maandag 22 maart 2010

Opinie: Decreteren in de woestijn - De blinde vlekken in het Belgische pensioendebat

SP.A en CD&V deden de afgelopen weken hun pensioenplannen uit de doeken, andere partijen deden gisteren in 'De zevende dag' hun duit in het zakje. Maar voor MARC DE VOS gaat het debat bijlange niet ver genoeg.

Het politieke debat over de broodnodige pensioenhervorming komt eindelijk op gang. Het regent losse flodders en politieke statements. In Vlaanderen beten socialisten en christendemocraten de spits af met een echt pensioenplan. Beide politieke partijen beogen meer pensioenzekerheid. Lectuur van de programma's laat de lezer niettemin met veel onzekerheid achter. Er is goede wil en een aanzet voor debat met relevante aandachtspunten en enkele lichtpunten, in beide kampen. Maar er hangt nog een dichte mist over de meest cruciale componenten van het pensioenverhaal.

Hét basisprobleem voor de pensioenen is budgettair. Aan de uitgavenkant is er veel meer behoefte door de enorme babyboomgeneratie: 800.000 65-plussers erbij tegen 2030, die langer leven en dus ook langer pensioen trekken. Aan de inkomstenkant niets dan opdoffers: een leeg Zilverfonds, een gigantische nieuwe staatsschuld, een economie die de sporen van de crisis lang zal dragen, en veel minder jongeren om de boel te betalen. Alleen al de handhaving van de bestaande wettelijke pensioenen kijkt tegen een gigantisch deficit aan.

Niettemin wil zowel SP.A als CD&V een zware versterking van de wettelijke pensioenen, voor alle inkomens. Politiek en sociaal is dat een begrijpelijke doelstelling. Maar tussen droom en daad staan de rauwe budgettaire werkelijkheid en de afweging tussen pensioenen en andere dure prioriteiten, bijvoorbeeld gezondheidszorg. We kunnen ons niet roekeloos in een nieuw pensioenavontuur storten. De pensioenhervorming moet de put dempen, niet dieper maken. Elk voorstel moet derhalve gekoppeld worden aan een glashelder budgettair traject: hoeveel zal het kosten en hoe gaan we het betalen. Anders verzanden we andermaal in beloftepolitiek met een nieuwe hypotheek op de toekomst.

Droog zaad

Dat brengt mij bij de fameuze 'tweede pijler' van aanvullende pensioenen, die per definitie belangrijker wordt wanneer de eerste, wettelijke pijler op droog zaad zit. De combinatie van beide pijlers is dé knoop van de pensioenfinanciering. De CD&V geraakt niet verder dan een vrome wens voor een 'robuuste mix'. De SP.A wil de tweede pijler integreren in de eerste, maar weet nog niet hoe. De bottom line blijft dezelfde: meer geld moet worden opgehoest door de jongere, nog actieve generatie. Hoeveel en op welke manier? Er is geen duidelijk scenario voor een versnelling en veralgemening van aanvullende pensioenopbouw. Als het van de tweede pijler afhangt, dan zullen sociale partners decennialang een stuk van de loonontwikkeling daarvoor moeten reserveren. Zonder een wettelijk kader komt dat er niet, of niet zonder nefaste loonkostenontsporing. Hier ligt een heet politiek hangijzer, maar we fietsen er mooi om heen.

Dan is er langer werken. Daarover is de CD&V het meest uitgesproken, met de keuze voor loopbaanjaren in plaats van pensioenleeftijd, het belonen van langer werken, het beperken van brugpensioen en het verminderen van de periodes van inactiviteit die met pensioenjaren worden gelijkgesteld. Valabele elementen, maar ze missen toch de essentie: als we langer moeten werken - wat effectief noodzakelijk is - dan moeten we ook langer kunnen werken. Daarvoor moet de organisatie van de arbeidsmarkt en van personeelsbeleid veel leeftijdsvriendelijker worden. Geen pensioenhervorming zonder arbeidsmarkthervorming. Ook hier zal de politiek kleur moeten bekennen, anders blijft het bij decreteren in de woestijn: denk maar aan het povere resultaat van het Generatiepact.

Nationale sport

We blijven in België ook nog altijd ontkennen dat een verhoging van de pensioenleeftijd of van het aantal loopbaanjaren onvermijdelijk is. De prioriteit is natuurlijk de nationale sport van vervroegde pensionering afleren. Maar mensen blijven ook steeds langer leven: elk jaar stijgt de levensverwachting met bijna een seizoen. Zolang de volgende generatie de pensioenen van de vorige moet betalen, geeft dat een permanent financieringsprobleem. Dan moet je ofwel de pensioenen verlagen, ofwel steeds meer belasten, ofwel wat langer werken. Dat laatste kan je nu beslissen om heel geleidelijk te doen, synchroon met de stijgende levensverwachting. Maar als we blijven ontkennen, dan zal het opnieuw in de toekomst, met het mes op de keel en met sociale onrust moeten gebeuren.

Het debat over de pensioenhervorming is gelukkig geopend. Maar daarmee is het beste gezegd. De fundamentele politieke keuzes liggen (nog) niet bloot. De voorstellen zijn (nog) te vrijblijvend, te vaag en onvoldoende doordesemd van de ernst van de budgettaire crisis. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het dynamiet van de ondraaglijke pensioen-ongelijkheden tussen zelfstandigen, werknemers en ambtenaren. De weg naar pensioenzekerheid is nog lang.

MARC DE VOS Wie? Hoofddocent UGent en directeur van het Itinera Institute, onafhankelijke denktank voor duurzame economische groei en sociale bescherming. Wat? Hervorm de pensioenen geleidelijk, maar begin wel nu. Waarom? Anders moet het met de mes op de keel, met sociale onrust.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :