Landal GreenParks

zondag 30 september 2007

Jaarlijkse statistiek 2006

De jaarlijkse statistiek 2006 van de Rijksdienst voor Pensioenen kan hier geconsulteerd worden.

Betaling van een vakantiegeld in de maand mei

De personen die een werknemerspensioen ontvangen (rust- en/of overlevingspensioen) in de maand mei 2007, ontvangen een vakantiegeld.

Dit wordt bij het maandelijks bedrag van het pensioen gevoegd en samen uitbetaald.

De maximumbedragen van het globaal vakantiegeld op 01.05.2007 zijn :

Gezin : 670,00 EUR
Alleenstaande : 535,99 EUR
De bedragen van het globaal vakantiegeld worden met 5 % verhoogd voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen dat is ingegaan vóór 01.01.1968.

Op 01.05.2007 bedragen deze maximaal :

Gezin : 703,50 EUR
Alleenstaande : 562,79 EUR
Het bedrag van het vakantiegeld mag niet hoger zijn dan het voor de maand mei te betalen maandbedrag werknemer.

De betalingsvoorwaarden kunnen verschillen naargelang u een rustpensioen of een overlevingspensioen geniet.

De personen die enkel een pensioen als zelfstandige genieten (rust- en/of overlevingspensioen), ontvangen geen vakantiegeld in de maand mei. Sommige gepensioneerde zelfstandigen kunnen, onder bepaalde voorwaarden, een pensioenbijslag zelfstandige een een bijzondere bijslag zelfstandige ontvangen in de maand juli 2007.

Het samen genieten van een overlevingspensioen en bepaalde sociale uitkeringen

Sinds 01.01.2007 kunnen de vergoedingen wegens ziekte, onopzettelijke volledige werkloosheid of invaliditeit samen worden genoten met een overlevingpensioen werknemer gedurende een periode van twaalf maanden. Indien het betaalde overlevingspensioen hoger is dan het bedrag van de Inkomensgarantie voor ouderen, wordt het teruggebracht tot het niveau van de IGO.

Vervolg

Verhoging van het bedrag van de toegelaten arbeid voor bepaalde pensioenen

Hier vindt U de volledige tabel

De pensioenbonus

Op basis van de wet van 23.12.2005 betreffende het generatiepact heeft het Koninklijk Besluit van 01.02.2007 (Belgisch Staatsblad van 09.02.2007) een pensioenbonus ingesteld voor de werknemers die hun beroepsloopbaan verlengen.

Deze nieuwe maatregel is van toepassing op de pensioenen die ten vroegste op 01.01.2007 ingaan.

Om van de bonus te genieten moet u :
- uw beroepsactivititeit als werknemer verder zetten vanaf :
* het jaar waarin u 62 wordt, of
* het jaar waarin u een loopbaan van 44 jaren kunt bewijzen.

De bonus bedraagt 2 EUR per dag effectieve tewerkstelling ( VTE of voltijdse dagequivalenten). De bonus bedraagt steeds 2 EUR, of hij nu als aanvulling komt bij een rustpensioen (gezin of alleenstaande) of een overlevingspensioen.

De in aanmerking genomen arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen moeten gepresteerd zijn tijdens een welomschreven periode van uw beroepsloopbaan.

Begin van de periode :
1 januari van het jaar waarin u 62 jaar wordt of
1 januari van het jaar waarin een 44ste kalenderjaar in uw loopbaan begint.
Enkel de gepresteerde dagen vanaf 01.01.2006 worden in aanmerking genomen.

Einde van de periode:
de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin uw pensioen ingaat en uiterlijk de laatste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt.
Indien uw loopbaan geen 45 jaar tewerkstelling bereikt op deze datum, wordt de periode verlengd tot 31 december van het jaar waarin het 45ste loopbaanjaar bewezen wordt.
Jan, geboren in december 1945, werkt tot zijn 65 jaar en gaat met pensioen op 01.01.2011. De bonus van 2 EUR wordt toegekend voor elke gepresteerde werkdag tussen 01.01.2007 (jaar van de 62ste verjaardag) en 31.12.2010 (de maand die de ingangsdatum van zijn pensioen voorafgaat). De bonus bedraagt dan 312 (dagen) x 4 (jaren) x 2 EUR = 2.496 EUR.

De gelijkgestelde dagen geven recht op een pensioenbonus voor maximum 30 dagen per kalenderjaar. Indien een kalenderjaar enkel gelijkgestelde dagen telt, kan voor dat jaar geen enkele bonus toegekend worden.

In tegenstelling tot de berekening van het pensioen zelf, wordt wel rekening gehouden met het jaar dat voorafgaat aan de ingangsdatum van het pensioen : voor dat jaar is de bonus gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller gelijk aan het aantal maanden dat voorafgaat aan de ingangsdatum van het pensioen.

Voor het laatste kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan de ingangsdatum van het pensioen is het bedrag van de bonus gelijk aan het bedrag van het vorige jaar.


Maria neemt haar pensioen op 01.10.2009. In de loop van 2006 bereikte zij haar 44ste jaar tewerkstelling. Het jaar 2006 telt 1 effectieve dag van tewerkstelling en 311 gelijkgestelde dagen. Het jaar 2007 telt 20 effectieve arbeidsdagen en 292 gelijkgestelde dagen. De bonus wordt als volgt toegekend :

2006 : 1 arbeidsdag en 30 gelijkgestelde dagen, dus 31 bonusdagen ;
2007 : 20 arbeidsdagen en 30 gelijkgestelde dagen, dus 50 bonusdagen ;
2008: 50 bonusdagen ;
2009: 9/12 (haar pensioen gaat in op 01.10.2009) x 50 bonusdagen, afgerond zijn dit 38 bonusdagen.
Dit geeft in totaal 169 bonusdagen, wat leidt tot een bonus van 338 EUR.


U ontvangt een Inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Wordt met de pensioenbonus rekening gehouden ?
De bonus wordt beschouwd als bestaansmiddel voor de berekening van de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Voor meer informatie verwijzen wij u naar de pagina "Inkomensgarantie voor ouderen - invloed van de bestaansmiddelen".

U bent grens- of seizoenwerknemer ?
De dagen die gepresteerd werden als grens- of seizoenarbeider geven geen recht op de bonus.

