Na de federale excellenties gaan ook de Vlaamse ministers zich buigen over een loonsinlevering. Vandaag gaat ook de werkgroep van start die onder meer de vergoedingen voor speciale functies in het parlement onder de loep moet nemen. Ook een aanpassing van de uittredingsvergoedingen ligt daar op tafel. Bedoeling was om de pensioenregeling voor de parlementsleden - die nu een volledig pensioen krijgen na 20 jaar in het parlement - in overeenstemming te brengen met de ambtenarenpensioenen. Zo staat het althans in het regeerakkoord.
Dat betekent dat een volledig pensioen zou worden gekoppeld aan een loopbaan van 45 jaar. Maar CD&V-kamerfractieleider Raf Terwingen stelde al voor om de soep iets minder heet op te dienen. Het nieuwe systeem voor de magistraten, waarbij een latere instroom verondersteld wordt, en die van 22,5 naar 36 loopbaanjaren zijn gegaan, is volgens hem een goed referentiepunt. Hoe dan ook is er overleg met de regio's nodig, omdat ook de gediende jaren in andere parlementen meetellen.
Voor de hervorming van de parlementaire pensioenen is overleg nodig met de vele andere parlementen van het land, maar rond de inperking van de weddes wil kamervoorzitter André Flahaut (PS) in de komende weken al knopen doorhakken. Ook zijn vergoeding en die van senaatsvoorzitter Sabine de Bethune (CD&V), met 16.566 euro ongeveer de helft meer dan de premier en de ministers-presidenten, zullen worden bijgesteld. Op Vlaams niveau stelde Jan Peumans (N-VA) zijn vergoeding al met 4.000 euro naar beneden bij.
Vervolg