Meer en meer gepensioneerden werken nog in het wit voort. Een flink deel wordt daarvoor gestraft. Meer gepensioneerde werknemers en zelfstandigen werken in het wit na de pensioenleeftijd. Dat blijkt uit gegevens die kamerlid Els Schelfhout (CD&V) kreeg van de minister van Pensioenen. Hun aantal steeg met één derde in twee jaar: van 26.250 in 2006 naar 35.000 in 2008; bijna 2 procent van de 1,833 miljoen Belgen die een zelfstandigen- of werknemerspensioen krijgen van de RVP.
Voor de ambtenaren kreeg Schelfhout geen evolutie, enkel het aantal van 2008: 13.500 op een totaal van 420.000 aan wie de PDOS een pensioen betaalt, of 3,2 procent.
Relatief gezien zijn er dus meer voormalige ambtenaren die nog werken na hun pensioenleeftijd dan voormalige zelfstandigen en werknemers. Dat betekent meteen dat dit werken niet alleen aan een financiële nood beantwoordt (werknemers en zelfstandigen hebben een veel lager pensioen).
Maar deze cijfers zijn onvolledig. In een recent rapport zei het Rekenhof dat de pensioendiensten in zulke statistieken geen rekening houden met de mensen die de 65 voorbij zijn en géén pensioen aanvragen. Dat aantal is niet klein maar niet precies gekend. Wellicht vraagt het merendeel geen pensioen omdat ze voltijds doorwerken na hun 65ste.
Maar ook dan zijn de cijfers niet volledig. Er zijn ook flink wat gepensioneerden die in het zwart werken. Daarover bestaan geen cijfers. Wel bekend is dat de stijging van de wit werkende gepensioneerde werknemers en zelfstandigen parallel liep met de stijging van de toegelaten bedragen die ze wit mogen 'bijverdienen' van de overheid. Dat suggereert dat als men het werken als gepensioneerde vrij zou laten, heel wat meer gewerkt zou worden en wellicht ook veel minder in het zwart zou worden gewerkt.
Van de gepensioneerden die vandaag in het wit werken, zijn er aardig wat die daarvoor gestraft worden: zowat 5.500 in 2008.
Dat gebeurt als ze meer verdienen dan het beperkte bedrag dat de overheid toelaat.
Bij de werknemers en zelfstandigen werden er 3.125 bestraft vorig jaar. 892 moesten hun volledige pensioen inleveren, 1.672 een stukje pensioen omdat ze maar een beetje te veel verdienden. Bij 562 die een gezinspensioen genoten, werd dit omgezet in een alleenstaandenpensioen omdat de echtgenoot die ook onder hun gezinspensioen viel, meer verdiende dan mocht.
Bij de ambtenaren werden er 2.360 gestraft, verhoudingsgewijs meer dus: 1.530 verloren het volledige pensioen, 830 een deel.
De pensioendiensten berekenden hoeveel die bestraffingen hen opbrachten. Ongeveer 56 miljoen euro: 13 miljoen euro bij werknemers en zelfstandigen, 43 miljoen euro bij ambtenaren.
In werkelijkheid is het meer. Ze moeten ook de mensen meetellen die geen pensioen aanvragen.
Maar, zo zeggen almaar meer parlementsleden, de pensioendiensten zouden ook rekening moeten houden met wat de senioren die werken, betalen aan belastingen en socialezekerheidsbijdragen. En evenmin onbelangrijk: wat extra betaald zou worden aan sociale zekerheid en fiscus als meer gepensioneerden zouden werken of als de zwartwerkers onder de gepensioneerden hun werk in het wit zouden verrichten als ze er niet meer voor gestraft worden.