Hoe wordt uw pensioenbonus betaald ?
De bonus wordt bij het pensioen gevoegd en evolueert zoals het pensioen. Zo is hij gekoppeld aan de evolutie van de index van de gezondheidsindex.

Jan geniet een pensioen van 15.000 EUR en een bonus van 2.496 EUR. In totaal krijgt hij 17.496 EUR per jaar, of 1.458 EUR per maand. Bij een indexering zal zijn maandbedrag 1.487,16 EUR bedragen (of 1.458 + 2 %).


De bonus is belastbaar en onderworpen aan de sociale inhoudingen (ziekte- en invaliditeitsverzekering).

Wat gebeurt er bij overlijden ?
De bonus wordt toegekend aan de gerechtigde van een overlevingspensioen indien de overleden echtgenoot aan de voorwaarden voldeed bij het overlijden.

Jan geniet een gezinspensioen van 15.000 EUR en een bonus van 2.496 EUR. Bij zijn overlijden ontvangt Maria een overlevingspensioen van 12.000 EUR (15.000 x 80%) + 2.496 EUR bonus, dus in totaal 14.496 EUR.

De bonus blijft in zijn geheel verschuldigd zelfs wanneer het overlevingspensioen verminderd is door toepassing van de cumulatieregels of wanneer het niet langer betaalbaar is.

Jan geniet een rustpensioen van 12.000 EUR (voor een loopbaan van 40/45sten) en een bonus van 2.496 EUR. Zijn echtgenote Maria geniet ook een rustpensioen van 10.000 EUR. Bij het overlijden van Jan wordt het cumulatieplafond vastgelegd op 14.850 EUR (12.000 x 45/40 x1,1). Maria zal als overlevingspensioen 4.850 EUR ontvangen (14.850 - 10.000). Ze zal wel helemaal kunnen genieten van de bonus van 2.496 EUR. Deze bonus kan eventueel verhoogd worden met haar persoonlijke bonus).


Wat gebeurt er als uw pensioen niet langer betaalbaar is ?
De bonus blijft verschuldigd zelfs wanneer uw pensioen niet meer betaalbaar is door toepassing van de cumulatieregels. Indien uw persoonlijk pensioen niet meer betaalbaar is omdat uw echtgenoot een gezinspensioen geniet, blijft uw bonus betaalbaar.

Wat gebeurt er bij een scheiding of een echtscheiding ?
De bonus is in zijn geheel verschuldigd aan de persoon die effectief de dagen gepresteerd heeft, die recht geven op een bonus.

Bestaat de pensioenbonus ook in andere pensioenstelsels ?
De wet op het generatiepact voorziet ook de betaling van een pensioenbonus in de regeling van de zelfstandigen. Verdere informatie vindt u op de website van het RSVZ (Rijksdienst voor sociale verzekeringen der zelfstandigen).

Betaling van een welvaartsbonus

De Federale Regering heeft beslist om in april 2007 aan sommige gepensioneerden een welvaartsbonus toe te kennen. Ongeveer één miljoen gepensioneerden zullen van deze bonus genieten.

Aan welke voorwaarden moet u voldoen?
Er zijn twee verschillende bedragen :

- u ontvangt een welvaartsbonus van 35 EUR als u voldoet aan de volgende twee voorwaarden :
* u geniet een rust- en/of overlevingspensioen als werknemer of als zelfstandige genieten dat is ingegaan vóór 01.01.1993 ;
* u hebt minstens 10 jaar en hoogstens 19 jaar gewerkt. Indien u een overlevingspensioen geniet, worden de jaren van uw overleden echtgenoot ook in aanmerking genomen.

- u ontvangt een welvaartsbonus van 75 EUR als u voldoet aan één van de volgende voorwaarden :
* u geniet een rust- en/of overlevingspensioen als werknemer of als zelfstandige dat is ingegaan vóór 01.01.1993 en u heeft minstens 20 jaar gewerkt. Indien u een overlevingspensioen geniet, worden de jaren van uw overleden echtgenoot ook in aanmerking genomen.
* u geniet in maart 2007 het gewaarborgd minimumpensioen als werknemer.
* u geniet in maart 2007 een gewaarborgd minimumpensioen als zelfstandige.

Hoe en wanneer wordt deze bonus betaald?
De welvaartsbonus is een forfaitair bedrag : hij wordt éénmaal in april 2007 betaald. Een welvaartsbonus zal ook worden betaald in april 2008 en het bedrag ervan zal minstens gelijk zijn aan het bedrag van april 2007.

De welvaartbonus zal afzonderlijk van uw gewoon maandbedrag worden betaald, maar zal echter op dezelfde dag worden betaald. Concreet betekent dit dat u op dezelfde dag 2 betalingen zal ontvangen (dit wil zeggen 2 overschrijvingen of 2 postassignaties).

Op de welvaartbonus worden bedrijfsvoorheffing noch sociale bijdragen ingehouden. U ontvangt effectief 35 EUR of 75 EUR.

Indien u recht hebt op de welvaartsbonus zal u ten laatste op 10.04.2007 persoonlijk worden aangeschreven. Alle bijkomende inlichtingen kunt u uiteraard verkrijgen op het gratis telefoonnummer 0800/50.246, van maandag tot vrijdag van 8u30 tot 12u en van 13u tot 17u.

Toekenning van pensioenen beneden 100 EUR

In het verleden werd een pensioen niet toegekend als dit niet meer dan 99,16 EUR (index 118,47) bedroeg. Vanaf 01.02.2007 is deze regel afgeschaft.

Dit betekent dat :

- indien uw dossier nog in onderzoek is, een beslissing wordt genomen die rekening houdt met deze nieuwe regel ;
- als u in het verleden geen pensioen werd toegekend omwille van deze regel, u een nieuwe aanvraag kan indienen. U kunt deze aanvraag per gewone brief toezenden en uw pensioen zal dan toegekend worden vanaf de maand volgend op uw aanvraag.

! Indien uw maandelijks te ontvangen pensioen echter niet hoger is dan 32,70 EUR (index 118,47), wordt uw pensioen jaarlijks uitbetaald in de loop van de maand december.

Jaarverslag 2006 - Rijksdienst voor Pensioenen

Het jaarverslag 2006 van de Rijksdienst voor Pensioenen is verschenen.

zaterdag 29 september 2007

Armoede bij Belgische gepensioneerden daalt niet

Het aantal armen bij de gepensioneerden daalt niet in België. In andere Europese landen wel.

In 1980 kon in België goed 12 procent van de gepensioneerden arm genoemd worden. Toen was België daarmee het op een na beste land in Europa, na Nederland. In sommige landen was op dat ogenblik 30 procent van de gepensioneerden arm.

Al die landen hebben afgelopen dertig jaar de positie van hun gepensioneerden flink verbeterd. De meesten hebben nu minder dan 10procent armen onder hun bejaarden. Bij ons is de positie van de gepensioneerden nauwelijks verbeterd; daardoor haalt België nu de op twee na slechtste score. Enkel het Verenigd Koninkrijk en Spanje doen het nog minder goed. België zat in de kopgroep maar is daaruit weggegleden en zit nu in de staart.

Dat blijkt uit cijfers van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen. Karel Van den Bossche brengt die maandag naar voren op een colloquium van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Die cijfers houden enkel rekening met het inkomen van de gepensioneerden, niet met hun vermogen. Als het erg verspreide bezit van een eigen huis in België wordt meegerekend (maar dan ook bij de rest van de bevolking) daalt het aantal armen bij de gepensioneerden maar worden de cijfers voor de bejaarden die geen eigen huis hebben, beduidend slechter. Dat bevestigt het adagium dat een eigen huis het beste aanvullende pensioen is.

Wat verklaart deze ongunstige evolutie? De Belgische pensioenen zijn de afgelopen twintig, dertig jaar, niet mee geëvolueerd met de welvaart. Ze werden wel geïndexeerd (aangepast aan de inflatie) maar ze waren niet 'welvaartsvast': ze werden niet opgetrokken toen de welvaart van de andere bevolkingsgroepen steeg.

Dat gold voor alle sociale uitkeringen. En dat had een eenvoudige verklaring. Ons land heeft zoveel mensen die van een uitkering leven, en zo weinig mensen die werken en bijdragen betalen ter financiering van de sociale zekerheid, dat het de uitkeringen niet kón verhogen. Een grotere inbreng van de overheid in de sociale zekerheid was onmogelijk omdat die een ontzettend grote staatsschuld moest terugbetalen.

In België werkt vandaag maar 60 procent van de bevolking op actieve leeftijd (65 procent in Vlaanderen, maar 50 à 55 procent in Brussel en Wallonië).

Het vroege stoppen met werken - en dus de korte loopbaan - is ook een ramp voor het inkomen van veel Belgische gepensioneerden.

Het armoederisico in België is het grootst voor een paar dat van één pensioen moet leven; daarna volgen de alleenstaanden; dan de paren met twee pensioenen.

Tot de jaren negentig waren veel meer Vlaamse dan Waalse gepensioneerden arm. Dat was een gevolg van de hoge Waalse lonen na de oorlog. Sinds de jaren negentig zijn de Waalse pensioenen aan het dalen omdat ze almaar meer jaren werkloosheid omvatten. Vorig jaar was het gemiddelde Vlaamse pensioen voor het eerst hoger dan het Waalse.

Afgelopen decennia is wel opslag gegeven aan de oudste en de allerlaagste pensioenen. De positie van de 75-plussers is daardoor wat verbeterd. Was dat niet gebeurd, dan was het percentage armen niet gelijk gebleven maar gestegen.

donderdag 27 september 2007

Updating the Debate on Intergenerational Fairness in Pension Reform

Hoe (on)rechtvaardig is het om jongere generaties op te zadelen met de factuur voor de pensioenen van oudere generaties? Deze paper van het Oxford Institute of Ageing onderzoekt de bestaande argumenten over de billijkheid van ofwel repartitie, ofwel een beleid dat elke generatie verantwoordelijk stelt voor de pensioenimpact van haar eigen lagere vruchtbaarheid.

De meeste rapporten die de specifieke implicaties van een hogere levensverwachting en lagere vruchtbaarheid voor pensioenhervorming onderzoeken, besluiten dat het redelijk en fair is om van de babyboom generatie (en alle daaropvolgende generaties) te verwachten dat ze de volledige kost van haar hogere levensverwachting draagt. De studies verschillen daarentegen aanzienlijk wat betreft de kosten die de lagere vruchtbaarheid met zich meebrengt. Deze paper van het Oxford Institute of Ageing onderzoekt de bestaande argumenten over de billijkheid van een beleid dat de huidige werkende generatie opzadelt met de volledige impact van haar lagere vruchtbaarheid op de pensioenuitgaven. De belangrijkste bijdrage van de studie bestaat uit een update van het debat over intergenerationele rechtvaardigheid bij pensioenhervormingen.

Het probleem van intergenerationele rechtvaardigheid bij pensioenen heeft minstens zoveel belang voor de beleidsmaker die het repartitiesysteem op lange termijn willen veiligstellen als voor diegenen die radicale hervormingen bepleiten. In de discussie over de rechtvaardige allocatie van de kosten van het pensioen van de babyboom generatie is het verleidelijk de lage vruchtbaarheid van deze generatie aan te halen en de babyboomers verantwoordelijk te stellen voor hun eigen pensioen. Howse stelt dat we aan deze verleiding dienen te weerstaan. De keuze voor beleidsmakers moet eerder gesitueerd worden tussen het opleggen van een dubbele last aan de huidige werkende generatie en het fiscaal uitvlakken van de kosten over toekomstige werkende generaties.

Lees het volledige rapport hier.

Oud Europa

Europa is vandaag al het “oudste continent” ter wereld, zo blijkt uit het mondiale vergrijzingsrapport van de Verenigde Naties. In West- en Zuid-Europa is bijna een kwart van de bevolking 60 jaar of ouder. De andere delen van Europa zijn nauwelijks jonger. De wereldwijde top twintig van landen met het hoogste percentage 60-plussers wordt, op Japan na, volledig bezet door Europese landen. In België is vandaag bijna 23% van de bevolking ouder dan 60 jaar. Daarmee is België officieel het achtste oudste land van de hele wereld. De komende decennia, hoeft het nog gezegd, zal de vergrijzing nog sterk doorzetten.

Lees het volledige rapport hier.

Jaarlijks verslag 2007 - Studiecommissie voor de Vergrijzing

Het jaarlijkse verslag van Studiecommissie voor de vergrijzing heeft de geschatte kostprijs van de vergrijzing opnieuw naar omhoog bijgesteld. De groei van de tweede pensioenpijler blijkt daarenboven problematisch. De noodzaak tot versnelde uitbouw van aanvullend pensioen is hiermee opnieuw beklemtoond.

Lees het volledige verslag hier.

Swiss Life Belgium staat te koop

De Zwitserse verzekeraar Swiss Life wil haar activiteiten in België volledig verkopen. De Zwitsers stelden al een zakenbank aan die de verkoop moet voorbereiden en begeleiden. Dat bericht De Standaard donderdag.

Volgens meerdere bronnen wil de beursgenoteerde moeder in Zwitserland haar activiteiten in ons land volledig verkopen.

Hoever het verkoopproces is gevorderd, is niet duidelijk. Volgens één bron zouden de Zwitsers de verkoop graag tegen begin volgend jaar rond hebben. Anderen benadrukken dat het dossier nog in een prille fase zit. Irene Fischbach, de woordvoerster van Swiss Life in Zürich, wilde woensdag niet reageren.

Swiss Life is sinds 1955 in België actief en telt momenteel 360 medewerkers. Met een marktaandeel van 1,6 procent behoort de maatschappij tot de toptien van de levensverzekeraars in ons land.

Swiss Life Belgium kwam onlangs in opspraak door de affaire Spaar Select. In dat dossier vervolgt het Antwerpse parket de verzekeraar voor de verkoop van misleidende hypotheekleningen door het intussen failliete Spaar Select. De verzekeraar vroeg bijkomend onderzoek en hoopt alsnog buiten vervolging te worden gesteld.

woensdag 26 september 2007

Belgian Pension Academy (BPA) -Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen

De BVPI biedt een multi-disciplinaire opleiding aan onder de benaming “Belgian Pension Academy” (kortweg BPA).

De lessenreeks beoogt een praktijkgerichte informatie- en kennisoverdracht. De onderwerpen die aan bod komen, worden benaderd vanuit de praktijk door lesgevers die beschikken over een bijzondere expertise in hun specifieke materie.

De inhoud van het programma voor het academiejaar 2007-2008 werd volledig herzien in het licht van alle recente ontwikkelingen en is aangepast aan de nieuwe reglementering ter zake.

De nieuwe wet inzake het toezicht op de IBP’s (Instellingen voor Bedrijfspensioenvoorziening) met de nieuwe juridische vorm van het OFP Organisme voor de Financiering van Pensioenen), haar uitvoeringsbesluiten en CBFA circulaires, de nieuwe jaarrekeningen, het nieuwe fiscale regime, e.d.m. zullen uitvoerig toegelicht worden.

De BPA opleiding start in oktober 2007 haar zesde jaar.

De BPA opleiding richt zich in het bijzonder tot eenieder die actief is in de materie van de aanvullende pensioenen, zij het als bestuurder van een Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening (IBP, voordien pensioenfonds of pensioenkas), als lid van één van de operationele organen van een IBP, als werknemers- of werkgeversvertegenwoordiger, als sectorinrichter of als werknemer van de
bijdragende onderneming met verantwoordelijkheden inzake aanvullende pensioenregelingen, als benefit consultant, jurist, advocaat of fiscalist actief in de sector als dienstverlener aan IBP’s,… alsook aan anderen geïnteresseerd en professioneel actief in de pensioenen van de tweede pijler.

Meer info.

Wie zal de betaalbaarheid van de vergrijzing betalen?

De kosten van de vergrijzing bezorgen onze beleidsmakers hoe langer hoe meer grijze haren. Afgelopen week berekende de Studiecommissie voor de Vergrijzing ons voor dat deze kosten naar boven moeten worden herzien. Dat gebeurt al voor het derde jaar op rij waardoor de ingeschatte omvang in evenveel tijd bijna verdubbelt. Hoe zou dat toch komen, kan men zich afvragen? Wat is de kans dat er in de toekomst nog opwaartse herzieningen moeten volgen? In een verhelderende nota legt VKW Metena haarfijn uit wat er schort aan de veronderstellingen van het Planbureau en de Vergrijzingscommissie die maken dat de kosten serieus worden onderschat.

Tekst VKW Metena

VKW Metena, opgericht in de schoot van de christelijke werkgeversorganisatie VKW, wil zich in de Belgische en Vlaamse context profileren als een onafhankelijke denktank. VKW Metena heeft als doelstelling een constructieve bijdrage te leveren aan de discussies rond een aantal maatschappelijke problemen, met daarbij speciale aandacht voor de thematiek van en rond het ondernemingsgebeuren.

VKW Metena richt zich op studiewerk waarbij een hoge mate van originaliteit wordt nagestreefd. Het bewandelen van platgelopen paden wordt zoveel mogelijk vermeden. Teneinde het studiewerk een zo degelijk mogelijk gehalte mee te geven wordt getracht maximaal werk te maken van de uitbouw van een netwerk, in Vlaanderen, in België én internationaal.

Alhoewel speciale aandacht besteed wordt aan het bedrijfsgebeuren behoort het toch ook uitdrukkelijk tot de roeping van VKW Metena om aandacht aan maatschappelijke fenomenen te besteden die veel breder gaan dan de louter ondernemingsgebonden materies.

De toekomst van onze pensioenen

Om de reflectie over de socialezekerheidsstelsels, meer bepaald over de uittredings- en pensioensystemen - een thema op de politieke agenda - te bevorderen, heeft het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 18 juni 2004 een lunchbijeenkomst georganiseerd rond het boek van David Cosandey “La faillite coupable des retraites : comment nos assurances vieillesse font chuter la natalité ?”1. Eerst heeft de auteur de stellingen van zijn boek kort toegelicht.
Vervolgens hebben demograaf Michel Loriaux (SPED, Institut de Démographie van de UCL), econoom Michel Englert (adviseur bij het Federaal Planbureau) en sociologe Corinne Gobin (directrice van de GRAID, Institut de Sociologie van de ULB) hun kritische stem over het boek laten horen. Ten slotte hebben de sociale gesprekspartners commentaar gegeven op de problematiek van de vergrijzing in het algemeen en op de stellingen die David Cosandey (dokter in de theoretische fysica en werkzaam bij de Banque cantonale van Zürich) terzake verdedigt. Dit dossier bevat een ruim verslag van die bijeenkomst.

Document

maandag 24 september 2007

Groei sectorale plannen kleiner dan verwacht

In juli publiceerde de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) haar langverwachte verslag over de sectorale pensioenstelsels. Het verslag beschrijft de periode 2004/2005, soms aangevuld met de situatie op 1 januari 2007. Het levert een aantal interessante vaststellingen op:
• Eind 2005 bestonden er 13 sectorale stelsels, goed voor een tewerkstelling van 410.053 werknemers. Begin 2007 telde de CBFA er 20, met in totaal 633.350 werknemers. Vaak ging het om aanpassingen van bestaande stelsels. De 3 grootste paritaire comités - metaal, voeding en bouw - zijn goed voor 402.067 werknemers, hetzij 64 % van het totaal. De overige 17 paritaire comités stellen samen 231.463 werknemers tewerk.
• Sectorpensioenen blijken vooral een zaak van arbeiders. 13 van de 20 stelsels kwam tot stand in een paritair comité dat uitsluitend bevoegd is voor arbeiders, 3 in een paritair comité voor bedienden en 4 in een gemengd paritair comité.
• De werknemers met een sectoraal pensioenstelsel zijn overwegend mannen (86 %). Sectorale pensioenplannen komen immers veelal voor in sectoren met een typisch mannelijk profiel.
• De meerderheid van de sectorale stelsels is van het type vaste bijdragen. Het niveau van de bijdragen varieerde in 2004/2005 tussen 1 % en 1,5 %.
• De 2 grootste sectoren - metaal en bouw - opteerden voor een pensioenfonds (IBP),
daarom vertegenwoordigen de IBP’s 58 % van de betrokken werknemers. De meeste pensioenstelsels worden echter beheerd door een verzekeraar.
• 98 % van de arbeiders is tewerkgesteld in een paritair comité met een sociaal
pensioenstelsel tegenover 11 % van de bedienden.
• Het aantal sectorale pensioenplannen neemt langzaam toe, maar de verhoopte democratisering van de tweede pijler blijft voorlopig uit.

Het verslag staat op de website van de CBFA: www.cbfa.be onder de rubriek “Aanvullende pensioenen”.

bron: abvv

zaterdag 22 september 2007

Schuld zal oplopen om vergrijzing te financieren

Amerikaanse kredietwaardigheidsanalist geeft België slechte punten.


Conjunctuur

Het jongste jaar is de overheidsschuld die België tegen 2050 zal torsen, verder opgelopen. Dat blijkt uit een veeleer theoretische studie van Standard& Poor's. De Amerikaanse kredietwaardigheidsanalist gaat jaarlijks na hoe de schuld evolueert bij 32ontwikkelde landen, waaronder België. In vergelijking met vorig jaar verbeterden de vooruitzichten in de meeste landen, met uitzondering van Oostenrijk, Zweden, Slovenië, Slovakije, Litouwen en België. Die landen nemen blijkbaar niet voldoende maatregelen om de kosten van de vergrijzing van de bevolking op te vangen.

'Voor mij', zegt Ivan Van de Cloot, 'is de evolutie van de overheidsschuld niet de enige en evenmin de beste indicator voor de mate waarin een land probeert de kosten van de vergrijzing op te vangen. Bovendien volstaan vaak kleine aanpassingen aan de gemaakte veronderstellingen om heel andere resultaten te bekomen.'

Van de Cloot is verbonden aan de studiedienst van ING. Hij is gespecialiseerd in de Belgische economie en maakte al ettelijke studies over de betaalbaarheid van de Belgische pensioenen.

Van de Cloot kijkt liever naar de 'tax gap', de mate waarin het 'primair saldo' volstaat om de vergrijzing te financieren. Het 'primair saldo' is economenjargon voor het bedrag dat overblijft als van de belastinginkomsten alle overheidsuitgaven worden afgetrokken, met uitzondering van de rentebetalingen op de overheidsschuld.

In ons land kwam dat surplus vóór de eerste paarse regering nog uit op 7% van het bruto binnenlands product. Sindsdien is het ingekrompen tot 4%.

'De regering heeft dus kansen laten schieten om reserves op te bouwen. En die hebben we broodnodig', zegt Van de Cloot. 'De pensioenen liggen in ons land al onder het Europese gemiddelde, terwijl de belastingdruk nagenoeg de hoogste is in Europa. Bovendien slepen we ondanks alle inspanningen nog steeds een grote overheidsschuld uit het verleden mee. Veel manoeuvreerruimte hebben we dus niet.'

Het probleem kan natuurlijk opgelost worden door de mensen veel langer te laten werken, maar dat ligt politiek gevoelig. De actieve generaties meer laten afdragen om de pensioenen betaalbaar te houden, is een andere oplossing. Maar hoe ver kan je daarin gaan? 'We spreken tegen 2050 dan toch over meerdere maandlonen per jaar die moeten worden afgedragen aan de gepensioneerden.'

'De bijl zetten in de overheidsuitgaven lijkt de enige rechtvaardige oplossing. Nederland gaat die richting uit en in de nuchtere Nederlandse samenleving is er ook een draagvlak voor dat beleid. De Franse president Nicolas Sarkozy stelde soortgelijke maatregelen voor, maar bij onze zuiderburen is het uiteindelijk toch meestal de democratie van de straat die het haalt op die van de staat.'

vrijdag 21 september 2007

Verhoging grenzen toegelaten beroepsarbeid gepensioneerden met overheidspensioen

Gepensioneerde 65-plussers met een overheidspensioen mogen in 2006 15% meer bijverdienen (in vergelijking met 2005) zonder dat dat gevolgen heeft voor hun pensioen. In 2007 gaat het grensbedrag nog eens met 10% omhoog.

