donderdag 21 mei 2009

Hoe lang is ons pensioenstelsel nog houdbaar?

De kredietcrisis heeft de zwaktes van ons pensioenstelsel genadeloos blootgelegd, zeggen critici. Ook als de fondsen erin slagen de dekkingsgraad weer op orde te krijgen, zijn structurele hervormingen onvermijdelijk. De Tilburgse hoogleraar Theo Nijman is niet zo somber, maar “we moeten wel lessen trekken uit wat er gebeurd is”.

Dorine van Kesteren

De suggestie van zekerheid. Dat is het probleem van het Nederlandse pensioenstelsel, zegt prof. Theo Nijman, hoogleraar Beleggingstheorie aan de Universiteit van Tilburg en wetenschappelijk directeur van Netspar. “Het huidige systeem straalt nadrukkelijk zekerheid uit voor de deelnemers. Zo van: als u 65 bent, krijgt u dit bedrag. Pas sinds een halfjaar realiseren we ons dat die garanties misschien niet zo hard zijn.”
Hebben de pensioenfondsen valse verwachtingen gewekt? Nijman formuleert nauwkeurig. “Zij hadden meer moeten belichten dat het bedrag dat een deelnemer normaal gesproken krijgt, in heel extreme gevallen lager kan uitpakken. En de kredietcrisis zie ik als zo’n extreem scenario.”
Dat pensioenfondsen beleggingsrisico’s nemen, is volgens Nijman onvermijdelijk. Anders zouden de premies de afgelopen jaren misschien wel 30 tot 50 procent hoger zijn geweest. Maar de fondsen moeten deelnemers voortaan wel meer inzicht geven in die risico’s en beter uitleggen wie de rekening betaalt als het resultaat minder is dan gehoopt. “Ze moeten zeggen: Er zijn risico’s in de economie, die gaan we aan in uw belang – om te voorkomen dat het pensioen veel te duur wordt – maar dat betekent wel dat we niet weten wat de uitkomst wordt. Als het meezit, krijgt u meer dan wanneer het tegenzit.”

Leeftijdsafhankelijk
Een ideaal pensioensysteem differentieert in de hoeveelheid risico die een deelnemer kan dragen, stelt Nijman. Terwijl de fondsen nu aan iedereen dezelfde schoenmaat verkopen, zouden er individuele pensioenproducten moeten komen – afhankelijk van leeftijd, functie, levensverwachting en bestaande pensioenopbouw. Vooral het onderscheid tussen ouderen en jongeren is belangrijk. “Een 85-jarige kan niet veel risico meer hebben, maar iemand van 30 kan zijn uitgavenpatroon nog vrij eenvoudig aanpassen, of besluiten een jaartje langer door te werken.”
Maak bijvoorbeeld de indexering van pensioenen leeftijdsafhankelijk, oppert hij. “Zodat ouderen altijd de helft van de inflatie gecorrigeerd krijgen, maar het voor jongeren afhangt van de financiële positie van het fonds. Uiteraard moet het fonds dan wel tijdig laten weten wat de verschillende scenario’s zijn: als de dekkingsgraad volgend jaar x is, is de indexatie y. Je kunt ook nog een stap verder gaan en de hoogte van de uitkering voor jongeren afhankelijk maken van het behaalde beleggingsrendement. Uiteindelijk zorg je dan dat de risico’s, die inherent zijn aan het stelsel, op een verstandige manier worden verdeeld.”

Toekomstbestendig
Maar is het stelsel ook toekomstbestendig zonder vergaande hervormingen? Nijman: “Ons stelsel is niet houdbaar als we alle risico’s eenzijdig bij jongeren neerleggen, zonder hen daarvoor te belonen. Dat gebeurt als de fondsen doorgaan met het volledig uitbetalen van pensioenuitkeringen of het indexeren, ook als de financiële markten zich niet tijdig herstellen. Dan raakt de taart op een gegeven moment op en komen alle pijnlijke maatregelen bij de jongeren terecht, die vervolgens allerlei wegen zullen zoeken om een pensioencontract te vermijden.”
Actie ondernemen dus. Welke maatregelen moeten de fondsen in hun herstelplannen opnemen om de dekkingsgraad – de verhouding tussen het aanwezige vermogen en de toekomstige verplichtingen – weer op de vereiste 105 procent te krijgen?
In het verhogen van de premies of het aanpassen van het beleggingsbeleid ziet Nijman weinig heil. Afstempelen, het evenredig korten op de pensioenuitkeringen, is de meest reële optie. Maar niet op korte termijn. “Mensen zijn daar nu absoluut niet op voorbereid, omdat altijd is uitgedragen dat hun pensioen veilig was. Bovendien is de kans groot dat de problemen over een jaar weer achter ons liggen en dan hoeven veel fondsen helemaal niet af te stempelen. Wel essentieel is om het nu al te vertellen aan mensen. Zeg hun dat als de financiële situatie van de pensioenfondsen over twee of drie jaar nog hetzelfde is, afstempelen noodzakelijk is. Dat geeft hun de tijd om aan het idee te wennen en het committeert de fondsen aan toekomstig beleid.”
Nijman realiseert zich dat afstempelen gevoelig ligt. Als hij het zou moeten uitleggen aan mensen, zou hij een beroep doen op hun solidariteit. Zeggen dat het niet fair is de risico’s door te schuiven naar de volgende generatie, en dat de gepensioneerden van nu een evenredig deel van de lasten moeten dragen. Tegelijk vindt hij het merkwaardig dat er zo weinig aandacht is voor de gevolgen van niet-indexeren. “Mensen zouden zich meer zorgen moeten maken over de waarschijnlijkheid waarmee fondsen de komende vijftien of twintig jaar indexeren. Stel dat de inflatie 1 of 2 procent is, gedurende vijftien jaar, en er wordt niet geïndexeerd, dan heb je een koopkrachtverlies in de orde van grootte van 15 tot 30 procent. Dat tikt veel harder aan dan afstempelen. Maar ja, emotioneel ligt dat anders, omdat mensen niet denken in koopkracht maar in euro’s.”
De meerderheid van de pensioenfondsen is binnen drie of vijf jaar uit de onderdekking, verwacht Nijman. Zijn vertrouwen in hun herstelvermogen is groot, omdat het Nederlandse stelsel een aantal “kostbare pluspunten” heeft. “Internationaal worden wij vaak aangehaald als voorbeeld. Dan gaat het om aspecten als verplichte deelname, lage kosten en een periodieke uitkering tot aan het overlijden. Ik denk dat pensioendeelnemers in Nederland veel minder door de kredietcrisis geraakt zijn dan elders. Maar dat wil niet zeggen dat we geen lessen moeten trekken uit wat er gebeurd is. Wat mij betreft is dat: duidelijk zijn over de risico’s en stoppen met het afgeven van langjarige garanties.”
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :