Vanaf 1 januari 2010 kan het aanvullend pensioenkapitaal enkel nog opgevraagd worden vanaf 60 jaar. Het reglement van het aanvullende pensioen moet deze mogelijkheid uitdrukkelijk voorzien . Dat zegt de wet op de aanvullende pensioenen van 2003. De bedoeling van de wetgever was om het opgebouwde aanvullend pensioenkapitaal ook effectief te gebruiken als aanvullend inkomen op pensioenleeftijd. Tot het einde van dit jaar loopt echter nog een overgangsperiode en is het voor sommigen nog mogelijk om vóór hun 60ste het aanvullend pensioenkapitaal op te vragen. In sommige gevallen kan dit echter wel fiscaal nadelig zijn.
De pensioenleeftijd in België ligt zowel voor mannen als vrouwen op 65 jaar. Vervroegd pensioen is echter mogelijk vanaf 60 jaar. Vanaf 2010 zal dat ook de leeftijd zijn waarop het aanvullend pensioenkapitaal opgevraagd kan worden. Tot het einde van dit jaar kan dit voor sommigen nog vóór die leeftijd. We hebben het hier voor alle duidelijkheid niet over het mechanisme waarbij de groepsverzekering tijdens de carrière aangewend wordt om een onroerend goed te financieren, maar wel over de vervroegde afkoop waarbij het geld persoonlijk uitbetaald wordt.
Voor pensioenplannen die afgesloten werden vóór 15 november 2003 kan men nog tot 31 december 2009 het opgebouwde aanvullend pensioenkapitaal voor zijn 60ste opvragen (voor zover dit voorzien is in het pensioenreglement). Als het pensioenplan echter pas na die datum ingevoerd werd, dan bestaat die mogelijkheid niet en is het wachten tot 60 zoals de wet voorziet.
Wie zijn aanvullend pensioenkapitaal vervroegd wil opvragen, kan best niet over één nacht ijs gaan. De vergrijzing en de daarbij horende pensioenproblematiek zijn zeer actueel en nijpend. Wie dus over voldoende geld beschikt, kan best passen voor deze optie. Een extraatje op pensioenleeftijd is immers voor iedereen welkom om dezelfde levensstandaard te behouden. Bovendien zal het vervroegd opgevraagde geld ook belegd moeten worden. In het huidige economische klimaat is dat lang niet zo evident. Beter doen dan de groepsverzekeraar is een hele uitdaging. Zo’n vervroegde opvraging is trouwens niet gratis. De kosten kunnen oplopen tot 5% van de opgebouwde waarde. Bovendien verdwijnt de kans op eventuele toekomstige winstdeelnames.
Voor sommigen kan het soms wel interessant zijn om dit geld op te vragen. Als op korte termijn de geldnood hoog is, kan zo’n afkoop afgewogen worden tegenover een vaak dure persoonlijke lening.
Bij de beslissing om tot afkoop over te gaan, is het fiscale aspect een niet te onderschatten argument. De pensioenuitkeringen worden immers getaxeerd. Het normale tarief vanaf 60 jaar bedraagt 16,5% op het deel van het pensioenkapitaal opgebouwd door werkgeversbijdragen en 10% op het deel opgebouwd door persoonlijke bijdragen. Wie echter tot zijn 65ste blijft werken en zijn kapitaal ook pas op die leeftijd opneemt, doet fiscaal een goede zaak. In dat geval wordt de taxatie van 16,5% verlaagd naar 10% . Opname voor 60 jaar houdt in dat een deel van het opgevraagde geld samen met het loon belast wordt tegen het marginale tarief in de personenbelasting, wat een heel pak hoger ligt. Toch zijn er uitzonderingen voorzien waarin het tarief van 16,5%/10% gehanteerd wordt bij opnames vóór 60. Dit is bijvoorbeeld het geval bij brugpensioen of bij opname binnen de 5 jaar voor het verstrijken van het contract.