De heer Philippe Roland en de heer Ignace Desomer, resp. eerste voorzitter en voorzitter van het Rekenhof, hebben vandaag het 169e Boek van het Rekenhof voorgesteld aan de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de heer André Flahaut.
In dit Boek geeft het Rekenhof zijn commentaar bij de rekeningen van het jaar 2011.
Daarnaast brengt het verslag uit over de toepassing van het boekhoudsysteem Fedcom. Het Boek bevat bovendien onderzoeken over het financiële en boekhoudkundige beheer, de interne controle en het human resources beheer van de Staat (personeelsbestand en pensioenen). Ook ging opnieuw bijzondere aandacht naar de impact van de steunmaatregelen in het kader van de economische crisis op de overheidsfinanciën.
Het integrale 169e Boek van het Rekenhof en de samenvatting zijn beschikbaar op de
homepagina van het Rekenhof (www.rekenhof.be).
Overheidspensioenen 2007 - 2011
De pensioenlast van de overheidssector steeg tussen 2007 en 2011 met 25,5 % (+ 2,24 miljard euro). Voor de rustpensioenen bedroeg de stijging 27,9 % (+ 2,11 miljard euro) en voor de overlevingspensioenen 10,9 % (+ 0,13 miljard euro).
In 2011 bedroegen de nominale pensioenuitgaven 11,02 miljard euro, een toename van 6,6 % tegenover 2010.
De pensioenen van de gemeenschappen (inclusief het onderwijs) en gewesten omvatten 5,86 miljard euro, wat 53,1 % van deze uitgaven vertegenwoordigt.
Voor de federale overheidsdiensten bedroegen de pensioenuitgaven 4,18 miljard euro, een stijging van 6,9 % in vergelijking met 2010. De belangrijkste uitgavenpost op dit bestuursniveau bleef ook in 2011 die van de militaire pensioenen (leger + ex-rijkswacht) met 1,29 miljard euro.
Op 1 juli 2011 waren er 456.066 lopende pensioenen (365.121 rustpensioenen en 90.945 overlevings- en wezenpensioenen), een groei van 11,0 % sinds 1 juli 2007 (+ 45.291 pensioenen) waarvan 2,7 % (+ 12.073 pensioenen) sinds 1 juli 2010.
Op 1 juli 2011 werden 94,6 % van de overlevingspensioenen toegekend aan een vrouwelijke titularis.
Opvolgingsonderzoek over de uitbetaling van de pensioenen in de openbare sector
In zijn 168e Boek had het Rekenhof erop gewezen dat nog geen aanzet werd gegeven voor de effectieve overheveling van de uitbetaling van overheidspensioenen naar de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). De wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen had daarvoor het wettelijk kader gecreëerd. In 2012 was er geen evolutie in het dossier. Er moet dan ook dringend worden beslist welke overheidsdienst in de toekomst de overheidspensioenen zal uitbetalen en er moet in de gepaste kredieten worden voorzien.
Afschaffing van het visum voor de overheidspensioenen
Na de afschaffing van het visum van het Rekenhof voor de overheidspensioenen, heeft de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) er alle belang bij de interne controle te versterken en aandacht te besteden aan de interne audit. Hoewel de PDOS op dit vlak tal van initiatieven heeft genomen, hebben die nog niet geleid tot een performant audit- en controlesysteem.
Aanvullende pensioenen in de overheidssector
Aanvullende pensioenvoordelen voor contractueel overheidspersoneel botsen soms met het algemeen wettelijk en reglementair kader van de pensioenen in de overheidssector. Om juridische duidelijkheid te scheppen zijn wetgevende initiatieven noodzakelijk. In de vorige legislatuur was een wetsontwerp in voorbereiding dat oplossingen bood voor een aantal van de vastgestelde problemen. De minister van Pensioenen heeft nieuwe initiatieven aangekondigd die rekening houden met de opmerkingen van het Rekenhof.
Capelo
De opbouw van de loopbaangegevensbank Capelo bij de PDOS via de DmfA-aangiftes vordert onvoldoende. Daardoor zal de PDOS zijn wettelijke verplichting om de pensioenen ingaand vanaf 1 januari 2013 uitsluitend elektronisch te behandelen, meer dan waarschijnlijk niet kunnen nakomen.
Bovendien stelt de PDOS talloze werkgevers vrij van een aantal wettelijke Capeloverplichtingen, wat de volledigheid van de databank uitholt en waardoor ze ook haar mogelijk nut verliest als informatiebron over alle werknemers in de openbare sector.
Voorts legt de pensioendienst extra voorwaarden op om contractuele diensten in een overheidspensioen mee te rekenen. Er bestaat geen wettelijke basis voor deze maatregel die sommige overheidspensioenen nadelig beïnvloedt.
Ten slotte beveelt het Rekenhof een spoedige actualisering aan van het koninklijk besluit dat de aanvraagprocedure van een overheidspensioen regelt.
Uitvoering van de pensioenhervorming
De hervorming van de pensioenen in de openbare sector zou op 1 januari 2013 effectief van start moeten gaan. De daarvoor benodigde aanpassing van de regelgeving is echter nog niet afgerond.
Heel wat overgangsbepalingen voor de rustpensioenen zijn nog niet in wetteksten en uitvoeringsbesluiten geconcretiseerd. Voor de hervorming van de overlevingspensioenen, de pensioenbonus en de cumulatie van pensioen met beroepsinkomen zijn nog helemaal geen teksten goedgekeurd. Dit leidt tot onduidelijkheid en rechtsonzekerheid, zowel bij de (pensioen)administraties als bij de toekomstige gepensioneerden. Voorts vereenvoudigt de pensioenhervorming allerminst de regelgeving en bevat ze geen aanzet tot harmonisering tussen de pensioenstelsels.
Hierdoor neemt de nood aan correcte informatie alleen maar toe.
Weerslag van de loopbaanregelingen op de berekening van de overheidspensioenen
Loopbaanonderbreking en verminderde prestaties hebben een weerslag op de pensioenberekening. Om deze periodes correct op te nemen in de berekening van het overheidspensioen moet de PDOS over alle nodige informatie kunnen beschikken. Het Rekenhof heeft vastgesteld dat de verantwoordingen die de openbare werkgevers naar de PDOS doorsturen voor deze periodes van loopbaanregeling heel wat tekortkomingen bevatten. Het beveelt aan dat de bepalingen die in de nabije toekomst de verantwoording van de loopbaanfases moeten regelen, beter worden gepreciseerd op dit punt. In afwachting dat deze nieuwe modaliteiten daadwerkelijk van kracht gaan, moet de PDOS de regels van de huidige reglementering blijven toepassen.
Voorts kan de manier waarop de PDOS de wettelijke en reglementaire teksten toepast er in bepaalde gevallen toe leiden dat een volledige loopbaanonderbreking gunstiger uitkomt voor de
pensioenberekening dan een tijdelijke onderbreking. De weerslag op het pensioenbedrag mag dan over het algemeen gering zijn, het kan hierbij gaan om een groot aantal pensioenen.
169e Boek van het Rekenhof