Er blijken in totaal meer dan 100.000 gepensioneerden te werken. De politiek lijkt bereid de beperkingen af te schaffen.
De ondernemersorganisatie Unizo meldt dat 65.000 zelfstandigen (in het wit) doorwerken na hun pensionering.
Eerder bleek dat 35.000 gepensioneerden na 65 (in het wit) als werknemer aan de slag zijn, en dat van 13.500 ambtenaren geweten is dat ze na hun pensionering nog een inkomen uit arbeid hebben (DS van 5 augustus).
Samen zijn dat er meer dan 100.000. Bijna 115.000 zelfs.
Bij de zelfstandigen werkt dertien procent door na de pensionering. Bij de andere groepen twee tot drie procent.
'Dat mag, vanuit die groepen bekeken, nog altijd beperkt zijn, op de arbeidsmarkt is een groep van meer dan 100.000 mensen geen marginale groep meer', zegt Jan Denys, arbeidsmarktspecialist van uitzendbureau Randstad.
Het overheidsbeleid is er nog altijd op gericht het werken na de pensionering zoveel mogelijk in te perken. Wie meer verdient dan een bepaalde grens, wordt gestraft: hij of zij verliest een deel van of zelfs de hele pensioenuitkering.
In de politieke wereld zijn de gedachten daarover aan het veranderen. Kamerlid Sonja Becq, de pensioenspecialiste van CD&V, heeft met een reeks collega's een wetsontwerp ingediend dat afstand neemt van die decennia oude politiek. 'De boodschap moet voortaan zijn: zo lang mogelijk werken, is goed. Daarom willen we het (wit) werken vanaf 65 volledig vrij maken. Logisch is dat wie vervroegd op pensioen gaat, aan beperkingen onderhevig blijft. Dat geldt ook voor de overlevingspensioenen', zegt ze.
Partijgenoten Pol Van den Driessche en Els Schelfhout dienden in de Senaat ook al voorstellen in die in die richting gaan.
Bij Open VLD hebben Luk Van Biesen en Maggie De Block een wetsvoorstel ingediend tot vrijmaking van het werken van gepensioneerden. Partijgenote Nele Lijnen heeft er ook een.
Sonja Becq zegt dat ook in de andere meerderheidspartijen het geweer stilaan van schouder wordt veranderd.