Kunnen Belgische werknemers aangesloten worden bij een buitenlands pensioenstelsel? En is de Belgische fiscaliteit inzake pensioenopbouw in overeenstemming met het Europees recht?
De Europese Unie streeft al een aantal jaren naar een internationaler pensioenlandschap. Dat streven heeft geleid tot een Europese Richtlijn 2003/41/EG betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, die bij Wet van 26 oktober 2006 werd omgezet in het Belgisch recht. De Richtlijn (en in navolging daarvan de nationale wetgevingen) creëert een juridisch kader voor de oprichting van pan-Europese pensioenfondsen.
Zo’n fonds beheert de pensioenplannen van een internationale (groep van) onderneming(
en). Het gecentraliseerd beheer van het pensioenfonds moet leiden tot kostenefficiëntie en tot het maximaal benutten van de voordelen van schaalvergroting. Dat neemt niet weg dat de aangeslotenen bij de pensioenplannen
in de verschillende landen nog steeds de bescherming zullen genieten van de bepalingen van het lokale arbeidsrecht.
Het pan-Europees pensioenfonds zal dus met deze lokale wetgevingen op het vlak van arbeidsrecht rekening moeten houden. De toezichthoudende overheden in de verschillende landen (in België is dit de CBFA) zullen samenwerken om na te gaan of
de rechten van de aangeslotenen effectief beschermd zijn. Nochtans verwacht men niet dat de totstandkoming van pan-Europese pensioenfondsen voor morgen zal zijn. Het grootste obstakel in dat verband is ongetwijfeld de verscheidenheid in fiscale wetgeving tussen de verschillende Europese lidstaten.
Zoals bekend, voorzien de Verdragen inzake de Europese Unie niet in een harmonisatie van de fiscale regels op Europees niveau.
Niettegenstaande de Europese Commissie geen juridisch instrument heeft om een harmonisatie van de fiscale wetgevingen van de verschillende lidstaten rechtstreeks af te dwingen, kan zij toch bepaalde acties ondernemen op het fiscale front. Met name kan de Commissie optreden tegen nationale fiscale regels die een belemmering vormen voor het vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal. Precies op dit vlak heeft de Commissie België recent voor het Europees Hof van Justitie gedaagd. De Belgische fiscale wetgeving bevat namelijk regels die het gunstig fiscaal regime dat normaal van toepassing is naar aanleiding van de opbouw van pensioenrechten of op het ogenblik van de uitbetaling van pensioenprestaties, onderwerpt aan protectionistische voorwaarden.
Bijvoorbeeld is de bijdrage betaald in een pensioenplan slechts vrijgesteld als belastbaar beroepsinkomen in hoofde van de aangesloten werknemer voor zover de pensioenbijdrage betaald wordt aan een in België gevestigde verzekeringsonderneming of voorzorgsinstelling.
De advocaat-general bij het Europees Hof van Justitie heeftreeds op 3 oktober 2006 geadviseerd dat België hiervoor veroordeeld moet worden, maar op het ogenblik van de
redactie is de veroordeling nog niet uitgesproken door het Hof. Uit onze praktijk
blijkt dat de Belgische fiscale administratie doorgaans niettemin al met dit standpunt rekening houdt bij de behandeling van fiscale dossiers.
Bron: DLA Piper
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
