Een te snelle verhoging van de AOW-leeftijd brengt uitvoeringsproblemen met zich mee. Daarvoor waarschuwt het actuarieel genootschap (AG) in het memorandum 'De AOW in beweging'.
Als minister Donner zijn zin krijgt, zal de AOW-leeftijd al vanaf 2013 gaan stijgen. Niet doen, vinden de actuarissen. Een van de adviezen is om bij de verhoging een periode van vijf jaar aan te houden tussen politieke besluitvorming en invoering. Die periode is van belang om sociale partners en pensioenuitvoerders voldoende tijd te geven voor het zorgvuldig vaststellen, implementeren en communiceren van een nieuwe pensioenregeling. Gebeurt dat niet, dan vreest het actuarieel genootschap problemen. Afhankelijk van hoe de verhoging gestalte gaat krijgen, in 24 of 12 jaar dan wel direct waarvan Donner zich in zijn laatste brief eigenlijk voorstander toont, en dan ook nog hoe pensioenregelingen worden aangepast, kan er sprake zijn van zeer complexe regelingen met alle uitvoeringsperikelen van dien.
Hoge uitvoeringskosten
Als bijvoorbeeld de pensioenleeftijd 'meebeweegt' met de AOW-leeftijd, zoals VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes wil, komen er 24 dan wel 12 pensioenleeftijden in de pensioenregeling te staan. Dat leidt tot hoge uitvoeringskosten. De actuarissen zijn daar overigens geen voorstander van. Volgens hun berekeningen gaat de pensioenleeftijd automatisch omhoog als de AOW-leeftijd omhoog gaat. Vooral mensen met lagere inkomens zullen niet in staat zijn de 'AOW-loze' tijd te overbruggen en zullen dus wel later met pensioen moeten. Dit is alleen te voorkomen als de verhoging van de AOW-leeftijd wordt gerepareerd in de pensioenen. Dat wil de vakcentrale FNV. Dat kost echter behoorlijk wat geld, hetgeen de werkgevers weer niet willen. Mocht er gecompenseerd worden, dan verwachten de actuarissen dat de uittreedleeftijd 65 blijft. Als er niet wordt gedaan en de pensioenleeftijd 65 blijft, dan zal de feitelijke uittreedleeftijd wel omhoog gaan richting de 67. De kosten van het aanvullend pensioen blijven dan gelijk. Als de pensioenleeftijd ook op 67 wordt gezet dan gaat de uittreedleeftijd mee naar de 67 terwijl de pensioenkosten dalen. Het AG spreekt overigens geen voorkeur uit voor welke regeling dan ook.