Op de tweede vergadering van de werkgroep die de parlementaire lonen onder de loep neemt, werd gisteren duchtig met cijfers en procenten gegoocheld.
Eerst de cijfers. De fractievoorzitters van meerderheid en oppositie kwamen overeen de loopbaan voor een volledig pensioen effectief op te trekken van 20 naar 36 jaar, zoals vorige week al was aangekondigd (DS 11 januari). De pensioenleeftijd wordt in één moeite opgetrokken van 55 naar 62 jaar. Voor parlementsleden die nu bijna 55 jaar zijn, komt er wellicht een overgangsregeling.
De enige dissidente stem kwam gisteren van Jean-Marie Dedecker (LDD). Vooral het voorstel rond de pensioen gaat er bij hem niet in. 'Politici staan in een schietkraam en zitten constant op de schopstoel. Elke loopbaan eindigt met de volgende verkiezingen. Ik ben bereid in te leveren om te matigen in tijden van crisis, maar dan op basis van een gezonde arbeids- en loonanalyse.'
Vervolg