maandag 9 juni 2008

API: Nederlandse oplossing voor Europa?

Het kabinet heeft eind 2007 een hoofdlijnennotitie uitgebracht over de invoering van een Algemene Pensioeninstelling (API). Daarmee wordt het mogelijk om een nieuw soort pensioenuitvoerder op te richten die specifiek op de Europese markt kan opereren. Een API heeft meer mogelijkheden dan pensioenfondsen om grensoverschrijdend te werken en moet de concurrentiepositie van Nederland op de Europese pensioenmarkt verbeteren. Wat betekent dit voor de Nederlandse pensioenmarkt en wat is de stand van zaken?

Huidige beperkingen
De Europese pensioenmarkt is een sterke groeimarkt. De vraag naar pensioenadministratie, vermogensbeheer en verzekeringen zal enorm toenemen. De Europese richtlijn voor bedrijfspensioenvoorzieningen maakt weliswaar grensoverschrijdende activiteiten mogelijk, maar Nederlandse pensioenfondsen kunnen op dit moment onvoldoende inspelen op de Europese ontwikkelingen. Dit komt doordat de Pensioenwet pensioenfondsen een aantal beperkingen oplegt. Pensioenfondsen mogen bijvoorbeeld alleen regelingen uitvoeren voor de eigen solidariteitskring. Ook vormen Nederlandse pensioenfondsen altijd één solidair geheel; regelingen en de daarbij horende vermogens mogen niet worden afgescheiden. Verder zijn Nederlandse pensioenfondsen gehouden aan strikte productafbakening en moeten zij zich houden aan strengere regels voor bestuurssamenstelling, medezeggenschap en Pension Fund Governance. Ook de strenge eisen gesteld in het Financieel Toetsingskader (FTK) spelen een belangrijke rol in de discussie.




Nederland aantrekkelijker maken als vestigingsplaats voor
het bedienen van de internationale pensioenmarkt



Betere concurrentiepositie
Andere landen zijn al druk bezig om een plek op de Europese pensioenmarkt te veroveren. Met de introductie van een Algemene Pensioeninstelling wil het kabinet de Europese richtlijn voor Nederland invullen. Een API moet niet alleen Nederlandse maar ook buitenlandse pensioenregelingen kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd kunnen ook andere landen Nederlandse pensioenregelingen gaan uitvoeren. Met de API wil het kabinet Nederland aantrekkelijker maken als vestigingsplaats voor het bedienen van de internationale pensioenmarkt.

Kenmerken API
Hoe ziet een API er nu eigenlijk uit? Er zijn diverse verschillen met de huidige pensioenuitvoerders:

Een API is niet gebonden aan één bepaalde bedrijfstak of werkgever.
Een API kent niet de eis tot één financieel geheel. Dat betekent dat een API verschillende pensioenregelingen mag uitvoeren, waarbij activa en passiva van elkaar kunnen worden afgescheiden (het zogenoemde ‘ringfencing’).
Een API mag verzekeringsproducten aanbieden, zoals levensloopproducten en producten t.b.v. de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-producten).
Een API is zelf verantwoordelijk voor het beheerde pensioenvermogen en mag met een Europees paspoort grensoverschrijdende activiteiten uitvoeren.
In principe mag iedereen een API oprichten.
Een API heeft geen bijzondere voorwaarden voor de samenstelling van het bestuur.
Een API mag overigens géén verplichtgestelde bedrijfstakpensioenregeling uitvoeren.


De API biedt mogelijkheden tot samenwerking die er op dit moment niet zijn




Stand van zaken
Er is nog veel onduidelijkheid over de invulling van de API. Toch wil het ministerie van SZW graag verder. Daarom is besloten om de ontwikkelingen in het API dossier in fasen te verdelen. De eerste fase is de introductie van de PPI (PremiePensioensinstelling). Dit is een API om DC-regelingen uit te voeren. Het idee hierachter is dat de API vooral voor de Europese markt is bedoeld omdat in het buitenland DC-regelingen meer gangbaar zijn dan in Nederland. De wettekst voor de PPI ligt nu ter consultatie. De streefdatum voor de invoering van de PPI is 1 januari 2009.

Ondernemingspensioenfondsen
De introductie van een API lijkt vooral kansen te bieden aan ondernemingspensioenfondsen. De API biedt mogelijkheden tot samenwerking die er op dit moment niet zijn. Het kabinet ziet vooral mogelijkheden voor ondernemingspensioenfondsen die willen samenwerken of samengaan. De Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) wil ook dat ondernemingspensioenfondsen op korte termijn de mogelijkheid krijgen om pensioenregelingen van meerdere ondernemingen gezamenlijk uit te laten voeren. Dit kan inderdaad via de instelling van een API, maar zou ook via een aanpassing in de Pensioenwet gerealiseerd kunnen worden. De OPF heeft een voorkeur voor de Pensioenwetroute en zou al vanaf 2009 meer mogelijkheden voor samenwerking voor ondernemingspensioenfondsen willen.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :