Menigeen onder u zal het zich afvragen. Wat gebeurt er met mijn pensioen als de pensioenuitvoerder failliet gaat?
In de eerste plaats moet er dan een onderscheid worden gemaakt naar de soort van pensioenuitvoerder. Dat kan een verzekeringsmaatschappij zijn of een pensioenfonds.
Als we naar de eerste kijken geldt het volgende. Een verzekeringsmaatschappij kan net als iedere andere onderneming failliet gaan. Maar om dat te voorkomen zijn er maatregelen in het leven geroepen. Én er zijn maatregelen om de gevolgen van toch een faillissement voor u als verzekerde te voorkomen of verzachten.
Als uw pensioen verzekerd is bij een verzekeringsmaatschappij is vrijwel altijd gegarandeerd wat u op de pensioendatum gaat ontvangen, of dat nu een bepaald kapitaal is of een bepaalde uitkering. Daarvoor wordt steeds een premie betaald, door uw werkgever en door u samen.
Als een verzekeraar niet meer kan voldoen aan de verplichtingen tot uitkering van uw kapitaal of uw pensioentermijnen, dan kan een faillissement het gevolg zijn. Maar, voordat we elkaar in het kader van de kredietcrisis steeds verder de put in praten: hoe groot is die kans nu helemaal ?
Het Verbond van Verzekeraars heeft, zo kunt u terugvinden op de website van De Nederlandsche Bank (www.dnb.nl), een opvangregeling voor levensverzekeraars ontworpen. Die regeling beoogt kort gezegd een goede continuïteit van de verzekeringsportefeuille van de verzekeraar. En áls het dan toch nog mis gaat, dan grijpt vervolgens DNB in door te proberen de polissen van de noodlijdende verzekeraar onder te brengen van een wel solvabele verzekeringsmaatschappij. Dat betekent dat u geen nadeel zult lijden in uw pensioenpolis.
Voor de pensioenen die bij een verzekeringsmaatschappij zijn ondergebracht is er dus op dit moment geen aanleiding tot zorgen en paniek.
Dan het pensioenfonds. Ook een pensioenfonds kan, uiteindelijk, failliet gaan. Net zo goed als een verzekeraar, maar de kans dat een pensioenfonds failliet gaat is niet groter of kleiner dan de kans dat een verzekeraar failliet gaat. Niet zo groot dus.
Een pensioenfonds heeft in tegenstelling tot een verzekeringsmaatschappij echter wat andere ‘tools’ om het hoofd te bieden aan ‘spook’ van niet meer aan de verplichtingen kunnen voldoen. Zo kan een pensioenfonds de premie verhogen, waardoor werkgever en werknemer meer premie moeten gaan betalen voor hetzelfde pensioen. Daaraan ligt ook de gedachte van solidariteit tussen de deelnemers in een pensioenfonds ten grondslag.
Afgezien van hogere premies kan het pensioenfonds ook korten op de uitkeringen. Dat kan door het niet meer toekennen van indexeringen, maar ook door het ‘afstempelen’ van uitkeringen; het korten op de uitkeringen dus. En mochten al deze maatregelen geen zoden aan de dijk zetten, tja, dan kán een faillissement volgen. Ook daar zijn weer strikte voorwaarden in de wet aan verbonden en heeft ook de toezichthouder DNB een belangrijke rol. En altijd zal er met de hoogste prioriteit gekeken worden naar de uit te keren pensioen en hoe die zo veel als mogelijk veilig te stellen.
Tenslotte is er nog een groep werknemers in ons land die wel een bijzondere positie hebben bij een faillissement van een verzekeraar waar hun pensioen is verzekerd. Dat zijn namelijk de werknemers in loondienst van die verzekeraar. Het pensioen van die werknemers wordt dan immers door de werkgever zélf beheerd. En die gaat failliet. In die situatie heeft de Faillissementswet echter voorzien. Bij een ‘normaal’ faillissement zijn er boedelschulden en andere schulden. De boedelschulden worden als eerste betaald uit het geld wat er nog is. Vaak blijft er dan niets of heel weinig over voor de andere schulden. En, u begrijpt het al, als werknemer ressorteer je onder de andere schulden. Ten aanzien van de werknemers van een verzekeraar en de gepensioneerde werknemers van de verzekeraar nu heeft de wet bepaald, dat hun pensioen en toekomstige uitkeringen tot de boedelschulden behoren. En daarmee is dan dus de kans op behoud van de aanspraken aanzienlijk groter en beter. Zeker ook gezien de waarborgen die ik hierboven al aangaf vóórdat een verzekeraar failliet gaat.