Veel mensen die recht hebben op het ‘leefloon voor gepensioneerden' (IGO), krijgen het niet.
Een pak mensen heeft recht op de IGO, de inkomensgarantie voor ouderen (zeg maar het leefloon voor gepensioneerden), maar ze krijgen ze niet, tenzij ze zelf ontdekken dat ze er recht op hebben en ze aanvragen. Dat klaagt de ombudsdienst pensioenen aan in zijn jaarverslag.
Wie 65 is en een heel laag pensioen heeft, kan een aanvulling krijgen tot bijna 600 euro per maand per persoon voor samenwonenden, of tot bijna 900 euro voor alleenstaanden. Die inkomensgarantie voor ouderen (IGO), of leefloon voor gepensioneerden, heette vroeger het gewaarborgd minimuminkomen.
Voor wie op zijn 65ste met pensioen gaat, berekent de pensioendienst dat automatisch en kent hij het ook automatisch toe. Zo hoort het ook volgens de Europese regels.
Wie vóór zijn 65ste met pensioen gaat of moet gaan, heeft er recht op vanaf de dag dat hij 65 wordt, maar hij krijgt het maar als hij het zelf aanvraagt. Veel mensen met een laag pensioen weten niet eens dat ze er recht op hebben. En de pensioendienst voert ook geen grote campagnes om mensen attent te maken op dat recht. Dat komt er feitelijk op neer dat ze die hogere uitkering voor de allerzwaksten, het IGO, als het ware verborgen houden. Dat is een schande, omdat bekend is dat 23 procent van de gepensioneerden in armoede leven.
De pensioendienst (RVP) kan vrij makkelijk zelf berekenen wie ervoor in aanmerking komt, zeggen de ombudsmannen Tony Van Der Steen en Jean Marie Hannesse. Ze stellen voor dat de pensioendienst dat voortaan doet.
De ombudsmannen hebben nog een tweede suggestie. En dat is ook een terechtwijzing van de pensioendienst die het werken na het pensioen afremt.
Werknemers die na hun pensionering opnieuw een tijd aan de slag gaan en dan opnieuw met pensioen gaan, krijgen geen herberekening van hun pensioen. Zelfstandigen krijgen dat wel en dat is ook eerlijk: wie meer jaren heeft gewerkt, mag dit voelen in het pensioen. Tot 2008 gebeurde dat ook voor werknemers, maar in 2008 wijzigde de pensioendienst de ‘interpretatie van de regels'.
Kamerlid Ben Weyts (N-VA) klaagde dit al aan in het parlement en kreeg, verrast, gelijk van pensioenminister Michel Daerden (PS), die doorgaans alle vragen doorverwijst naar de nationale pensioenconferentie. In dit dossier was hij kort en krachtig en zei hij dat hij de pensioendienst de opdracht gaf dit recht te trekken.
De ombudsdienst beveelt de onderscheiden pensioendiensten ook aan dezelfde intrestvoet te hanteren als ze te laat betalen. De ene betaalt 5,5 procent intrest per jaar, de ander 7 procent, zoals de wet voorschrijft (al kan de vraag gesteld worden of 7 procent nog ‘normaal' is tijden als deze).
De ombudsdienst kreeg dit jaar minder klachten binnen. Dat zou moeten betekenen dat de pensioendiensten beter werken. Waarnemers zeggen dat dit globaal genomen juist is.
http://www.ombudsmanpensioenen.be/
