PME, het bedrijfstakpensioenfonds voor de grootmetaal, leed in het eerste kwartaal van dit jaar een beleggingsverlies van 1,4% doordat maatregelen die het fonds eerder nam om zich te beschermen tegen rentedaling, in plaats daarvan een domper zetten op de rendementen.
Onder druk van dalende aandelenprijzen en langetermijn rentestanden daalde de dekkingsgraad van PME drie procentpunt tot 87% tegen het einde van maart.
Eind 2008 had het fonds de vastrentende waardenallocatie verlaagd van 60% tot 54% en de allocatie aan aandelen van 20% tot 17% om zo 8% te kunnen alloceren aan een beschermingsconstructie die het fonds moest indekken tegen renteverlagingen. Deze zet kwam PME echter dit eerste kwartaal op een dubbel-groot verlies te staan. Het rendement bedroeg in het eerste kwartaal -1,4%, maar dat negatief rendement zou slechts -0,7% zijn geweest als het fonds niet had getracht mogelijke verliezen aan de verplichtingenkant af te dekken.
Tegen het einde van maart tekende PME voor zijn aandelenbeleggingen, ondanks een positief rendement van Amerikaanse aandelen in maart van 20%, een negatief rendement op van 7,9%. Vastrentende waarden rendeerden met 1,5% in de plus, maar de 9% allocatie aan vastgoed en de 12% alternatieve beleggingen leverden beide een negatief rendement op van –1%. De rentehedge kwam op een verlies van 0,7% te staan.
PME beheert de pensioenrechten van circa 680.000 deelnemers verbonden aan 1.250 voornamelijk grote en middelgrote ondernemingen. Ultimo 2008 was het belegd vermogen 18,7 miljard euro.