vrijdag 12 maart 2010

Liever multi-opf dan fiduciair?

J.P. Morgan publiceerde onlangs een onderzoek naar de relatie tussen middelgrote Nederlandse pensioenfondsen en hun bewaarbanken. Het onderzoek bestond onder meer uit een enquête onder 40 middelgrote pensioenfondsen. Van de respondenten was 80% ondernemingspensioenfonds.

“Uit het onderzoek komt een aantal interessante gegevens naar voren,” zegt John Gout, hoofd business development en relatiebeheer voor J.P. Morgan in de Benelux.

Wat opvalt is bijvoorbeeld dat pensioenfondsen in Nederland erg ‘honkvast’ zijn als het gaat om hun custodian. Gout: “Ze veranderen maar eens in de veertien jaar van bewaarbank, terwijl pensioenfondsen in het buitenland gemiddeld elke acht jaar aan een andere custodian toe zijn. Het feit dat er pas na 14 jaar wordt gekeken hoe de provider het doet qua risk, control, kosten en processing is iets dat zou scherper moeten worden gemanaged door de pensioenfondsen.”

Bovendien wordt de markt in Nederland gedomineerd door twee bewaarbanken die 82% van het vermogen van de middelgrote fondsen in custody hebben. Hoewel JP Morgan geen namen wil noemen, gaat het hier om Kas Bank en BNY Mellon.

Risico’s in de kijker
Een tweede opmerkelijke bevinding is dat de helft van de pensioenfondsen in de crisis aanleiding ziet om iets aan de risicobeheersystemen of governance rond risicomanagement te veranderen. “Vanuit het perspectief van een custodian is dat interessant, omdat we een aantal diensten kunnen bieden die de governance rond het risicobeheer bij pensioenfondsen kunnen verbeteren, terwijl daar op dit moment nog niet optimaal gebruik van wordt gemaakt,” let Gout uit. “Het gaat daarbij om ‘compliance monitoring’, waarbij de bewaarbank controleert of de externe managers precies doen wat in de vermogensbeheerovereenkomst is bepaald, of hun governance voldoet en of ze zich conformeren aan richtlijnen op het gebied van verantwoord beleggen.”

Volgens Gout wordt van deze mogelijkheid geen optimaal gebruik gemaakt, met name vanuit kostenoverwegingen: “Tot nog toe was men niet snel bereid om voor dit soort controlemogelijkheden wat extra geld uit te geven.” Door het gestegen risicobewustzijn en de nieuwe waardering voor een gedegen risicobeheer zou de belangstelling voor compliance monitoring diensten wel eens toe kunnen nemen.

Datzelfde risicobewustzijn heeft nog een ander gevolg: zo blijkt uit het onderzoek dat 84% van de pensioenfondsen zich niet meer inlaat met het uitlenen van effecten. “Voorheen draaide de discussie rond het uitlenen van effecten maar om twee dingen: het pensioenfonds wilde weten wat ‘securities lending’ ze op zou leveren, en wat het zou kosten. De risico’s kwamen pas op de derde plaats,” zegt Gout. “Nu is dat precies het tegenovergestelde.”

Gout vindt het geen goede zaak dat men nu ineens helemaal niet meer aan het uitlenen van effecten willen doen. “Dat is jammer, want daarmee lopen fondsen wel degelijk een bron van inkomsten mis.” Hij ziet echter dat pensioenfondsen voorzichtig weer belangstelling beginnen te tonen, “en in de huidige markt worden wel de juiste vragen gesteld en is men zeker geinteresseerd is in risico’s ten aanzien van securities lending.”

Liever Multi-Opf
Een andere opmerkelijke uitkomst van het onderzoek is dat het fiduciaire landschap aan het veranderen is. Zo’n 40% van het pensioenvermogen van middelgrote pensioenfondsen in Nederland wordt fiduciair beheerd. Hiervan is 38% ondergebracht bij een enkele beheerder. Volgens Gout betreft het “één van de grootste aanbieders” – uit betrouwbare brom maakt IPN op day het om Mn Services gaat. De overige 62% is verdeeld over zeven andere fiduciair managers. Aangezien er enkele jaren geleden rond de 25 fiduciair beheerders actief waren in de Nederlandse markt, ontstaat de indruk dat het aantal actieve aanbieders terugloopt.

Daarbij komt nog dat de belangstelling voor fiduciair beheer bij pensioenfondsen die nog geen fiduciair beheerder hebben, miniem is. Geen van de 40 ondervraagde individuele fondsen heeft een fiduciaire oplossing; alle fondsen geven aan dat de kans dat ze binnen 1 – 2 jaar tijd op fiduciair beheer overstappen minder is dan 25% en 33% van de respondenten zegt dat er geen enkele kans is dat dit gebeurt.

Uit de enquête blijkt voorts dat het vormen van een zogenaamde ‘multi-opf’ als aantrekkelijk alternatief wordt gezien voor fiduciair beheer. Een meerderheid van de respondenten gaf aan dat men de mogelijkheden voor een multi-opf aan het bekijken is, en men lijkt de voorkeur te geven aan het multi-opf model boven het fiduciair management model.

“De belangstelling voor de multi-opf bevindt zich nog in de verkennende fase, maar als de eerste ondernemingspensioenfondsen eenmaal samen gaan, is onze indruk dat er er zeker meerdere zullen volgen,” zegt Gout. Dat brengt ook de markt voor bewaardiensten in beweging, “die diensten kunnen dan immers ook worden geconsolideerd.”

Gout meent overigens dat het vormen van een multi-opf een fiduciair mandaat niet uitsluit: “Een en ander kan ook goed samengaan.”
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :