woensdag 25 juni 2008

Provincie Antwerpen geeft voorbeeld in aanvullend pensioen

De provincie Antwerpen start een pensioenfonds voor haar en voor de gemeentelijke niet-vastbenoemden.


Donderdag geeft de provincieraad wellicht de zegen: dan mogen de Antwerpse gedeputeerden Jos Geuens (Financiën, SP.A) en Bart De Nijn (Personeel, N-VA) starten met hun pensioenfonds voor de 600 contractuele personeelsleden van de provincie (1/3) en de ruim 13.000 (1/2) die de gemeenten en OCMW's uit die provincie in dienst hebben.

Die doen hetzelfde werk als hun vastbenoemde collega's, maar hebben het statuut van werknemer zoals in de privé-sector en hun pensioen bedraagt daardoor vaak maar de helft van wat die collega's hebben.

Dat is een schromelijke onrechtvaardigheid, zeggen beide gedeputeerden. Maar niet alleen de rechtvaardigheidsgedachte drijft hen. 'Als we dat niet veranderen, wil morgen - als de schaarste op de arbeidsmarkt toeslaat - geen mens nog voor ons werken'.

Sinds de jaren 70 nemen alle overheden meer en meer tijdelijk of contractueel personeel in dienst. Dat begon met de 'tewerkgestelde' BTK'ers, DAC'ers en Gesco's, maar nu kiezen besturen daar bewust voor: omdat ze veel met tijdelijke projecten en zelfstandige 'dochterbedrijven' werken (provinciale recreatiecentra), maar vooral omdat ze liever geen vastbenoemden meer hebben: het ambtenarenstatuut heeft zichzelf uit de markt geprijsd.

In de Vlaamse gemeenten en provincies is al de helft van het personeel niet-vastbenoemd; bij de Vlaamse overheid ook; bij de Waalse gemeenten 60 procent.

Pogingen om opnieuw al het personeel vast te benoemen, liepen spaak. Een nieuw eenheidsstatuut maken durft geen enkele overheid aan. Dus moet de zaak opgelapt worden, met een aanvullend pensioen voor de niet-vastbenoemde personeelsleden. Aanvullende pensioenen zijn intussen trouwens ook in de privé-sector gebruikelijk geworden: de Belgische werknemerspensioenen zijn immers superlaag.

De federale wetgever en de federale ambtenarenvakbonden verzetten zich daar lange tijd tegen. Maar dat is niet langer houdbaar. De vorige minister van Pensioenen, Bruno Tobback (SP.A), werkte een wetsvoorstel uit, maar dat werd tegengehouden door de PS. De nieuwe minister van Pensioenen, Marie Arena (PS), werkt aan een nieuw voorstel, maar Antwerpen is het wachten moe en wil een voorbeeld stellen.

Het start met een pensioenfonds voor zijn eigen niet-vastbenoemden; het zet dit fonds meteen open voor alle gemeenten uit de provincie. Het kan de start aantrekkelijk maken door 20 miljoen euro uit een oud en overbodig geworden pensioenfonds voor vastbenoemden als bufferkapitaal te schenken.

De provincie kiest voor een paritair beheerd fonds (vakbonden-werkgever) met kapitalisatieformule met een 'gedefinieerd doel': ze zet vanaf nu elk jaar geld opzij (kapitalisatie) om voor ieder tijdelijk personeelslid de betaling van een aanvullend pensioen mogelijk te maken. Wie vandaag voor de provincie begint te werken, heeft over 45 jaar eenzelfde pensioen als wie een hele loopbaan als vastbenoemde werkte.

Limburg werkt ook aan een regeling, maar zal pas eind dit jaar klaar zijn, zegt gedeputeerde Gilbert Van Baelen (Open VLD). Limburg zou geen kapitalisatie-, maar een renteformule uitwerken. Limburg denkt dat het wel terugwerkende kracht kan geven: wie nu op pensioen gaat na 45 jaar als contractueel, zal dan bijna een volledig ambtenarenpensioen krijgen. Een contractueel werknemer is zoveel goedkoper dat dit kan, zegt Van Baelen.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :