vrijdag 4 december 2009

‘Pensioensparen holt solidariteit uit’


Pensioensparen met overheidsgeld stimuleren is niet verantwoord, argumenteren Tanguy Isaac en Bernard Swartenbroekx, doctoraatsstudenten aan de universiteit van Louvain-La-Neuve. Het systeem bevoordeelt de rijken, zet de solidariteitsmechanismen op de helling, moedigt risicovolle beleggingen aan en holt de klassieke overheidspensioenen uit.

Door Bram Souffreau

Het pensioensparen vormt de derde pijler van het Belgische pensioensysteem. De burger wordt in die pijler verantwoordelijk voor het opbouwen van zijn eigen pensioen. Hij spaart geld waarvan hij vanaf zijn zestigste mag profiteren. De overheid geeft de burgers een duwtje in de rug door voor elke gespaarde euro een belastingvermindering van 30 à 40 cent te geven. Op dit ogenblik mag de belastingplichtige maximaal 870 euro inbrengen. Op het einde van de rit geniet de spaarder ook van voordelige belastingtarieven om het geld op te halen.

De twee andere pijlers zijn het klassieke pensioensysteem via de overheid en het collectieve pensioensparen in bedrijven.

Isaac en Swartenbroekx namen de derde pijler onder de loep en besloten dat de overheid ten onrechte het pensioensparen stimuleert. In oktober publiceerden ze een opiniestuk in La Libre Belgique. Hun kritiek situeert zich op drie vlakken:

De kostprijs voor de overheid.
De ongelijkheid van het systeem.
De politieke beslissingen.

Eind 2008 waren 2,1 miljoen Belgen in een pensioenspaarsysteem gestapt. Het bedrag waarvoor ze belastingvermindering vroegen, bedroeg 1,5 miljard euro. De budgettaire kost voor het pensioensparen liep op tot 471,4 miljoen euro. Voor het alternatief van langetermijnsparen met individuele levensverzekering ging het om 224,5 miljoen euro. De kostprijs komt ongeveer overeen met 0,25 procent van het bruto binnenlands product, rekent Swartenbroekx snel uit.

“Door het pensioensparen dalen de fiscale inkomsten. Dat leidt tot een ironisch effect: de overheid moet meer geld lenen terwijl pensioenfondsen net in die overheidsschulden investeren en hun fondsen zo laten renderen”, merkt Swartenbroekx op. “Is dat wel verstandig omgaan met gemeenschapsgeld?”

Geen scrupules

Volgens de twee doctoraatstudenten moet ook de reddingsoperatie van de banken in rekening gebracht worden. “De overheid voelt zich verplicht de banken te redden met miljarden euro’s steun en garanties omdat de financiële instellingen ook een deel van het pensioensysteem zijn geworden. De overheid stimuleert het pensioensparen en leidt klanten naar de banken, maar als het fout gaat, moet diezelfde overheid de risico’s dragen voor de bank”, stelt Swartenbroekx.

“Intussen hebben de banken geen scrupules meer om dat argument ook tegenover potentiële klanten te gebruiken. ‘Maak je niet ongerust, de overheid springt in de bres als het verkeerd dreigt te lopen’, luidt de boodschap. We hebben daarvan getuigenissen gehoord.”

Swartenbroekx en Isaac vrezen dat die ongenaakbaarheid ook bij de traders heerst. De banken bieden een waaier defensieve en dynamische fondsen aan. Het risico wordt gespreid over aandelen en obligaties. “We kunnen het niet zwart op wit bewijzen, maar we sluiten niet uit dat de banken soms risicovol omgaan met hun beleggingen omdat ze weten dat ze too big too fail zijn. Ze kunnen gewoon niet falen. De overheid zal altijd wel ingrijpen.”

Ongelijkheid

Het systeem van pensioensparen is ook ongelijk, benadrukken Swartenbroekx en Isaac. Het fiscaal cadeau is enkel interessant als je belastingen betaalt. Wie geen belastingen betaalt, krijgt geen stimulans om te investeren in pensioensparen. Vaak heeft hij of zij ook het geld er niet voor; en dat is onmiddellijk ook de tweede ongelijkheid: niet iedereen kan extra sparen voor een aanvullend pensioen.

