dinsdag 23 februari 2010

Daerden steekt tweede pijler in keurslijf

Als het van federaal minister van Pensioenen Michel Daerden (PS) afhangt, wordt de tweede pensioenpijler voor contractuele ambtenaren in een vrij strak juridisch kader gestoken. Dat blijkt uit het wetsontwerp van de minister waarop De Tijd de hand kon leggen.

Vooral de gemeenten zullen waarschijnlijk niet zo gelukkig zijn. Ze krijgen geen ruimte om een eigen beleid te voeren, terwijl ze daar wel op aandringen. Tegelijk pakt de minster de (slechte) gewoonte aan om contractuele ambtenaren in een late fase van hun loopbaan vast te benoemen. De gemeenten die dat doen, zullen zelf moeten opdraaien voor de extra kostprijs voor de pensioenen die veroorzaakt wordt door die beslissing.

Honderdduizenden personeelsleden van de overheid hebben tegenwoordig een privaat werknemersstatuut. Bij de lokale overheden zjin die contractuelen zelfs in de meerderheid. Ze krijgen een veel lager wettelijk pensioen dan hun statutaire collega’s. Een aanvullend pensioen kan die kloof verkleinen. Maar, zoals Daerden zelf in de memorie van toelichting bij de wet schrijft, lukte het tot nu toe niet daarvoor een juridisch kader vast te leggen. Vooral aan Vlaamse kant wordt daar niet meer op gewacht om systemen uit te werken. De cao voor de Vlaamse gemeenten maakt zo’n tweede pijler verplicht tegen 2013.

De al bestaande stelsels mogen van de minister blijven bestaan. Maar elk nieuw initiatief zal gebonden zijn aan een reeks regels.

Drie trappen

Daerden vertrekt in zijn kaderwet van een drietrapssysteem. Voor de hele openbare sector moet een intersectoraal minimum worden vastgelegd door het overkoepelende overlegcomité A. Het ontwerp suggereert dat een minimum van 1 procent van de loonmassa voor alle ambtenaren naar een aanvullend pensioen moet vloeien.

Per overheidsniveau kunnen er ook sectorale plannen komen. Voor de lokale besturen wordt vertrokken van de regionale subcomités voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.

Daarbovenop kan de individuele werkgever nog iets bijleggen. Maar die vrijheid geldt enkel voor ‘overheidsinstellingen’ (bijvoorbeeld intercommunales). Openbare besturen moeten zich aan het sectorale kader houden. De minister wil daarmee concurrentie tussen de gemeenten vermijden. Hij negeert daarmee de vraag van de gemeenten om voldoende autonomie, zodat ze een beleid kunnen uitwerken dat aansluit bij hun draagkracht en behoeften.

Het ontwerp legt nog een reeks voorwaarden op. Het aanvullend pensioen kan enkel als rente worden uitbetaald, en niet als kapitaal. Het mag enkel met patronale bijdragen worden gefinancierd. Bij de financieringswijze kan men kiezen tussen een omslagstelsel of een collectieve kapitalisatie. Individuele kapitalisatie mag niet.

De overheden kunnen wel kiezen tussen een systeem dat steunt op een vaste bijdrage of op een te bereiken doel, waarbij de bijdrage in functie daarvan kan worden aangepast. Bij een vaste bijdrage moet het minimumrendement 3,25 procent bedragen.



Failliet

Het wetsontwerp gaat verder dan alleen maar het regelen van de tweede pijler van de contractuelen. Het tracht ook een einde te maken aan een praktijk die het failliet dreigde te betekenen van de aparte pensioenkas van de statutaire lokale ambtenaren, de RSPPO. Gemeenten maken contractuele ambtenaren nu vaak statutair in de laatste jaren van hun loopbaan. Daardoor krijgen ze een volwaardig ambtenarenpensioen, terwijl er amper bijdragen voor betaald zijn. Lokale besturen en parastatales die die ‘truc’ nog uithalen, moeten voor die personeelsleden met terugwerkende kracht het verschil bijpassen tussen de al gestorte bijdragen voor het werknemerspensioen en de bijdragen die gelden voor het ambtenarenpensioen.

Enkel de eerste vijf jaar van de loopbaan van de ambtenaar zijn vrijgesteld van die regel. De overheden kunnen voor die opleg wel de reserves aanwenden die aangelegd zijn voor het aanvullend pensioen van het statutair gemaakte personeelslid. Want het is niet de bedoeling dat die tweede pijler uitbetaald wordt boven op een ambtenarenpensioen.


Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :