Volgens Yves Leterme (CD&V) zijn er geen extra middelen voor de pensioenen. Klopt niet, repliceert Johan Vande Lanotte (SP.A).
Leterme ziet de staatshervorming nog altijd als een van de belangrijkste uitdagingen voor een volgende regering, maar lang niet als de enige prioriteit. Dat bleek donderdag tijdens zijn Novarumtoespraak in Anzegem. Een sterke economie, een sterke sociale zekerheid en een goed werkende overheid schoof hij ook naar voren. En hij hamerde op de noodzaak om langer te werken.
Maar voor de ACW-achterban had hij toch een geruststellende boodschap mee: er wordt niet geraakt aan de pensioenleeftijd van 65 jaar. ‘Meer mensen moeten tot hun 63ste, 64ste en zelfs 65ste werken. Maar om alle twijfel weg te nemen die sommigen zaaien over het standpunt van CD&V: geen dag langer voor hen die hun pensioen willen opnemen.'
CD&V lanceerde eerder een pensioenplan waarbij de doelstelling van 45 jaar werken voor een volledig pensioen centraal stond. Minstens de indruk werd gewekt dat de partij daarmee de officiële pensioenleeftijd losliet en op een andere berekening aanstuurde. Die koerswijziging zorgde bij de lancering van het plan al voor consternatie en werd snel genuanceerd.
Leterme zet nu weer het principe van pensioen op 65 jaar centraal. Woordvoerder Peter Poulussen: ‘We hebben inderdaad gezegd dat we ons niet willen fixeren op de leeftijd van 65. Leterme heeft daar nu een kleine correctie op aangebracht: op 65 jaar moet je een goed pensioen hebben.'
SP.A-boegbeeld Johan Vande Lanotte reageert schamper. ‘Ik zou zeer blij zijn mocht ik het ook geloven. Het CD&V-partijbureau heeft onlangs de pensioenleeftijd opgegeven. Zoveel bochtenwerk is toch ongeloofwaardig?'
De SP.A zelf belooft een verhoging van de laagste pensioenen én 200 euro extra pensioen voor wie tot 65 jaar werkt. Dat plan kreeg een sneer van Leterme: iedereen die nu grote beloftes doet, bezondigt zich aan ‘verkiezingspraat'. Leterme: ‘Er is geen ruimte voor grote, onbetaalbare verkiezingsbeloften.'
Vande Lanotte verdedigt zijn pensioenplan: de 300 miljoen voor de laagste pensioenen moet betaald worden door de notionele intrest voor banken af te schaffen, en de 200 euro extra moet er komen door de uitbouw van een tweede pensioenpijler. ‘We vragen geen extra budgetten, we herverdelen bestaande budgetten.'