zaterdag 17 juli 2010

OESO: Pensioenfondsen wereldwijd nog stevig in de min

Pensioenfondsen wereldwijd hebben zich nog niet helemaal hersteld van de kredietcrisis, zo blijkt uit een deze week verschenen rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De pensioenfondsen in de OESO-landen hebben sinds eind 2007 1.500 miljard dollar goedgemaakt van het verlies van 3.500 miljard dat was ontstaan door de kredietcrisis. Hun totale vermogen bedroeg eind 2009 16.700 miljard dollar, negen procent minder dan twee jaar eerder.

De verschillen tussen de pensioenfondsen in de OESO-landen zijn groot. In Hongarije en Polen hebben de pensioenfondsen zich uitstekend hersteld; ze zijn er nu een kwart rijker dan voor de kredietcrisis. Ook de pensioenfondsen in Nieuw-Zeeland (+11%), Noorwegen (+9%) Oostenrijk (+4%) en IJsland (+3,5%) staan er inmiddels beter voor dan twee jaar geleden. De Nederlandse pensioenfondsen presteerden goed in 2009 – met een groei in het vermogen van 17 procent - , maar slaagden er niet in het eerdere verlies geheel te compenseren.

In de meeste ontwikkelde landen vormen vastrentende waarden het grootste deel van de portefeuille. Uitzonderingen zijn onder meer Groot-Brittannië, Ierland, Australië, Finland en de VS, waar aandelen de hoofdmoot zijn. Over alle internationale pensioenfondsen samen gerekend nam het percentage aandelen in de portfolio tussen 2008 en 2009 gemiddeld licht toe: van 39,1 naar 40,4 procent. Maar ook hier zijn de verschillen groot. Zo verminderden pensioenfondsen in Australië (-3,5%), Nederland (-1,2%) en Luxemburg (-11,4%) hun belang in aandelen. In Noorwegen, Polen, Finland en Oostenrijk namen pensioenfondsen juist belangrijk grotere posities in aandelen. Het feit dat er internationaal zulke grote verschillen in beleggingsstrategie waren, doet de OESO twijfelen aan de stabiliserende invloed van pensioenfondsen in de markt.

Nederland neemt in verschillende opzichten een opvallende positie in. Zo heeft Nederland relatief gezien het meeste geld in pensioenfondsen: 130 procent van het Bruto Binnenlands Product. Beduidend meer dan IJsland (118%) en Australië (82%). Het gemiddelde in de OESO-landen ligt nog veel lager op 67 procent. Nederlandse pensioenfondsen vallen ook op door hun activiteiten in ‘alternatieve’ beleggingen zoals hedgefunds, private equity, vastgoed en grondstoffen. De OESO verwacht dat pensioenfondsen wereldwijd steeds meer in alternatieve beleggingen zullen stappen om hun verplichtingen te kunnen nakomen. Vooral hedge funds en beleggingen in derivaten zullen snel populairder worden.

Grotere toekomstige rendementen zijn voor veel pensioenfondsen bittere noodzaak. De OESO constateert dat de dalende beurzen en de lage rente voor een forse onderdekking gezorgd hebben bij met name pensioenfondsen van beursgenoteerde ondernemingen. Gemiddeld hadden ondernemingspensioenfondsen met een defined benefitregeling eind vorig jaar 26 procent te weinig vermogen om aan hun verplichtingen te voldoen. Dat was meer dan in 2008 (23%) en beduidend meer dan in 2007 (13%).
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :