woensdag 20 maart 2013

Pensioenleeftijd en pensionering

De vervroegde pensioenleeftijd wordt verhoogd van 60 naar 62 jaar. Zowel bij de wettelijke als bij de aanvullende pensioenen doet deze pensioenhervorming tal van vragen rijzen. Bij de wettelijke pensioenen valt voornamelijk op dat er niet steeds een concordantie bestaat tussen de verschillende stelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren). Bij de aanvullende pensioenen zijn heel wat stelsels gericht op de pensioenleeftijd van 60 jaar. Welke gevolgen heeft de verhoging naar 62 jaar?

Het actualiteitscollege valt uiteen in twee delen. In het eerste deel wordt een overzicht geboden van de notie pensioenleeftijd in de wettelijke pensioenen. De verschillende stelsels en overgangsmaatregelen worden besproken. Ook komen de verschillende knelpunten onder meer bij gemengde carrières uitvoerig aan bod. In het tweede deel wordt gekeken naar de aanvullende pensioenen. Hierbij zal veeleer worden gekeken naar de vraagstelling. Omdat er (nog) geen of veel minder wetsbepalingen bestaan, is de notie “pensioenleeftijd of pensionering” onderhevig aan tal van interpretatievraagstukken. Het opzet van het tweede deel is dan ook het overzichtelijk maken van deze interpretatievraagstukken.


Actualiteitscollege Leergang Pensioenrecht 19 Maart 2013



Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :