dinsdag 23 maart 2010

Bijna helft Belgen heeft het moeilijk om rond te komen

Maar liefst 44 procent van de Belgen had in 2008 moeite om rond te komen. Dat is tien procent meer dan het jaar ervoor.

In 2008 had 44 procent van de Belgen moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat meldt de FOD Economie op basis van een Europese enquête. In 2007 bedroeg dat aantal nog 34 procent. Maar liefst 21 procent van de ondervraagden geeft aan 'moeilijk' of 'zeer moeilijk' rond te komen, 23 procent komt 'eerder moeilijk' rond.

Onderwijsniveau
Ongeveer 1 op 7 Belgen loopt een verhoogd risico op armoede. Dat wil zeggen dat er in het gezin per hoofd niet meer dan 899 euro per maand beschikbaar is. Vooral 65-plussers (21,3 procent) en alleenstaande ouders (39,5 procent) hebben een opvallend hoger risico om in de armoede te verzeilen.

Verder blijkt dat werk een belangrijke buffer is tegen armoede. Het armoederisico van werklozen is zeven keer hoger dan dat van de werkenden. Ook het onderwijsniveau beïnvloedt het armoederisico. Bij personen zonder diploma of met een diploma lager onderwijs ligt het risico twee keer hoger dan bij personen met een diploma secundair onderwijs en bijna drie keer hoger dan bij personen met een diploma hoger onderwijs.

Onverwachte uitgave
Voor 24,1 procent van de mensen die boven de armoedegrens leven is het onmogelijk om één keer per maand vrienden te ontvangen. In dezelfde groep is het voor 39,5 procent niet mogelijk om een onverwachte uitgave van 800 euro binnen de week op te vangen.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :