zondag 12 december 2010

Rechters steunen arbeiders

Vakbonden en werkgevers komen onder steeds grotere druk te staan van de rechtbanken om snel komaf te maken met de discriminatie van arbeiders.

De kans is levensgroot dat het Grondwettelijk Hof begin volgend jaar het onderscheid in sociaal statuut tussen arbeiders en bedienden discriminerend en dus ongrondwettig verklaard. De arbeidsrechtbank van Brussel heeft het Grondwettelijk Hof om prejudicieel advies gevraagd in een geding van GeorgesD. tegen zijn ex-werkgever, de kledingfabrikant Bellerose.

Inzet is een aanklacht van GeorgesD. tegen het discriminerende verschil tussen arbeiders en bedienden inzake opzegtermijnen en carensdagen (onbetaalde afwezigheid bij ziekte). Volgens ingewijden zal het oordeel van het Grondwettelijk Hof uiterlijk in maart 2011 vallen.

Het zou niet de eerste keer zijn dat de arbeidswetgeving op dit vlak ongrondwettig wordt verklaard. In 1993 deed het Arbitragehof, zoals het Grondwettelijk Hof toen heette, dat ook al. En in 2001 opnieuw. Toch zijn alle pogingen om de twee statuten te harmoniseren en een eenheidsstatuut voor alle werknemers in te voeren, sindsdien op niets uitgelopen. Het dossier arbeiders-bedienden wordt niet voor niets ‘het BHV van het sociaal overleg' genoemd.

Het is ondenkbaar dat de sociale partners en de federale overheid een derde veroordeling door het Grondwettelijk Hof naast zich neer kunnen leggen. Tegen maart volgend jaar moeten ze met een (onderhandelde) oplossing komen.

Ook de ‘gewone' arbeidsrechtbanken voeren de druk op. Zo werd Ford Genk deze week aangepakt omdat het een pak werknemers met het statuut van arbeider opdrachten laat uitvoeren die voor bedienden bestemd zijn. Volgens de vakbonden bij Ford overwegen tientallen arbeiders om naar de rechter te stappen.

Het dossier ligt op de onderhandelingstafel in het tweejaarlijkse loonoverleg tussen vakbonden en werkgevers. Optimisten geloven dat het overleg vóór Kerstmis afgerond kan worden, met een kaderafspraak over hoe het met de harmonisering van de statuten verder moet. Maar niet alle betrokkenen delen dat optimisme.

De knelpunten zijn bekend: de opzegtermijnen voor arbeiders zijn veel korter dan die voor bedienden; tussen beide groepen zijn er grote verschillen in loonopbouw, vakantieregelingen, ziektedagen en extralegale loonvoordelen (zoals aanvullend pensioen). Voor de vakbonden moeten de arbeiders tot op het niveau van de bedienden opgewaardeerd worden, voor de werkgevers mag hen dat niet meer kosten.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :