Het leven begint bij 40, maar het echte geluk bij 55. De mensen tussen de 40 en 55 hebben te veel geldzorgen om het echte geluk te vinden. Dat blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van de Britse internetbank First Direct onder haar cliënten is gehouden.
Mensen die de middelbare leeftijd naderen, zijn het meest gefrustreerd. Tussen 55 en 65 zijn de mensen gelukkiger, omdat ze de pensioenleeftijd naderen, hun hypotheken voor een groot gedeelte hebben afbetaald en thuis op slippers kunnen gaan lopen. Ze voelen zich veel minder opgejaagd. De 65-plussers zijn het gelukkigst.
De bank heeft zijn cliënten ingedeeld in leeftijdscategorieën van tien jaar en heeft die daarna gevraagd naar hun financiële positie en welbevinden.
De generatie die is geboren tussen 1945 en 1955, de zogenoemde babyboomers, hebben de zaakjes goed voor elkaar. De generatie die tussen 1956 en 1965 is geboren, de babygloomers genoemd, hebben problemen om hun schulden af te betalen en moeten tegelijkertijd zorgen voor hun eigen kinderen als voor hun ouders. Minder dan 40 procent in die leeftijdscategorie is volledig tevreden, 12 procent is heel erg ontevreden.
Bij de mensen tussen de 55 en 65 jaar noemt 52 procent zich volledig gelukkig en tevreden. De grootste zorg is nog of er voldoende geld overblijft voor het pensioen.
De 65-plussers – misschien wel de laatste generatie die een volledig pensioen geniet – zijn het meest gelukkig. Liefst 71 procent geniet optimaal. Zij hebben ook de meeste reislust. Een op de tien reist meer dan drie maanden per jaar. ‘De eerste babyboomgeneratie mag de gouden generatie worden genoemd’, zegt Paul Say van First Direct Bank. ‘De mensen die tien jaar later zijn geboren, hebben meer last van werkdruk en financiële problemen. Driekwart van hen houdt er rekening mee dat ze moeten doorwerken tot na hun 65ste.’