De overheid verplicht pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen jaarlijks aan de betrokkenen te melden hoever de opbouw van hun aanvullend (tweede- en derdepijler-)pensioen al gevorderd is. Waarom past de overheid dat niet toe voor de wettelijke pensioenen die ze zelf verstrekt? Dat vraagt kamerlid Maggie De Block (Open VLD). 'Sinds enkele jaren stuurt de overheid de mensen wel een pensioenraming toe als ze 55 worden. Dat is een hele vooruitgang, maar op 55 kan je je loopbaan nauwelijks nog veranderen. Voor vrouwen is dat extra belangrijk, die hebben vaak een “slechte loopbaan, voor het pensioen. Dan zouden ze de gevolgen daarvan tijdig zien.' Ze dient in de Kamer een resolutie in, die de overheid vraagt jaarlijks 'een stand van het pensioen' te verstrekken.
Gabriël Perl, topman van de Rijksdienst voor Pensioenen: 'Geen slecht idee. Maar we moeten het haalbaar maken. Op je 22ste weten dat je al een habbekrats hebt, heeft weinig zin. Pas op 55 een cijfer krijgen, is vrij laat. Ons eerste doel is op jongere leeftijd dan 55, de cijfers geven. Het tweede doel is de pensioensimulator (www.kenuwpensioen.be) individualiseerbaar maken en koppelen aan de persoonlijke pensioengegevens. Maar we kunnen dit alleen voor werknemers. Voor de zelfstandigen krijgen we te weinig gegevens van de sociale kassen. En de overheid begon tot voor kort pas pensioengegevens te verzamelen voor de ambtenaren, op het moment dat ze hun pensioenaanvragen indienden.'