Pensioenfondsen rendeerden tijdens de eerste helft van het jaar gemiddeld 4,21 procent.
Tijdens het eerste kwartaal, zo bleek eerder al, doken de pensioenfondsen bijna 5 procent omlaag. Maar uit een enquête van de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI) blijkt nu dat ze dat verlies tijdens het tweede kwartaal ruimschoots hebben goedgemaakt.
Volgens cijfers die eerder al gepubliceerd werden door het gespecialiseerde adviesbureau Mercer, stuwde, behalve aandelen, vooral vastgoed de waarde van de portefeuilles omhoog. Volgens het onderzoek werden aandelen in het tweede kwartaal gemiddeld 16,8procent meer waard, vastgoedbevaks klommen 11,4 procent.
Gemiddeld haalden de Belgische pensioenfondsen tijdens de eerste helft van het jaar een rendement van 4,21 procent. Dat is aanzienlijk meer dan voorzitter Philip Neyt van de Vereniging begin augustus had geraamd. Hij sprak toen van 3 tot 3,5 procent.
Twee van de vijftig bevraagde fondsen waren einde juni nog steeds niet uit het rood geraakt. Drie haalden dan weer een rendement van meer dan 9 procent. Samen beheren de vijftig fondsen een vermogen van 7,7 miljard euro. Dat is ongeveer 63 procent van de markt.Met hun rendement van de eerste helft van het jaar haalden de fondsen iets meer dan een zesde van het verlies op dat afgelopen jaar werd geleden. Toen doken ze gemiddeld 24,7 procent in het rood. Sinds in 1985 met de enquêtes werd begonnen, haalden de pensioenfondsen een gemiddeld jaarrendement van 6,79 procent. Na aftrek van de inflatie blijft daar 4,59 procent van over.
In vergelijking met de vorige bevraging, die eind vorig jaar plaatsvond, is de strategie van de fondsen nagenoeg onveranderd gebleven. In de eerste helft van het jaar investeerden ze 48 procent van hun kapitaal in obligaties en 30 procent in aandelen. Daarnaast werd 8,5 procent belegd in vastgoed, 7 procent in cash en nog eens 7 procent in andere producten zoals verzekeringen, grondstoffen, hefboomfondsen, enzovoort.