Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt met een wetswijziging die het pensioenuitvoeringsorganisaties toestaat om verband te leggen tussen hun producten en de verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen waarvoor ze de regeling uitvoeren.
Tot nu toe is het vermogensbeheerders zoals APG en PGGM en hun eigenaars c.q. grootste klanten, respectievelijk de pensioenfondsen ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), verboden om openlijk voor hun relatie uit te komen. Naleving van de zogenaamde markt- en overheidsbepalingen - de artikelen 5, 6 en 7 van de Wet Bpf 2000 – vergt van fondsen en uitvoeringsorganisaties dat ze zich veel moeite getroosten om te verhullen hoe ze aan elkaar gelieerd zijn. Toezichthouder De Nederlandsche Bank heeft ABP en PFZW in het verleden zelfs boetes opgelegd voor overtreding van deze regels.
Verzekeraars zijn mordicus tegen een versoepeling van de regels: Als pensioenfondsen hun uitvoeringsorganisaties aanprijzen, zou dit leiden tot concurrentievervalsing.
Het bewaken van een gelijk speelveld en het voorkomen van misbruik van de naam en gegevens van pensioenfondsen vormen nog steeds het uitgangspunt, verzekert de minister. In een brief aan de Tweede Kamer van 29 april stelt Donner echter dat het stringente verbod op naamsgebruik een normale bedrijfsvoering kan belemmeren, omdat uitvoeringsorganisaties in zakelijke contacten niet kunnen melden welk bedrijfstakpensioenfonds hun opdrachtgever is. Bovendien is het lastig de regels te handhaven omdat de media wel openlijk verband leggen tussen de fondsen en hun uitvoeringsorganisaties.
De problemen zijn volgens Donner ontstaan doordat pensioenfondsen de uitvoering van de pensioenregeling steeds vaker zijn gaan uitbesteden aan pensioenuitvoeringsbedrijven. “Het verbod op het gebruik van de naam van het pensioenfonds in deze specifieke situaties is destijds bij de introductie van de genoemde bepalingen niet beoogd,” aldus de minister.
In zijn brief geeft hij bovendien aan dat de wetswijziging noodzakelijk is gezien het toenemende belang van informatievoorziening over pensioenen. Deelnemers moeten volgens Donner kunnen nagaan in hoeverre hun totale oudedagsvoorziening adequaat is, terwijl een betere informatievoorziening tevens het pensioenbewustzijn verhoogt.
Overleg met verzekeraars en pensioenpartijen over de beste manier waarop de regels inzake naamsgebruik kunnen worden versoepeld, heeft vooralsnog niets opgeleverd. “De betrokken partijen verschillen van mening over de voorwaarden waaronder sprake is van een gelijk speelveld,” luidt de laconieke conclusie van de minister. “Daarom zal ik nu een wetsvoorstel voorbereiden waarin ik zelf uitwerking geef aan genoemde voornemens.”
De minister laat er geen gras over groeien: Donner streeft er naar om het wetsvoorstel “zo snel mogelijk na het zomerreces” aan de Tweede Kamer voor te leggen.