woensdag 15 juli 2009

Nederlands pensioenstelsel is ouderwets

Het Nederlandse pensioenstelsel is niet meer van deze tijd en voldoet derhalve niet meer. Een pittige stelling, die hopelijk voldoende aanleiding biedt voor discussie. Ik zou de huidige economische omstandigheden gemakkelijk kunnen aanhalen als reden voor omvorming van het hele pensioenstelsel. Immers, de buffers van veel pensioenfondsen zijn weg, toeslagen blijven vaak jarenlang achterwege en zelfs pensioenkortingen komen voorbij. Stuk voor stuk directe gevolgen van de algehele malaise op de markt. Deskundigen zijn het met elkaar eens dat er iets moet gebeuren met ons pensioenstelsel. De vraag is alleen: wat en hoe?

Er zijn tal van varianten mogelijk. Ik zou graag zien dat de discussie wordt losgekoppeld van de huidige recessie. Dat we met zijn allen eens echt goed nadenken over wat onze pensioenklanten, de werknemers, het liefst zouden willen en hoe zij dat willen. Uiteindelijk is pensioen niets meer of minder dan uitgesteld loon. Het moet zorgen voor een stabiel -liefst inflatiebestendig- inkomen vanaf een bepaalde pensioenleeftijd. Laten we dit gegeven nu eens als uitgangspunt nemen.

Recentelijk was ik bij een bijeenkomst over pensioencommunicatie. Daar werd de vraag gesteld hoe het toch komt dat jongeren nooit present zijn bij dergelijke gelegenheden. Het antwoord is simpel: het interesseert ze niet. Sterker nog, wat als je een 25-jarige de volgende keuze voorlegt:

A) EUR 3000 bruto salaris per maand, waarbij EUR 300 bruto (dus fiscaal voordelig) opzij wordt gezet voor pensioen. Uiteindelijk netto maandsalaris is ongeveer EUR 1620.

B) EUR 3000 bruto salaris, zonder te sparen voor pensioen. Uiteindelijk levert dat netto ongeveer EUR 1800 op.

Waar ouderen waarschijnlijk kiezen voor A, zullen veel jongeren hun voorkeur uitspreken voor B, denk ik. Uitgaande van de materialistische wereld waarin we leven. Nu zouden we kunnen proberen om het pensioenbewustzijn van jongeren te vergroten. Bijvoorbeeld door hen te wijzen op de inkomensrisico’s, de zorg voor later etc. Maar persoonlijk denk ik dat die aanpak weinig zal opleveren. Het is in mijn optiek beter om dit gedrag te accepteren en goed te kijken naar de mogelijkheden om op basis hiervan een nieuw Nederlands pensioenstelsel te vormen. We leven nu eenmaal in een tijd waarin mensen zelf keuzes kunnen en ook willen maken, zonder dat deze ons worden opgelegd.

Wat mij betreft wordt bij een nieuw pensioenstelsel vooral ook goed gekeken naar de levensfasen van mensen. Ik onderscheid er vier, waarbij de leeftijdsgrenzen uiteraard naar eigen inzicht kunnen worden bepaald:

1.Junior : leeftijd 20 - 35. Voor deze groep geldt over het algemeen dat een hoog salaris en materialiteit belangrijk zijn, maar ook dat sparen voor later nu het goedkoopst is.
2.Medior : leeftijd 35 - 50. Deze groep heeft veelal opgroeiende en/of studerende kinderen en dus is meer geld om handen erg prettig. Tegelijkertijd wordt ook al gedacht aan later.
3.Senior-min : leeftijd 50 - 65. Kinderen zijn vaak het huis uit. Een goed en veilig pensioeninkomen is belangrijk.
4.Senior-plus : gepensioneerden ouder dan 65. Een gegarandeerde AOW-uitkering aangevuld met een waardevast pensioen betekent voor deze groep een zorgeloze oude dag.
Ik zie veel heil in een nieuw pensioenstelsel dat rekening houdt met deze levensfasen en de bijbehorende behoeften. Ik noem het ‘Levens Pensioen Budget’ en zal uitleggen hoe het werkt of zou kunnen werken.

