Sonja Becq kruist in de Kamer namens CDenV de degens met minister van Pensioenen Michel Daerden (PS) over zijn 'groenboek' over 'Een toekomst voor onze pensioenen'.
SONJA BECQ: Volgens het Planbureau is langer werken, naast budgettaire orthodoxie, de doeltreffendste maatregel voor de pensioenen. Voorts blijft het wettelijk pensioen essentieel. Om de legitimiteit ervan te vrijwaren, moeten de minima verder verhoogd worden en moet de vervangingsratio - de verhouding tussen het pensioen en het loon of inkomen dat iemand tijdens zijn of haar loopbaan verdiende - verbeterd worden.
Volgens de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka steunt een derde van het wettelijk pensioen op niet-gewerkte periodes zoals ziekte, werkloosheid, tijdskrediet en brugpensioen.
BECQ: We mogen die gelijkgestelde periodes niet allemaal overboord gooien. Het gaat om maatschappelijke keuzes. Verlof om te zorgen voor een ziek gezinslid is sociaal relevant. Met brugpensioen moeten we dan weer zuinig omgaan. Dan hoeft het geen probleem te zijn dat die regeling wel meetelt voor het echte pensioen van een oudere werknemer die zijn baan verliest bij een collectief ontslag.
Of neem het tijdskrediet: de ene gebruikt het om een grote reis te maken, de andere om bij te scholen. In het eerste geval moet die periode geen pensioenrechten opleveren, in het tweede geval is dat veel meer te verantwoorden.
U stelt een 'carrièreplanningssysteem' (CPS) voor. Wat is dat?
BECQ: Vraag aan duizend mensen van 50 jaar en ouder of ze weten hoeveel hun pensioen zal bedragen, en slechts een klein aantal zal het antwoord kennen. In een CPS moeten alle gegevens over de loopbaan van iemand met de repercussies op het pensioen worden opgeslagen. Ook informatie over de opbouw van een aanvullend pensioen hoort daar bij. Daardoor kunnen mensen weten hoe het met hun pensioen gesteld zal zijn en hoe ze hun pensioenrechten eventueel nog kunnen verbeteren.
Minister Daerden laat onderscheid tussen de pensioenstelsels voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren ongemoeid.
BECQ: Wie nu voor de pensionering staat, moet de zekerheid hebben dat hij of zij het pensioen krijgt waarvoor als werknemer, ambtenaar of zelfstandige is gewerkt. Maar als in de toekomst wijzigingen aan de stelsels worden aangebracht, moeten ze dichter bij elkaar worden gebracht.
Ook CDenV is voor een veralgemening van het aanvullende pensioen.
BECQ: Mijn partij is voor een democratisering van die tweede pijler, maar niet voor een nationalisering. In het pensioenplan van de SP.A wordt voorgesteld om de aanvullende pensioenrechten van nieuwe werknemers in het wettelijk pensioensysteem onder te brengen. Wij zijn daar tegen. De eerste en tweede pijler moeten gescheiden blijven, maar samen een degelijk pensioen waarborgen.
