Parlementaire vraag van Peter Logghe, VB aan Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
Opnieuw toch een vrij alarmerend bericht uit de financiële wereld. Voor de eerste keer ooit leden de Belgische pensioenfondsen in 2008 enorm verlies, niet minder dan 20 %. De Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantie-wezen vraagt aan de fondsen in problemen om tegen het eind van februari 2009 met een dekkingsgraad beneden de 100 % een volledig en duidelijk herstelplan voor te leggen.
1. Hoeveel pensioenfondsen zijn er momenteel in België lopend?
2. Hoeveel verzekerden tellen die fondsen?
3. Hoeveel van die pensioenfondsen hadden eind 2008 een dekkingsgraad minder dan 100 %?
4. a) Hoeveel van de fondsen, van àlle pensioenfondsen en van die fondsen met een dekkingsgraad lager dan 100 %, moeten in 2009 beginnen de beloofde pensioenen uit te betalen?
b) Hoeveel in 2010?
c) Hoeveel in 2011?
5. a) Hoeveel verzekerden van die fondsen gaan in 2009 met pensioen?
b) Hoeveel in 2010?
c) Hoeveel in 2011?
6. a) Welke bedragen zullen de werkgevers in 2009 zelf moeten bijpassen om het gegarandeerd percentage van het loon aan de gepensioneerden uit te betalen?
b) Hoeveel in 2010 volgens de schattingen?
c) Hoeveel in 2011?
Antwoord: PDF nog niet beschikbaar
Duidelijkheidshalve dient te worden vermeld dat het hieronder gegeven antwoord betrekking heeft op de situatie van de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP's) naar Belgisch recht die hoofdzakelijk aanvullende pensioenregelingen voor werknemers beheren, als bedoeld in de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP). In een beperkt aantal gevallen beheren deze instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening wettelijke pensioenregelingen voor het statutair personeel van publiekrechtelijke entiteiten of rechtspersonen of pensioenregelingen voor zelfstandigen, als bedoeld in de programmawet van 24 december 2002. De onderstaande antwoorden gelden dus niet voor pensioen- of spaarformules die ten persoonlijke titel worden onderschreven buiten dienstverband.
1. Op dit ogenblik zijn er in België 250 instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening actief.
2. Deze instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening tellen op 31 december 2007 620.300 aangeslotenen, waarvan 430.251 actieve aangeslotenen, 136.872 aangeslotenen met uitgestelde rechten en 53.177 renteniers.
3. Bij het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening gaat de CBFA onder meer uit van de rekeningen en andere financiële documenten die de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening haar jaarlijks moeten bezorgen met toepassing van artikel 98, eerste lid, van de Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. Voor het boekjaar 2008 zullen er dus maar volledige gegevens over de volledige sector kunnen worden verstrekt rond half 2009. Gezien de uitzonderlijke situatie van de laatste maanden heeft de CBFA echter verschillende maatregelen genomen. Via haar mededeling CBFA_2008_23 van 9 december 2008 heeft de CBFA de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening gevraagd een proactieve houding aan te nemen. Wanneer zij een financieringstekort vaststellen of menen dat het boekjaar 2008 afgesloten zal worden met een dergelijk tekort, moeten zij aan de CBFA een herstelpan voorleggen vóór 28 februari 2009. De CBFA heeft ook contact opgenomen met de betrokken instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. Sommige van de gecontacteerde instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening hebben onmiddellijk de passende maatregelen genomen om het tekort aan te vullen. Andere instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening werden verzocht een herstelplan voor te leggen aan de CBFA. Nog andere hebben aangekondigd dat zij tot invereffeningstelling zullen overgaan, of dat zij voor dit tekort reeds een herstelpan hebben opgesteld. De dekkingsgraad van alle instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening samen bedroeg eind 2006 143 % en eind 2007 130 %. Zoals we hierboven hebben vermeld, zullen de gegevens voor het boekjaar 2008 maar gekend zijn rond half 2009. Op basis van de resultaten van een enquête verwacht de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI) voor 2008 een negatief rendement van ongeveer 20 %, waardoor de gemiddelde dekkingsgraad rond de 110 % zal komen te liggen. Er is sprake van een dalende tendens, en de verklaring hiervoor ligt in het feit dat de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening veel in aandelen beleggen. Er is overigens een tamelijk duidelijke correlatie waar te nemen tussen de economische cycli en het resultaat van de beleggingen van de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren dat de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening langetermijnverbintenissen beheren. De activa die deze verbintenissen dekken worden dus op lange termijn belegd, wat betekent dat het vooruitzicht van een beursheropleving het huidige tekort kan verminderen of zelfs volledig kan wegwerken. Dankzij deze lange termijn hebben de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening doorgaans geen liquiditeitsproblemen en zijn ze niet verplicht hun activa te verkopen. Veel instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening zijn zelfs nog altijd netto-investeerders.
4. De overgrote meerderheid van de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening keert vandaag al prestaties uit en zal dit ook verder blijven doen in 2009 en daarna. De CBFA beschikt niet over gegevens met betrekking tot de exacte tijdstippen waarop de prestaties verschuldigd worden.
5. Zoals gezegd beschikt de CBFA niet over gegevens met betrekking tot de exacte tijdstippen waarop de prestaties verschuldigd worden.
6. In principe worden er geen rechtstreekse betalingen door de werkgevers aan de gepensioneerden gedaan. De IBP neemt zelf het volledige bedrag dat verschuldigd is op basis van het pensioenreglement ten laste. Dit is ook zo indien de dekkingsgraad minder dan 100% zou bedragen. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat de meeste instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening op dit ogenblik netto-investeerders zijn, waardoor de kans dat zij in de periode 2009-2011 niet zouden kunnen voldoen aan hun verplichting tot uitbetaling van lopende of nieuw ingaande pensioenen, zeer beperkt is. Zo er zich op dat vlak een probleem zou voordoen zijn de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening ertoe gehouden om de CBFA daarvan onmiddellijk op de hoogte te brengen. Op heden heeft de CBFA geen signalen in die zin ontvangen.