zondag 13 juli 2008

Afschaffing solidariteitsbijdrage maakt niet rijk

De eerste fase van de afschaffing van de solidariteitsbijdrage voor gepensioneerden zal geen nieuwe rijken creëren, zo blijkt.

De eerste fase van de afschaffing van de solidariteitsbijdrage – nog beslist door de tussentijdse regering Verhofstadt III eerder dit jaar – slaat op ongeveer 350.000 personen.

Het gaat niet om de ‘laagste pensioenen’. Die betaalden geen solidariteitsbijdragen. Tot ruwweg 1.200 euro per maand – en dat is meer dan het gemiddeld wettelijk pensioen voor een werknemer – was men daarvan vrijgesteld. De solidariteitsbijdrage gold alleen voor de gemiddelde en de hogere pensioenen.

De afschaffing sinds 1 juli geldt voor de zowat 350.000 pensioeninkomens (extralegale pensioenen incluis) tussen ongeveer 1.200 en 2.000 euro per maand (2.300 euro voor gezinspensioenen). Die gepensioneerden betaalden 0,5 procent en vanaf ongeveer 1.500 euro 1 procent solidariteitsbijdrage.

Als die wegvalt, levert dat tussen 6 en zowat 20 euro winst op per maand. Maar dat zijn bruto-bedragen: er gaat nog bedrijfsvoorheffing af. Voor een aantal mensen is het eindresultaat zelfs nul of bijna nul: voor wie door de toevoeging van enkele euro’s in een hogere belastingschijf valt.

De volgende fasen van de afschaffing van de solidariteitsbijdrage, zullen de betrokkenen meer opleveren. Zij betalen nu nog 1,5 tot 2 procent op hun pensioeninkomen. Dan gaat het over bedragen van 30 en 50 euro per maand en meer. Bruto wel te verstaan. Guy Tegenbos
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :