Sonja Becq (CDenV) somt een aantal punten op waar de minister van Pensioenen dringend werk van zou moeten maken (De Standaard 31 december 2009). Aan die punten zou best nog een even dringend punt toegevoegd worden, namelijk het uitwerken van een ‘propere' wetgeving over de solidariteitsbijdrage.
Mensen, die genieten van een groepsverzekering, kunnen bij pensionering kiezen voor een maandelijkse rente of voor een uitkering in kapitaal. De rente wordt gevoegd bij het wettelijke pensioen. Op basis van het totaalbedrag wordt bepaald of/en hoeveel solidariteitsbijdrage moet betaald worden. Dat is logisch.
De uitkeringen in kapitaal worden omgerekend in een fictieve maandelijkse rente, die zoals de gewone renten, bij het wettelijke pensioen gevoegd wordt om de solidariteitsbijdrage te berekenen. Het is de bedoeling om op deze manier te vermijden dat zij die kiezen voor de rente benadeeld worden ten opzichte van hen die kiezen voor de uitkering van kapitaal. Tot daar is alles normaal.
De verworvenheden van groepsverzekeringen worden in beide gevallen gebruikt voor het, gedeeltelijk, overbruggen van het inkomensverlies bij pensionering. Dat verlies is in alle gevallen minstens 40procent. In de meeste gevallen is het veel meer. Wie koos voor de rente, zal deze levenslang genieten. Degene, die voor het kapitaal koos, zal vaststellen dat, bij een gelijkwaardig gebruik, het kapitaal na 14 tot 15 jaar zal opgesoupeerd zijn. Dat er dus niets meer van overblijft.
Destijds werd afgesproken dat na 15 jaar met deze kapitalen geen rekening meer zou gehouden worden. Die afspraak werd echter niet gerespecteerd. Er wordt weliswaar geen solidariteitsbijdrage meer betaald op de fictieve rente. Maar deze rente, berekend op het bruto kapitaal, wordt nog steeds toegevoegd aan het wettelijke pensioen om na te gaan of/en hoeveel solidariteitsbijdrage moet betaald worden.
Zo gebeurt het,bijvoorbeeld, dat een gepensioneerde met een bruto pensioen van 2.000 euro geen cent solidariteitsbijdrage betaalt. Maar dat anderzijds, iemand met een bruto pensioen van 1.500 euro, daarop toch 1,5procent solidariteitsbijdrage moet betalen omdat hij/zij twintig jaar geleden een kapitaal kreeg van bruto 100.000 (netto 80.000 euro). Men doet immers alsof er na al die jaren geen cent van het kapitaal verbruikt is. Op deze manier benadeelt (om het zacht uit te drukken) de staat honderden oudere gepensioneerden. Hoog tijd dus om daar wat aan te doen.
Gerard Heiremans (EX -VOORZITTER RAADGEVEND COMITÉ PENSIOENEN)