Op maandagnamiddag 6 december was de EPSCO-raad (ministers van Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken) gewijd aan de sociale materies. Deze tweede formele raad onder het Belgische voorzitterschap was de gelegenheid om het werk af te ronden dat de voorbije zes maanden rond verschillende thema's is gedaan.
Wat de pensioenen betreft is het nu meer dan vijf maanden geleden dat in het kader van het Belgische voorzitterschap de eerste ontmoeting plaatsvond tussen lidstaten om het pensioenthema te bespreken.
Het werk werd in juli aangevat, toen de uitdagingen op het vlak van pensioenen, namelijk de toereikendheid en de duurzaamheid van de pensioensystemen, werden aangesneden. Vervolgens werd het werk voortgezet tijdens de Pensioenconferentie die in september plaatsvond in Luik en die, niettegenstaande het subsidiariteitsprincipe, heeft uitgewezen dat de toereikendheid en de duurzaamheid van de pensioensystemen hand in hand gaan en bijgevolg samen moeten worden behandeld.
Tot slot dient de aandacht te worden gevestigd op de goedkeuring van de door het Belgische voorzitterschap voorgestelde conclusies, die het resultaat zijn van de eerder vermelde werkzaamheden en van de contacten met de lidstaten. Rekening houdend met de subsidiariteitsprincipes, snijden deze conclusies thema's aan zoals de mobiliteit van werknemers, en informatie, dialoog, veiligstelling, houdbaarheid en toereikendheid op het vlak van pensioenen, met andere woorden alle elementen die het welzijn van de ouderen kunnen helpen waarborgen, ongeacht hun situatie, hun geslacht of hun levensloop, zodat ze ongestoord van hun pensioen kunnen genieten.
Verder is er die dag een oriëntatiedebat gehouden over de welzijnsdrempel voor gepensioneerden.
In dit verband rijzen er drie vragen: Hoeveel? Hoe? Wanneer?
Wat dit betreft, heeft de Belgische Minister van Pensioenen M. Daerden een voluntaristische visie. Voor hem is het doel "voor zo veel mogelijk van onze ouderen een pensioen te waarborgen dat overeenstemt met de welzijnsdrempel, d.w.z. het mediaan inkomen van de werknemers in elke lidstaat, wat in België overeenkomt met 1500 euro netto per maand."
Hoe?
"Hoewel ik een fervent voorstander ben van de eerste pijler, lijkt het me evident dat een dergelijk pensioenniveau enkel kan worden bereikt door middel van de veralgemening van een tweede pensioenpijler, onderhandeld door de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers", zei M. Daerden hierover.
Waarna hij besloot:
Wanneer?
"Best zo snel mogelijk. Ik heb voorgesteld om ernaar te streven om de welvaartsdrempel voor zo veel mogelijk ouderen te bereiken tegen 2020, wat in dezelfde lijn ligt van de sociale doelstellingen van de Europa 2020-strategie."
Uit de twee documenten waarop ons debat tijdens deze EPSCO-raad van maandag 6 december was gebaseerd, het groenboek van de Europese Commissie en het gezamenlijk verslag van het Comité voor sociale bescherming en het Comité voor economische politiek, kunnen we volgens mij de volgende lessen trekken:
•eerst en vooral zijn de subsidiariteit en de diversiteit van de nationale pensioensystemen de twee elementen die de leidraad in ons werk moeten zijn.
•Een holistische aanpak die rekening houdt met de toereikendheid en de houdbaarheid van onze pensioensystemen wordt eveneens unaniem erkend.
•De rol van de open coördinatiemethode inzake sociale bescherming, die in het bijzonder op het vlak van de indicatoren zou kunnen worden versterkt, wordt door velen beklemtoond.
•Ik stel vast dat de crisiscontext, die het sociaal beleid bemoeilijkt, de lidstaten niet verhindert om alles in het werk te stellen om te zorgen voor een toereikend levenspeil voor hun ouderen.
•Hoewel onze systemen en praktijken verschillen, hebben we niet alleen gemeenschappelijke uitdagingen, maar ook gemeenschappelijke waarden en doelstellingen.