Mensen die aangesloten zijn bij een collectieve pensioenverzekering hebben een lagere sterftekans dan het landelijk gemiddelde. Dat blijkt uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek. Vooral verzekerde vrouwen hebben een lagere sterftekans.
Volgens statisticus Alex Hoen liggen de zaken echter genuanceerder dan de cijfers van het Centrum van Verzekeringsstatistiek laten zien. Hoen meent dat mensen met een collectieve pensioenverzekering doorgaans mensen zijn met een baan. Daardoor omvat het verzekerdenbestand relatief veel `gezonde mensen` en minder mensen die arbeidsongeschikt zijn. De cijfers moeten verder genuanceerd worden, omdat meer mannen dan vrouwen gebruik maken van een collectieve pensioenverzekering.
Daarnaast kennen veel verzekeringen zogenaamde `slapers`. Slapers zijn mensen die ergens een stuk pensioen hebben opgebouwd en dat hebben laten staan toen ze naar een andere werkgever gingen. Hierover heeft de slaper geen premie meer hoeven te betalen. Pas bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd gaat de verzekeraar tot uitkering over. Als dan blijkt dat de verzekerde overleden is, telt dit feit pas mee in de sterftecijfers.