Landal GreenParks

vrijdag 19 november 2010

Belgische Pensioenatlas 2010 brengt pensioenlandschap in kaart

De toegenomen aandacht voor pensioenen staat in schril contrast met de beperkte informatie die hierover in België beschikbaar is. Op vraag van de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid voerde de Onderzoeksgroep Pensioenbeleid (Centrum voor Sociologisch Onderzoek) van de K.U.Leuven een grondige analyse uit van een aantal administratieve bronnen. Het resultaat is de ‘Belgische Pensioenatlas 2010’die op een overzichtelijke wijze informatie verstrekt die kan bijdragen tot een antwoord op enkele actuele vragen en uitdagingen voor het Belgische pensioenbeleid.

De Pensioenatlas combineert basisstatistieken over de Belgische gepensioneerden op individueel en huishoudniveau met een overzicht van het Belgische pensioensysteem, een overzicht van de socio‐demografische context en een situering van het Belgische pensioensysteem in een internationale context.

De cijfers uit de Pensioenatlas zijn afkomstig uit het Pensioenkadaster in combinatie met gegevens van het Rijksregister en hebben betrekking op het jaar 2007.

Pensioenatlas van België 2010

Gemiddeld pensioen van zelfstandigen, vrouwen en gepensioneerden boven de 85 ligt onder het globaal gemiddelde

Het individuele gemiddelde bruto pensioen uit de eerste pijler bedroeg in 2007 1.220 euro. Dit gemiddelde verbergt evenwel heel wat ongelijkheden en dient dus met de nodige omzichtigheid te worden geïnterpreteerd.

Gepensioneerden met enkel een rustpensioen ontvangen gemiddeld 1.290 euro, gepensioneerden met een overlevingspensioen 1.018 en gepensioneerden die gebruik maken van een inkomensgarantie voor ouderen (eventueel in combinatie met een rust‐ en/of overlevingspensioen) 742 euro. Gepensioneerde mannen krijgen gemiddeld 1.444 euro, vrouwen 1.037 euro en terwijl gepensioneerden tussen 60 en 64 jaar gemiddeld 1.537 euro ontvangen is dat bij de 85 plussers amper 1.160 euro. Ook deze uitsplitsingen blijven evenwel algemene gemiddeldes die heel wat variatie verbergen. Zo ontvangen gepensioneerden met een zuiver rustpensioen als werknemer gemiddeld 1.030 euro, zelfstandigen 569 euro en ambtenaren gemiddeld 2.227 euro.

Thuissituatie levert verrassende resultaten op

Als aanduiding van de individuele pensioenrechten zijn bovenstaande cijfers van groot belang. De cijfers van de verkregen pensioenen krijgen evenwel een heel andere betekenis wanneer men het pensioeninkomen op huishoudniveau bekijkt. Immers, bovenstaande cijfers houden geen rekening met het feit dat in bijna één derde van de koppels de vrouw geen enkel pensioen ontvangt. Bovendien hebben meer dan 10% van de gepensioneerde vrouwen een eerstepijlerpensioen van minder dan 200 euro, maar dit zegt weinig over de pensioensituatie op huishoudniveau. Veelal worden deze lage pensioenen immers gecompenseerd door hogere pensioenrechten van de echtgenoot.

Het mee in rekening brengen van de huishoudsituatie levert verrassende resultaten op. Bekijken we de situatie van de alleenstaande gepensioneerden, dan zien we dat het verschil tussen man (1.392 euro) en vrouw (1.362 euro) bijna volledig is weggewerkt. Vergelijken we deze bedragen met die van gepensioneerde koppelsdan zien we dat zij het relatief beter doen met een gemiddeld pensioenbedrag van 1.591 euro. Ook dit gemiddelde verbergt evenwel heel wat variatie. Koppels met twee alleenstaandenpensioenen hebben een gemiddeld pensioenbedrag van 1.690 euro, koppels met een gezinspensioen 933 euro.

35% vult wettelijk pensioen aan met aanvullend pensioen via de werkgever
De ‘Belgische Pensioenatlas 2010’ geeft niet enkel informatie over de eerste pensioenpijler. Uit de publicatie blijkt dat 35% van de gepensioneerden zijn/haar eerstepijlerpensioen aanvult met een aanvullend pensioen via de werkgever. Ook dit gemiddelde verbergt evenwel heel wat variatie. 45% van de mannelijke werknemers met een rustpensioen ontvangt een pensioen uit de tweede pijler tegenover 18% van de vrouwen, 34% van de 60‐ tot 64‐jarigen tegenover 27% van de 85‐plussers. Het aandeel gepensioneerden met een aanvullend pensioen van de werkgever stijgt met de hoogte van het pensioen uit de eerste pijler. Dit aanvullend pensioen wordt veelal als kapitaal uitgekeerd en bedraagt gemiddeld 94.677 euro.

In 2007 stroomden verhoudingsgewijs meer Vlaamse dan Waalse pensioentrekkers in
Naast een beeld van de hoogte en ongelijkheid van de Belgische pensioenen, schetst de Pensioenatlas ook een beeld van de pensioentrekkers die in 2007 instroomden. Over alle pensioeninkomsten samen stromen er, in verhouding tot de totale populatie, meer personen in die in het Vlaams Gewest wonen, evenveel uit het Waals Gewest en minder uit het Brussels Gewest. De indeling naar type pensioen toont echter een meer genuanceerd beeld over deze regionale instroom. Zo blijken er bij de individuen met een rustpensioenmeer uit het Vlaams en het Waals Gewest in te stromen. Ook op het gebied van overlevingspensioenen stroomden er in 2007 verhoudingsgewijs meer individuen uit het Vlaams Gewest in. Voor wat de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) betreft stroomden er dan weer minder personen uit het Vlaamse en Waalse Gewest in.

De verschillen in hoogte van het wettelijk pensioen van de instromers zijn eerder bescheiden. Al kan hier wel opgemerkt worden dat het gemiddeld bedrag van instromende gepensioneerden uit het Vlaamse en het Waalse Gewest doorgaans boven het globaal regionaal gemiddelde ligt en van individuen uit het Brusselse Gewest er onder. Voor wat de IGO betreft valt dan weer op dat de gemiddelde bedragen van alle drie de regio’s onder de globale gemiddelde regionale bedragen liggen. Voor het Brusselse Gewest is dit verschil eerder miniem maar zowel voor het Vlaamse als het Waalse Gewest gaat het om een aanzienlijk lager bedrag.
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij : Familus - 149 euro korting
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij : Landal GreenParks