Als men een rustpensioen geniet, mag men nog een beroepsactiviteit als werknemer, ambtenaar of zelfstandige uitoefenen, op voorwaarde dat het brutoberoepsinkomen per kalenderjaar een bepaald grensbedrag niet overschrijdt. Voor gepensioneerde 65-plussers met een pensioen ten laste van de openbare sector is dat grensbedrag nu opgetrokken. In de pensioenregeling voor werknemers is al een soortgelijk KB verschenen.

Voor een volledig overzicht van de toegelaten jaarbedragen betreffende de cumulatie van een overheidspensioen met een beroepsactiviteit, verwijzen we naar de website van de Pensioendienst voor de overheidssector.

Inwerkingtreding: 1 januari 2006.

Zie ook: Pensioendienst voor de overheidssector

Bron : SDWorx

Bron: KB van 26 juli 2007 waarbij de grensbedragen van de toegelaten beroepsinkomsten voor bepaalde gepensioneerden verhoogd worden

Aanvullende bedrijfspensioenen (de volledige reeks)

Aanvullende bedrijfspensioenen winnen aan belang. Immers, door de toenemende druk op de financiering van de pensioenen is een goede uitbouw van deze ’tweede pijler’ onontbeerlijk. Maar tegelijk worden zij - mede door de wet Vandenbroucke van 15 mei 2003 - steeds complexer.

Tijdens de modulaire opleiding ‘Aanvullende bedrijfspensioenen’ krijgt u inzicht in het belang en de werking van deze ‘tweede pijler’. Nadien kunt u meepraten over de fiscale en sociaaljuridische aspecten van de materie. Stel zelf uw opleidingspakket samen!


Module 1: Essentiële aandachtspunten inzake aanvullende bedrijfspensioenen
www.klu.be/PESA

Module 2: Sociaaljuridische aspecten
www.klu.be/PESB


Module 3: Pensioenfondsen
www.klu.be/PESC

Module 4: Fiscale aspecten
www.klu.be/PESD

Plaats en data:
Affligem
De Montil
16-10-2007, 16-10-2007, 23-10-2007, 23-10-2007

Borgerhout
Scandic Hotel Antwerpen
15-04-2008, 15-04-2008, 22-04-2008, 22-04-2008


Prijs:
1 160 euro excl. 21 % btw


Meer info : Kluwer

Pensioenfondsen vinden weg naar België nog niet - Fiscaliteit Drie pan-Europese fondsen erkend

Het gaat om het Pfizer Pensioenfonds en het Pfizer Voorzorgsfonds van de Amerikaanse farmagroep Pfizer, en om het Pensioenfonds Groep-Staal, van de staalsector. Hun grensoverschrijdende activiteit beperkt zich tot het Groothertogdom Luxemburg. In feite betreft het de concentratie in België van de pensioenactiviteiten die voordien in de twee landen uitgeoefend werden. De erkenning van een vierde pan-Europees pensioenfonds is naar verluidt op komst.

Al bij al is het een voorzichtige start van het nieuwe statuut van 'Organisme voor de Financiering van Pensioenen (OFP)' dat België begin dit jaar, inspelend op een Europese richtlijn, opzette. Met een gunstig fiscaal regime en een soepel prudentieel toezicht probeerde België buitenlandse pensioenfondsen ervan te overtuigen zich in ons land te vestigen. De ambitie was om binnen 3 tot 5 jaar fondsen die samen 150 miljard euro beheren in België te hebben, wat goed zou zijn voor een Europees marktaandeel van 5 procent. Premier Guy Verhofstadt ging begin dit jaar het nieuwe regime promoten met roadshows in Genève en Londen.

Het Belgische offensief veroorzaakte onrust in Nederland, dat er een rechtstreekse aanval in zag op zijn sterke pensioensector en dat vreesde sommige fondsen naar België te zien vertrekken. Maar voorlopig lijkt Nederland zich niet veel zorgen te moeten maken. De Nederlandse minister van Sociale Zaken, Piet-Hein Donner, liet vorige maand weten dat er niet moet worden gevreesd voor een exodus van de pensioenfondsen.

Een grote vis heeft België met zijn nieuwe regime nog niet gevangen. België heeft er zelfs één verloren: Philips koos Luxemburg als vestigingsplaats voor zijn pan-Europees pensioenfonds. Toch rekent België er nog op meerdere multinationals te kunnen overtuigen om hun pensioenfondsen in België te vestigen. 'Er is interesse', luidt het bij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), 'we krijgen heel wat vragen. Maar het is begrijpelijk dat het nemen van zo'n beslissing in een multinationale onderneming wel wat tijd vergt'.

woensdag 19 september 2007

Over pensioenkijker.nl

De Stichting Pensioenkijker.nl wil het pensioenbewustzijn van de Nederlander vergroten. We gaan er met z’n allen nog veel te veel vanuit dat het met ons pensioen vanzelf goed komt. Maar dat is niet zo. Er zijn momenten in je leven waarop je er even bij stil moet staan. Bijvoorbeeld als je trouwt, kinderen krijgt, langdurig met verlof gaat, van baan wisselt of stopt met werken. Wie er meer over wil weten kan terecht op deze website voor objectieve en niet-commerciële informatie.

Bezoek de website

TaxTalk

TaxTalk is een groepsblog van Kluwer over fiscaliteit, accountancy, audit en vennootschapsrecht.
Het biedt lezers een platform voor open communicatie door middel van reacties en commentaren. TaxTalk zag midden april 2007 het levenslicht.

Let’s talk about tax
TaxTalk van Kluwer is een online-informatiebron over accountancy, fiscaliteit, audit en vennootschapsrecht. Daarnaast zullen ook andere relevante onderwerpen voor tax specialisten aan bod komen. Gaande van nieuws, opinie en praktische informatie, tot boekbesprekingen of verslagen van seminaries.

Groepsblog
TaxTalk is een groepsblog. Dit betekent dat meerdere auteurs eraan meewerken en artikels publiceren. Deze enthousiaste en bekwame Kluwer-medewerkers delen op deze manier hun expertise.

Open communicatie
TaxTalk is vrij toegankelijk en alle artikels zijn gratis. Bovendien nodigen wij onze lezers uit om te reageren en discussies over de besproken onderwerpen op te starten.

Bezoek de website

dinsdag 18 september 2007

Hewitt Global Report -- Global Retirement Update

During the third quarter of the calendar year, employers in Mexico should begin to assess the impact of a new accounting rule (NIF D-3) on their employment liabilities. The new rule, which will align Mexican standards more closely to IAS19, will apply to pension plans, long-service awards, termination and retirement indemnities, and other post-retirement benefits.

Please click here for full report.

Leergang Pensioenrecht Katholieke Universiteit Leuven

Pensioenrecht vandaag

De vergrijzing laat zich stilaan voelen. Het pensioenrecht dijt steeds verder uit en kent steeds complexere vraagstukken van sociale en fiscale aard. Inzicht in en kennis van het pensioenrecht zijn onontbeerlijk bij het oplossen van pensioenproblemen.

Het pensioenrecht omvat niet alleen de wettelijke pensioenen. Ook de aanvullende pensioenen en het individuele pensioensparen vallen onder het pensioenrecht. Hier valt een duidelijk juridisch onderscheid tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren op. Ook de brugpensioensstelsels, de canada-dry stelsels en de inkomensgarantie voor ouderen maken deel uit van het pensioenrechtelijke vraagstuk. Daarnaast neemt het aantal vragen van burgerrechtelijke en procesrechtelijke aard gestaag toe. Doorheen al deze materies loopt ook steeds meer een Europeesrechtelijke draad. Het pensioenrecht wordt duidelijk steeds meer een eigen rechtsgebied bestaande uit vele specifieke voorschriften van uiteenlopende aard. Deze nationale en Europese beleidsregels maken een gedegen inzicht in de rechtspraak en de werking van de toezichthouders en pensioeninstellingen onmisbaar.

Opzet van de leergang

De leergang heeft als doel inzicht te bieden in de systematiek, de achtergronden en de concrete toepassing van het pensioenrecht. De actuele academische kennis en praktijkkennis van het pensioenrecht worden op een hoog niveau overgedragen. Het pensioenrecht wordt daarbij als een zeer breed domein benaderd.

Na afronding van de leergang zijn de deelnemers in staat om pensioenvraagstukken zelfstandig te behandelen, de pensioenjuridische en -fiscale problemen af te bakenen, alsmede relevante wet- en regelgeving en rechtspraak toe te passen. In de lessen wordt uitgebreid ingegaan op actuele thema's relevant voor practici, zoals de implementatie van de WAP (Wet Aanvullende Pensioenen), discriminatievraagstukken in aanvullende pensioenen, de mogelijkheden van Canada Dry stelsels in bedrijven, de pensioenrechten bij de overgang van onderneming, de fiscale behandeling van aanvullende pensioenplannen, de berekeningswijze van de inkomensgarantie voor ouderen ...

Website

Bruno Tobback: "Pensioenen splitsen zou stom zijn"

Een splitsing van de pensioenen zou compleet idioot zijn en is geen onderwerp van discussie. Dat zegt minister van Pensioenen Bruno Tobback in Le Soir. Volgens de minister hangt de efficiëntie van het systeem deels af van het volume: hoe meer mensen bijdragen, hoe voordeliger het systeem. "Het is misschien utopisch, maar het idee zou een systeem op Europees niveau zijn", aldus Tobback.

Niet mals voor VBO
Tobback is in het interview niet mals voor het VBO, dat volgens hem wil besparen op de pensioenen. "Dat zou neerkomen op het institutionaliseren van armoede", waarschuwt hij. Tobback vindt voorts dat de pensioenen omhoog moeten. Hij pleit in dit kader voor begrotingsdiscipline.

Artikel Le Soir

De pensioentrein : De meest gestelde vragen

1. Waar moet ik mijn pensioenaanvraag doen?

U dient uw aanvraag best in bij het gemeentebestuur van uw hoofdverblijfplaats. Uw aanvraag mag ook rechtstreeks ingediend worden bij de Rijksdienst voor Pensioenen in de Brusselse Zuidertoren, in een gewestelijk bureau of tijdens een zitdag gehouden door de Rijksdienst in talrijke gemeenten. Personen die niet de mogelijkheid hebben zelf hun aanvraag in te dienen, mogen zich laten vertegenwoordigen door een meerderjarige persoon die in het bezit is van een volmacht die bij de aanvraag is gevoegd.

2. Op welke leeftijd kan ik met pensioen?

De wettelijke pensioenleeftijd voor mannen is 65 jaar. Een vrouwelijk werknemer kan met pensioen op 63 jaar vanaf 2003, op 64 jaar vanaf 2006 en op 65 jaar vanaf 2009.

3. Welke documenten heb ik nodig om mijn pensioenaanvraag in te dienen?

Bij de indiening van de pensioenaanvraag moet u slechts uw identiteitskaart en eventueel die van uw echtgeno(o)t(e) bijhebben. Als u uw rijksregisternummer kunt opgeven vergemakkelijkt dit de controle van uw identiteitsgegevens. Op dat moment is geen enkel ander document vereist. Als bij het verder onderzoek blijkt dat er nog inlichtingen ontbreken dan laat de Rijksdienst u dit weten.

4. Kan ik vervroegd met pensioen gaan vanaf 60 jaar?

Als uw loopbaan voldoende lang is, kunt u vervroegd met pensioen gaan en wel ten vroegste de maand volgend op uw 60ste verjaardag. Sinds 1 januari 2005 moet uw loopbaan wel minstens 35 jaar lang zijn en elk van die jaren moet u ten minste één derde van een voltijdse tewerkstelling hebben.

5. Waar kan ik het officiële overzicht van mijn beroepsloopbaan aanvragen?

U kan zich wenden tot de Nederlandstalige dienst loopbaangegevens per telefoon (02/212.02.03), per fax (02/212.03.03), per brief (CIMIRe vzw, Contactcenter, Zuidertoren, 1060 Brussel) of per mail (info-n@cimire.fgov.be)

6. Kan ik een raming laten maken van het pensioenbedrag dat ik op latere leeftijd zal ontvangen?

Op uw 55ste verjaardag (tijdens de daaropvolgende maand) krijgt u (zonder dat u een aanvraag dient in te dienen) twee belangrijke documenten:

1) een samenvatting van uw werknemersloopbaan, zoals ze is geregistreerd bij de RVP. Het is op die basis dat uw wettelijk pensioen zal worden berekend, ten gepaste tijde. Op basis van documenten waarover u beschikt, controleert u dan die samenvatting. Indien u niet akkoord gaat, brengt u de RVP op de hoogte van de aanvullingen en de wijzingen die moeten worden aangebracht.

