zaterdag 13 maart 2010

Nederlandse pensioenfondsen kopen nauwelijks nog aandelen

In het laatste kwartaal van 2009 nam de waarde van de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen voor het vierde opeenvolgende kwartaal toe – zo blijkt uit gegevens van De Nederlandsche Bank. De groei werd veroorzaakt door netto aankopen van effecten van EUR 5 miljard en koerswinsten op aandelen en deelnemingen van ruim EUR 18 miljard. De prijzen van obligaties bleven gemiddeld vrijwel constant ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Het belegde pensioenvermogen kwam ultimo 2009 uit op EUR 649 miljard, bijna EUR 20 miljard onder dat van eind 2007.

De effectentransacties van pensioenfondsen stonden in het teken van de voortgaande overheveling van hun directe beleggingen naar indirecte beleggingen via beleggingsfondsen (zie grafiek). Zo verkregen de pensioenfondsen ruim EUR 16 miljard aan nieuwe participaties, waar inwisseling van rechtstreekse beleggingen in vooral Amerikaanse en Braziliaanse aandelen en Brits schuldpapier – in totaal EUR 15 miljard – tegenover stond. Daarnaast werd voor EUR 4 miljard direct geïnvesteerd in staatsleningen uit het eurogebied, met name Duitse en Franse.

Het belang van participaties in de totale beleggingen van pensioenfondsen is toegenomen tot EUR 373 miljard of bijna 58% per eind 2009. Nederlandse participaties vertegenwoordigden daarbinnen EUR 299 miljard, hetgeen sterk verband houdt met deelname door de pensioenfondsen in 'fondsen voor gemene rekening' (fgr´s). Deze fondsen zijn opgezet door een aantal grote pensioenvermogensbeheerders, die daarmee beleggingen van pensioenfondsen en andere institutionele beleggers bundelen. Fgr’s zijn een relatief nieuwe beleggingsbeheersvorm voor de pensioenfondsen, die schaalvergroting en een hogere kostenefficiëntie mogelijk moeten maken.

Indien door de beleggingen van pensioenfondsen in fgr’s wordt heen gekeken ('look through') dan blijkt dat ultimo 2009 de uiteindelijke beleggingssamenstelling van pensioenfondsen niet veel is veranderd ten opzichte van het gemiddelde in 2008. Zo bleef de verhouding tussen aandelen en obligaties nagenoeg constant op 31% en 42% van het totaal. Er trad echter een verschuiving van circa zeven procentpunten van Nederlandse naar buitenlandse effecten op, vooral ten gunste van waardepapier uit de rest van het eurogebied (toename van het aandeel met ongeveer vijf procentpunten).
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :