dinsdag 27 juli 2010

Meer sociale uitkeringen naar Vlaanderen

In Vlaanderen zal volgende decennia het aantal uitkeringstrekkers toenemen, vooral door de vergrijzing.

Het aantal uitkeringstrekkers in Vlaanderen zal volgende decennia fors toenemen. Vooral door de vergrijzing, die intenser is in Vlaanderen dan in Wallonië of Brussel (zie grafiek boven). Vlaanderen ‘ontgroent' ook sterker dan Wallonië en Brussel, het telt minder geboortes en minder jongeren.

Maar dat leidt niet tot een omkering van de ‘transfers' in de sociale zekerheid. Wallonië zal in 2050 nog altijd meer uitkeringsgeld per inwoner nodig hebben dan Vlaanderen. En Vlaanderen zal nog lange tijd meer bijdragen tot de sociale zekerheid, de inkomens in België worden immers vooral verdiend in de ‘ruit' tussen Antwerpen, Gent, Brussel en Leuven (zie kaart 1).

Al behoort een groot stuk van Waals-Brabant ook tot die ‘rijke ruit'. Dat is de belangrijkste politieke conclusie die men kan trekken uit een nieuwe rapport van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van de Universiteit Antwerpen: het brengt de ‘geografie van de sociale zekerheid' in kaart per gemeente. Het is de eerste keer dat dit gebeurt en levert nieuwe inzichten op. De kaarten zijn te raadplegen op de website van het CSB.


De snellere veroudering van Vlaanderen, uitgetekend per gemeente, leert dat West-Vlaanderen de provincie is met relatief gezien het meeste gepensioneerden. De veroudering van de bevolking wordt daar versterkt door de emigratie van jongeren uit de provincie, en de immigratie van ouderen naar de kustgemeenten.

De berekeningen tonen dat het aandeel van Vlaanderen in de sociale uitkeringen toeneemt, maar tot 2050 nog onder het Waals niveau blijft (2050: Vlaanderen 463 euro per maand per inwoner, Wallonië 487).

In Brussel worden relatief minder sociale uitkeringen uitbetaald omdat er verhoudingsgewijs minder ouderen en veel meer jongeren zijn door de immigratie.

De steden vormen almaar meer de motor van de economische groei. Maar niet alle steden nemen die rol even sterk op. De Vlaamse steden Antwerpen, Gent, Mechelen en Leuven bijvoorbeeld doen dit, Brussel zeker ook, maar de Waalse steden Charleroi, Bergen en Namen doen dit veel minder. Luik doet dat dan weer wel.

De steden zelf putten daar niet veel voordeel uit. De hoge inkomens gaan vooral naar pendelaars en naar inwoners van randgemeenten; de sterkeren trekken weg uit de steden.

Er wordt al behoorlijk meer kinderbijslag betaald in Wallonië en in Brussel, doordat in Vlaanderen het kinderaantal – tot voor kort – sterk daalde. In Limburg en de Antwerpse Kempen is de ontgroening nog het minst gevorderd, blijkens de cijfers van de kinderbijslag.

Er worden veel ‘ziekte-uitkeringen' betaald in de industriële zones in Zuid-West-Vlaanderen en Limburg; ‘invaliditeitsuitkeringen' komen meer voor in de oude industriegebieden van Henegouwen en Limburg en dat geldt ook voor de uitkeringen voor erkende beroepsziekten, maar daarin scoren ook de Oostkantons hoog, zonder dat er een verklaring is (zie kaart 2).

Er worden veel brugpensioenen uitbetaald in de gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen, Henegouwen, Limburg en de omgeving van Turnhout.

Voltijdse loopbaanonderbreking komt het meeste voor in de industriële as Roeselare-Kortrijk, in de Kempen tussen Heist-op-den-Berg en Lommel en in Luik (zie kaart 3). Halftijdse loopbaanonderbreking komt vooral voor in de ‘rijke ruit'.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :