane rekenrendementen met ongeveer 0,25 procentpunt. Dit zou kunnen leiden tot een premiestijging voor werkgevers en werknemers van 0,6 miljard euro.