“Het zijn vooral de rijkeren die op het einde van elke maand geld opzij kunnen leggen. De armen wordt het pensioensparen onthouden, waardoor ze eens op pensioen ook minder pensioen zullen krijgen dan de rijkeren. Met de intentie om de pensioenen van de overheid niet te snel te laten stijgen of zelfs te laten dalen, dreigt een nog grote inkomenskloof”, legt Swartenbroekx uit.

“We hebben de indruk dat het pensioensparen een weg is om het pensioensysteem aan te pakken zonder politiek gezichtsverlies te lijden”, zeggen Isaac en Swartenbroekx. “Want met de nodige aanpassingen kan de overheid zélf het pensioensysteem werkbaar houden. Maar dan moeten enkele parameters gewijzigd worden en dat betekent langer werken, minder hoge pensioenen, grotere bijdrages of een combinatie ervan, en dat zijn geen populaire maatregelen.”

“Met de derde pijler stijgen de bijdrages eveneens. Je moet immers, naast je belastingen, ook geld sparen voor je pensioen. Daarnaast worden de klassieke pensioenen gematigd. Het klassieke pensioenbedrag wordt aangevuld, waardoor de overheid minder druk voelt om de pensioenbedragen zelf te verhogen. Het enige verschil is dat de politiek geen duidelijke keuzes heeft moeten maken en gelooft in een stijgend rendement van de pensioenfondsen.”

Welke maatschappij willen we?

“En dan stellen zich de maatschappellijke vraagstukken”, zegt Tanguy Isaac. “De niet-spaarder wordt gestraft. Als hij bewust gekozen heeft om niet in een pensioenspaarplan te stappen, kan je nog zeggen ‘eigen schuld, dikke bult’. Maar als hij geen geld had om te sparen; wat dan?” Ze benadrukken dat ze niet tegen het sparen zelf zijn, maar wijzen ook op het belang van een maatschappij waarin plaats is voor herverdeling.

Swartenbroekx en Isaac twijfelen ook aan de duurzaamheid van de pensioenfondsen. “De officiële pensioenbedragen zullen op termijn naar beneden gehaald worden, anders heeft de keuze voor pensioensparen geen zin. Maar wie zegt dat de fondsen dat zullen kunnen compenseren?”

Het aanmoedigen van het pensioensparen strookt ook niet met de politiek-economische overtuiging dat niet zozeer arbeid, maar kapitaal belast moet worden. Met de fiscale stimuli voor pensioensparen gebeurt net het tegenovergestelde. “De Belgische overheid heeft sparen altijd al aangemoedigd, maar om onze economie in stand te houden en de inkomsten uit productiviteit te verhogen denken we dat sparen nu niet moet worden aangemoedigd. Integendeel, beter is een vermindering van de belastingen op vooral de laaggeschoolde jobs, want dat zal de tewerkstelling aanzwengelen”, zeggen de doctoraatsstudenten.

Spelregels herzien

Het pensioensparen werd tijdens de jaren tachtig in het leven geroepen om de Belgische economie te stimuleren. Het geld zou immers in Belgische bedrijven belegd worden. “Maar vandaag is dat niet het geval”, zegt Swartenbroekx. “De Europese Unie heeft die protectionistische houding van België teruggefloten. Het geld uit de fondsen gaat nu ook over de landgrenzen heen.”

Swartenbroekx en Isaac noemen het terugdraaien van de klok niet onhaalbaar. “Technisch is het mogelijk, maar politiek moeten er dan wel beslissingen genomen worden.”

Ze willen in hun verdere onderzoek alternatieve mogelijkheden bekijken, zoals publiek-private samenwerkingen of publieke fondsen waarbij solidariteitsmechanismen worden uitgewerkt. Maar over het Belgische systeem hebben ze grote twijfels. “Het is tijd om de spelregels te herzien”, besluiten ze.

Journalist sinds 2000. Was redacteur bij Metro en webredacteur bij Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg. Tekende het ActuaNet-initiatief bij Concentra mee uit en was er coördinator. Houdt sinds 2001 de weblog Kapingamarangi.be bij, geeft cursussen ‘Schrijven voor het web’ en werkte mee aan Internetjournalistiek.be. Interesses gaan uit naar online journalistiek, internet, IT, internationale politiek, mensenrechten en elektronische muziek.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :