Samen met de verlenging van de crisismaatregelen werd heel specifiek voor de ontslagen arbeiders voorzien in een forfaitaire crisispremie.
1 Algemeen
Meer specifiek gaat het om een arbeidsovereenkomst die door de werkgever wordt beëindigd, zonder dringende reden, met of zonder naleving van een opzeggingstermijn. De beëindiging wordt ter kennis gebracht tussen 1/1/10 en 30/6/10 bij een ter post aangetekende brief of bij gerechtsdeurwaardersexploot.
Deze premie komt bovenop de normale opzegtermijnen of -vergoedingen.
Deze premie wordt niet toegekend wanneer de arbeidsovereenkomst als volgt wordt beëindigd:
- tijdens de proefperiode;
- met het oog op pensionering;
- met het oog op brugpensioen;
- in het kader van collectief ontslag en de arbeider kan zich inschrijven in een tewerkstellingscel met outplacement en met inkomensgarantie (voor 3 maanden voor -45 jarigen en voor 6 maanden voor + 45 jarigen).
2 Wie betaalt wat
De forfaitaire premie bedraagt 1666 EUR voor een voltijds tewerkgestelde arbeider en is vrij van belastingen en RSZ. Met andere woorden deze premie is een nettobedrag voor de werknemer. Voor iemand die deeltijds tewerkgesteld was, wordt deze premie verminderd in verhouding tot de arbeidsprestaties voorzien in de arbeidsovereenkomst ten aanzien van een voltijdse werknemer.
Op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt, wordt een gedeelte van de forfaitaire crisispremie, gelijk aan 555 EUR (of +- 33%), ten laste genomen door de werkgever of liever terugbetaald aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA). De RVA neemt het overige deel van 1111 EUR (of +- 66%) voor zijn rekening (pro rata voor deeltijdsers).
Gebeurt de beëindiging niet via een ter post aangetekende brief noch bij gerechtsdeurwaardersexploot, dan zal de werkgever de volledige forfaitaire crisispremie (1666 EUR) moeten betalen. Let op bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door verbreking. Ook de verbreking moet bij aangetekende brief bevestigd worden en heeft pas uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending. De werknemer moet verder tewerkgesteld worden tot de derde werkdag volgend op het versturen van de aangetekende brief en voor die periode dus ook loon ontvangen.
3 Vrijstelling van betaling
De werkgever is echter vrijgesteld van het betalen van zijn deel van de forfaitaire crisispremie, met andere woorden de RVA betaalt alles in de volgende gevallen:
- wanneer de werkgever ten aanzien van de arbeider in 2010 een maatregel van collectieve arbeidsduurvermindering of crisistijdskrediet toepast;
- wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst voor de arbeider in 2010 schorst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, in functie van zijn arbeidsregeling, gedurende een periode van 4 weken bij minder dan 20 jaar anciënniteit en gedurende een periode van 8 weken bij ten minste 20 jaar anciënniteit. De anciënniteit moet bereikt zijn op het ogenblik van de kennisgeving van de opzeg.
Voor ondernemingen met minder dan 10 werknemers en die economische moeilijkheden kennen, kan de Commissie Ondernemingsplannen, op aanvraag van de werkgever, in een afwijking voorzien. De nadere modaliteiten worden door de Koning verder uitgewerkt.
4 Verdere uitwerking
De modaliteiten betreffende de betalingstermijnen van de premie door de RVA, evenals de nodige documenten die gebruikt moeten worden, zullen nog door de Koning verder uitgewerkt worden.
Bron :
Wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen (I) BS 31december 2009, geldig van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010