Kijkend naar de vier genoemde levensfasen kunnen we concluderen dat er voor een normale werknemer gedurende zijn actieve en gepensioneerde leven in beginsel vier elementen van belang zijn, namelijk salaris, nominaal pensioen, koopkrachtbehoud en AOW (overheid). Het Levens Pensioen Budget gaat er van uit dat werkgevers, net zoals nu het geval is, een bepaald pensioenbudget afspreken met sociale partners. Veronderstel bijvoorbeeld dat de werkgever niet meer dan 15 procent van de salarissom aan pensioen wil besteden. Nu is het zo dat deze 15 procent wordt gestort in het pensioenfonds, die deze gelden vervolgens belegt via een beleggingsmix. Doel is hierdoor goede rendementen te behalen om zo de nominale pensioenen te kunnen indexeren. De afgelopen tijd hebben we echter met z’n allen meegemaakt tot welke ellende dat leidt.

Vanuit de verzorgingsgedachte en om mensen toch tot op zekere hoogte tegen zichzelf te beschermen, moet de pensioenfondsenconstructie blijven bestaan. Dit is een groot goed en het versterkt onze internationale concurrentiepositie. Maar, ik vind dat pensioenfondsen hierbij de doelstelling moet worden opgelegd om alleen de nominale pensioenen zeker te stellen of zelfs te garanderen. Zo zijn alle werknemers in elk geval verzekerd van een 100 procent levenslange nominale pensioenuitkering. Ik durf hierbij zelfs zover te gaan dat alle pensioenfondsen dezelfde pensioenaanspraken moeten toezeggen. Bijvoorbeeld 2 procent middelloon, waarbij er nooit meer dan 25 procent in aandelen mag worden belegd. Mocht een pensioenfonds dan toch in problemen komen, dan kan de overheid garant staan voor een eventueel tekort via een Nationaal Pensioen Garantiefonds. Eventuele beleggingswinsten worden hierbij wel direct aangewend voor verhoging van de pensioenen.

Hoe kan dit vervolgens worden ingepast in de verschillende levensfasen van werknemers? Dat is in feite simpel, namelijk door het gehele budget van 115 procent salaris te verminderen met de kosten van deze nominale pensioentoezegging. Stel dat er nog 105 procent overblijft aan budget, dan kan het Levens Pensioen Budget er als volgt uit zien:

•Een Junior kan de 5% extra salaris gebruiken om alvast relatief goedkoop extra gegarandeerd pensioen in te kopen. Bij voorkeur in het eigen pensioenfonds. Ook kan gekozen worden om deze 5% gewoon als salaris uit te laten keren.
•Een medior zal normaal gesproken de 5% extra salaris uitbetaald willen hebben, vanwege de hogere kosten van levensonderhoud door opgroeiende kinderen. Maar ook hier kan worden gekozen om toch extra pensioen op te bouwen of zelfs combinaties.
•Een senior is gebaat bij een goed nominaal pensioen inclusief koopkrachtbehoud. Hij kan de 5% gebruiken om toekomstige toeslagen vanaf leeftijd 65 in te kopen.
•Een gepensioneerde ontvangt uiteraard geen salaris meer, maar kan nu wel genieten van een goede AOW en een naar eigen inzicht behaald oudedagspensioen. Eventueel inclusief toeslagen. Het zou hierbij prachtig zijn als ook de AOW flexibel wordt gemaakt.
Ik realiseer mij dat er talloze combinaties mogelijk zijn en dat de vier levensfasen absoluut niet te generaliseren zijn . De ene dertiger is nou eenmaal niet de andere dertiger. Wellicht is de constructie te eenvoudig weergegeven voor een complexe materie als dit. Aan de andere kant zijn de meest simpele oplossingen vaak de beste. Het gaat mij er in elk geval om, dat we het referentiekader ter discussie stellen. In Nederland wordt vaak te snel geroepen dat iets niet kan. Ik redeneer juist andersom door te stellen dat alles kan, zolang iedereen er maar van overtuigd is dat het kan.

Kortom, dit model biedt vele mogelijkheden en komt tegemoet aan de huidige specifieke eisen en wensen van veel werknemers. Het huidige stelsel heeft z’n beste tijd gehad… is althans mijn mening.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :