De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) actualiseert de bevolkingsprojecties die in 2004 werden gemaakt voor alle Vlaamse steden en gemeenten (Willems, 2006). Naast hypothesen over het toekomstige verloop van de vruchtbaarheid en de migratie moeten er ook hypothesen worden ontwikkeld over de verdere evolutie van de sterfte.
In dat verband rijst er een specifiek probleem wat betreft de sterftekansen op oudere leeftijden, de sterftekansen bij de ‘oudste ouderen’, d.w.z. op leeftijden van 95 jaar en ouder.
In de vorige bevolkingsprojecties werd geen speciale aandacht besteed aan de evolutie van de sterfte bij de zogenaamd oudste ouderen en werd het leeftijdsbereik beperkt tot en met leeftijd 100. Het aantal oudste ouderen neemt echter sterk toe. In het Vlaamse Gewest neemt de populatie van 90 jaar en ouder toe van 28 103 in 1997 tot 33 614 in 2008. Dat noopt tot specifieke aandacht voor de sterftekansen van deze groep en tot het gebruik van een techniek om de grote toevalsschommelingen in de sterftekansen bij deze groep weg te werken en om zo te komen tot een schatting van de onderliggende kracht van de sterfte op deze leeftijden. Dat stelt ons in staat om de leeftijdsgrens van 100 jaar bij de actualisatie van de SVR-projecties te doorbreken.
Schatten Van Sterftekansen Op Oudere Leeftijden SVR 2010 11