Het gaat beter dan vorig jaar maar voor verzekeraars zijn de gouden tijden voorbij. Op de financiële markten valt voorlopig geen groot geld meer te rapen, dus kunnen ze hun resultaten niet langer pimpen met lucratieve aandelenbeleggingen. Terug naar de basis dus, ook hier. Dat meldt het weekblad Trends.
De Belgische verzekeringsector heeft de crisis overleefd. De Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) heeft het zelfs over een duidelijk herstel. En de cijfers staven dat. Het technisch resultaat van de activiteit Leven - zeg maar de levensverzekeringen - van de Belgische sector stond eind september 2009 weer op 0,6 miljard euro. Een jaar eerder werd nog een technisch verlies van alles samen 3,7 miljard euro opgetekend.
In het segment van de schadeverzekeringen merkt de CBFA een gelijkaardige evolutie op. Daar stond het technisch resultaat Niet-Leven eind september 2009 eveneens op 0,6 miljard euro. Voor dezelfde periode van 2008 was dat 0,2 miljard euro.
Eind goed, al goed? “Verzekeraars zullen de komende jaren hard moeten werken aan hun kostenbeheersing, hun inkomsten en hun rendabiliteit”, denkt Ivan Van De Cloot, hoofdeconoom van het Itinera Institute.
Klein feestje, zonder afterparty
Verzekeraars schrokken zich een hoedje toen de crisis uitbrak. Totaal onverwacht, weet u wel. Al snel beseften de verzekeringsmaatschappijen dat het niet langer veilig toeven was op de financiële markten. “Ze hebben het risicogehalte van hun beleggingsportefeuille dan ook fors naar beneden gehaald”, zegt Leen Ooms, sectoranaliste bij KBC Asset Management. “Hoe? Door hun blootstelling aan aandelen te verminderen, door meer cash aan te houden, en door zich in te dekken tegen verdere verliezen door middel van hedging-programma’s.”
Ook andere maatregelen drongen zich op om de kapitaalposities van de verzekeringsmaatschappijen te ondersteunen. Interne kostenbesparingsprogramma’s waren niet van de lucht. Dividenden werden teruggeschroefd, of geschrapt, en sommige verzekeraars hebben hun inkoopprogramma’s van eigen aandelen tijdelijk stopgezet. Kortom, alles werd opnieuw in vraag gesteld. Ook de verzekeringsproducten. “Verzekeraars beseffen dat hun eigenlijke business - het verzekeren van particulieren en bedrijven - meer moet opbrengen dan vroeger, omdat de financiële opbrengsten sterk zijn teruggevallen”, zegt Ivan Lathouders, analist bij Bank Degroof. “Ze worden dus alerter en volgen hun productlijnen veel strikter op dan vroeger. De waarde van alle opties in levensverzekeringscontracten bijvoorbeeld wordt nu nauwgezet berekend, om onaangename verrassingen te vermijden.”
Bovendien werven verzekeringsmaatschappijen niet langer in het wilde weg nieuwe klanten: hardnekkige wanbetalers worden preventief geweerd, bijvoorbeeld. En uiteraard is er de meest voor de hand liggende manier om verzekeringsproducten meer te laten opbrengen: het optrekken van de premies.
De verzekeringssector is dus aan de beterhand. Maar bij het bedrag van de geïnde premies zijn wel kanttekeningen te maken, beweert de CBFA. Vergelijk de eerste drie kwartalen van 2009 met dezelfde periode in 2008 en dan blijken de premie-inkomsten bij de Belgische levensverzekeraars met 13 procent gedaald te zijn. Dat heeft te maken met een dalende vraag van de consument als reactie op lagere financiële opbrengsten uit levensverzekeringsproducten als tak21 en tak23. Die zet tegenwoordig liever zijn zuurverdiende centen op een gewoon spaarboekje.
Ook de premie-inkomsten bij de Belgische schadeverzekeraars daalden met 6 procent in vergelijking met de eerste drie kwartalen van 2008. Dat is een significant verlies, vindt de CBFA. En eveneens gekoppeld aan de economische conjunctuur. De consument is geneigd om te besparen op niet-verplichte schadeverzekeringen. Wel positief is dat in het segment Niet-Leven de gemiddelde combined ratio rond de 100 procent blijft schommelen.. Dat betekent dat er in tegenstelling tot een aantal jaar geleden geen operationele verliezen meer gemaakt worden. Gemiddeld, welteverstaan.
Schokbestendige toekomst
Het ziet er dus naar uit dat de Belgische verzekeraars de crisis al bij al redelijk goed doorstaan hebben. Maar zijn ze bestand tegen eventuele nieuwe schokken? Ook dat vroeg de CBFA zich af. Daarom voerde ze in de loop van 2009 op regelmatige basis uniforme weerstandstests uit bij een representatief deel van de verzekeraars die in ons land actief zijn. Op die manier ging de CBFA na of de marges van de verzekeringsmaatschappijen hoog genoeg zijn voor het opvangen van drastische waardeverminderingen van hun activa - aandelen, obligaties, vastgoed, noem maar op.
Conclusie van de tests: de Belgische verzekeraars zijn vrij goed gewapend tegen de klassieke marktrisico’s. Alleen de langetermijnrente baart enigszins zorgen. Als die sterk zou dalen, en langdurig laag zou blijven, zou dat een behoorlijk grote impact hebben op de solvabiliteitsmarge van de verzekeraars. Maar zelfs dan, verzekert de CBFA, zouden de financiële buffers van de verzekeringsmaatschappijen nog altijd meer dan twee keer hoger liggen dan de wettelijke vereisten.