zondag 7 maart 2010

Schriftelijke vraag nr. 4-7108 van Pol Van Den Driessche (CD&V) d.d. 5 maart 2010 aan de minister van Pensioenen en Grote Steden Pensioenhervorming - Overlevingspensioen - Cumul met een wedde

Vraag nr. 4-7108 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)
Naar aanleiding van het wetsvoorstel 4-1594/1 - 2009/2010 tot wijziging van het bestraffingmechanisme van de overschrijding van de toegestane cumul van het overlevings- en rustpensioen met een beroepsinkomen, dat ik vorig jaar indiende samen met mijn collega Els Schelfhout, word ik geconfronteerd met aangrijpende verhalen. Het wetsvoorstel kan bijdragen voor een oplossing van schrijnende situaties.

Ik geef een concreet voorbeeld om het probleem te illustreren.

Een man verliest op negendertigjarige leeftijd plots zijn vrouw en blijft achter met hun enige dochter. Zijn vrouw was de belangrijkste kostwinner. Hij werkt slechts deeltijds. Na het overlijden van zijn vrouw wordt hij echter geconfronteerd met de financiële gevolgen van het verlies. Het gezinsinkomen daalt in concreto met 75 %, terwijl de kosten hetzelfde blijven. Daarom vraagt de man het overlevingspensioen aan.

De regelgeving hieromtrent beantwoordt echter niet langer aan de noden van de hedendaagse samenleving. Weduwen en weduwnaars die wensen bij te verdienen bovenop hun overlevingspensioen, dreigen het pensioenbedrag te verliezen door de beperkingen inzake de toegelaten arbeid. Anders gezegd: de man dient zijn beroepsactiviteit drastisch terug te schroeven. Zoniet dreigt hij (ten minste een deel van) zijn overlevingspensioen te verliezen.

Mijn inziens betreft het hier een ongerijmdheid, die daarenboven zorgt voor onrechtvaardige gevolgen. In deze fase van zijn leven kan en wil de man veel werken. Op zijn jonge leeftijd kan hij fysiek een voltijdse job aan, vindt hij veel steun uit de sociale contacten met collega's, en bovenal, heeft hij een afdoend inkomen nodig voor de opvoeding van zijn (gehandicapte) dochter. Door de bestaande wetgeving inzake cumul beroepsinkomen en overlevingspensioen wordt hem dit echter onmogelijk gemaakt.

Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de cumul van een overlevingspensioen met een job kan leiden tot een hogere werkgelegenheidsgraad (en een terugdringen van de uitkeringsvallen). Dat heeft volgens mij voordelen voor zowel de betrokken groepen als voor de overheid. Extra inkomsten uit arbeid leiden tot hogere ontvangsten voor de sociale zekerheid en de overheid.

Ik stel ook vast dat het Groenboek, waarin de geachte minister de uitdagingen van de pensioenhervorming beschrijft, slechts ruimte laat voor kleine aanpassingen. Ik hoop dan ook dat het eindrapport van de Nationale Pensioenconferentie, dat in juni 2010 verschijnt, zal resulteren in een afdoende conclusie.

Na de beschrijving van bovenstaand schrijnend voorbeeld, wil ik graag de volgende vragen stellen:

1. Op welke manier kan verholpen worden aan zulke schrijnende situaties? Welke stappen zal hij nu reeds ondernemen?

2. Neemt hij de problematiek van de cumul op tijdens de besprekingen van de Nationale Pensioenconferentie?

3. Zal hij in het Witboek concrete aanbevelingen en oplossingen aanreiken om tegemoet te komen aan schrijnende situaties zoals hierboven beschreven?


Chronologie
5/3/2010 Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010 )
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :