De pensioenkas van de gemeenten heeft de laatste twee jaar al 440 miljoen euro moeten putten uit haar reserves.
Hoewel de bijdragevoeten spectaculair zijn verhoogd, heeft de pensioenkas van de gemeenten (RSZPPO) zowel in 2009 als 2010 zo'n 220 miljoen euro uit haar reserves moeten putten om de pensioenen van het vastbenoemde gemeentepersoneel te kunnen betalen.
De overwegend grotere gemeenten die pas onlangs tot de kas zijn toegetreden (omdat ze vroeger een eigen pensioensysteem mochten hebben), de zogeheten 'pool 2', hebben nog 96 miljoen euro aan 'egalisatiereserves'. Maar die zullen niet volstaan om het tekort van volgend jaar te dekken. Intussen bereiken de 'sociale bijdragen' die de gemeenten daarvoor moeten betalen, ongekende hoogten. (Die bijdrage wordt berekend als een percentage van de salarissen die ze betalen aan werkende vastbenoemden.) De bijdragen van 'pool 2' zijn de jongste jaren al opgetrokken van 34,5 over 37 naar 40 procent. Ze zouden tot 48,5 procent moeten stijgen om niet uit de reserves te hoeven putten.
Voor 'pool 1', de overwegend kleinere gemeenten die van oudsher bij de pensioenkas zijn aangesloten, stegen de bijdragevoeten van 27,5 over 30 naar 32 procent. Maar eigenlijk is 38,5 procent nodig. Dat blijkt uit de antwoorden die Kamerlid Maggie De Block (Open VLD) kreeg op parlementaire vragen.
Dat de bijdragevoeten zo hoog zijn, heeft te maken met de hogere pensioenen van het vastbenoemde overheidspersoneel. Bovendien gaan nu 'grote generaties' van vastbenoemden die in de sixties en seventies zijn aangeworven, met pensioen. Ze doen dat ook almaar meer op hun zestigste, en dus niet op 65 jaar.
Maar er is nog een reden: ontwijkgedrag. Gemeenten werven almaar minder vastbenoemden aan en almaar meer 'contractuelen'. Die zijn goedkoper en flexibeler. Al 200.000 van de 350.000 personeelsleden van de lokale besturen (56 procent) zijn contractuelen. Voor hen betalen de gemeenten sociale bijdragen aan de sociale zekerheid van de privésector.
Voor de pensioenen van de vastbenoemden (55.000) betalen de gemeenten een percentage op de salarissen die ze betalen aan het slinkende aantal werkende vastbenoemden (144.000). De bijdragevoeten stijgen zo almaar door: straks tot 38,5 en 48,5 procent.
De sociale partners van de lokale besturen -vakbonden en werkgeversorganisaties- hebben al enkele jaren een voorstel klaar om de financiering van de pensioenen aan te passen. Dat akkoord onder de sociale partners voorziet in een basisbijdragevoet en een responsabiliseringsbijdrage voor de gemeenten die de ontwijktruc veel toepasten. De aftredende regering is er niet in geslaagd dat in een wet om te zetten.
De reserves van de RSZPPO omvatten vandaag nog 96 miljoen euro aan egalisatiereserves voor Pool 2, maar die zullen in de loop van 2011 opraken. Daarnaast Naast de 96 miljoen egalisatiereserves voor 'pool 1' zijn er nog algemene socialezekerheidsreserves: 350 miljoen euro voor 'pool 2' (die hoogstens volstaan tot 2012) en 650 miljoen euro voor 'pool 1'.