2) Een raming van uw wettelijk werknemerspensioen, op basis van de in de samenvatting vervatte officiële gegevens. Dankzij die informatie kunt u rustig uw toekomstige financiële situatie voorbereiden. Voor en na uw 55ste verjaardag kunt u gebruik maken van het programma waarmee u een pensioen simulatie kunt uitvoeren.

Meer inlichtingen op de Groene lijn 0800/50246 of op www.rvp.fgov.be of www.kenuwpensioen.be.

Overrompeling op de pensioentrein

'Waarom passen ze de pensioenen niet aan aan de kosten van het levensonderhoud?' Dat is de belangrijkste vraag waarmee de 84-jarige Camille Hendryckx uit Dilbeek op de pensioentrein is gestapt. Meer dan 22 jaar is hij al met pensioen, maar zijn budget wordt jaar na jaar kleiner. 'In het begin kwamen we goed rond, nu niet meer', vertelt hij. 'Ik heb een hartinfarct gehad en moet daarom elke maand op controle bij de dokter. Soms moet ik echter een maand overslaan, omdat we ons geen consultatie kunnen veroorloven. Ik heb 43 jaar gewerkt en in 1944 ben ik vrijwillig bij het leger gegaan, zonder ooit één dag vrij te nemen. En nu moet ik soms krabben op het einde van de maand. Dat begrijp ik niet. Mijn beste vriend, die tien jaar na mij met pensioen gegaan is, verdiende per dag ongeveer evenveel. Maar ik werkte ook tijdens de weekends. Logischerwijze zou ik toch een hoger pensioen moeten hebben? Dat is dus niet het geval. Daarom kom ik vandaag naar hier, al weet ik niet of het zal helpen.'

Camille is een van de vele honderden burgers die gisteren de weg naar de pensioentrein op perron 3 van Brussel-Zuid vonden. Want heel wat mensen zitten met prangende vragen over hun pensioen. De een heeft een onbegrijpelijke brief over aanvullend pensioen gekregen, de ander wil weten waarom die officiële overuren niet meegerekend zijn, terwijl een pendelaar wel eens wil weten welke vooruitzichten hij heeft op zijn oude dag. Octaaf (66) uit Gooik vraagt zich dan weer af hoe het pensioen van zijn echtgenote verrekend zal worden. 'Ik ben sinds 2006 met pensioen, mijn vrouw moet nog even wachten', vertelt hij. 'Zij is echter altijd loontrekkende geweest en we weten niet goed waaraan we ons moeten verwachten. Zal zij een apart pensioen trekken of tellen ze de twee pensioenen samen? Deze pensioentrein is een goede kans om dat te weten te komen.'

En de lange wachttijden nemen ze er graag bij: tientallen mensen schuiven aan om hun plaatsje op de trein te bemachtigen en een ambtenaar te kunnen spreken. Johan Aertssen, directeur-generaal bij de Rijksdienst voor Pensioenen, spreekt van een onverwachte overrompeling. 'De wachtrij is langer dan we gedacht hadden', zegt hij. 'We hebben al extra mensen ingezet.' Is dat geen teken dat de communicatie met de Rijksdienst niet altijd vlot loopt? 'Gepensioneerden zitten altijd wel met vragen, maar die weten ons meestal wel te vinden. Wij willen echter ook een breder publiek bereiken: actieve, werkende pendelaars duidelijk maken dat de Rijksdienst er ook voor hen is. Zij kunnen vragen stellen over hun toekomstig pensioen, de invloed van tijdskrediet of wat er gebeurt als je in het buitenland gaat wonen. De pensioentrein staat open voor alle vragen.'

De pensioentrein, dagelijks van 10 tot 19u, is gratis. Vandaag staat de trein in Kortrijk, woensdag in Gent Sint-Pieters, donderdag in Antwerpen Centraal, vrijdag in Hasselt en volgende week in Wallonië.

woensdag 12 september 2007

Persdossier “40-20”

In 2007 viert de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) een dubbele verjaardag:
- Op 24 oktober 1967 ondertekende koning Boudewijn KB 50. Daardoor kwamen de verschillende pensioenregelingen voor arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden onder één paraplu terecht.
- Op 1 april 1987 ontstond de RVP uit de samensmelting van de Rijkskas voor Rust- en Overlevingspensioenen (RROP) en de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen (RWP).

In het kader van deze vieringen organiseert de RVP:
- De Pensioentrein: deze mobiele informatiecampagne richt zich zowel op gepensioneerde werknemers als op werknemers die nog aan de slag zijn.
- Het Internationaal Colloquium : tijdens deze debatten bekijken nationale en internationale experts hoe België er voor staat op het vlak van pensioenen en hoe andere Europese landen de eigen pensioenproblematiek aanpakken.


Persdossier :

1) Mis de Pensioentrein niet!


De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) komt naar u toe! In het kader van de 20ste verjaardag van de RVP en het 40-jarig bestaan van het werknemerspensioen pakt de Rijksdienst uit met een informatiecampagne onder het thema 'Mis de Pensioentrein niet'. Met deze Pensioentrein wil de RVP een zo breed mogelijk publiek bereiken.

Elke werkdag van maandag 17 september tot en met vrijdag 28 september houdt de Pensioentrein halt in een groot Belgisch station. Naast een uitgebreide expo over verleden, heden en toekomst van het werknemerspensioen kunnen geïnteresseerden er terecht voor een persoonlijk gesprek met een RVP-medewerker. De campagne richt zich zowel op gepensioneerde werknemers als op werknemers die momenteel nog aan de slag zijn. Vragen als 'Hoeveel zal mijn pensioen bedragen?' of nog ‘Wat moet ik als gepensioneerde doen als mijn burgerlijke stand wijzigt?’ vinden er een onmiddellijk antwoord.

De info- en exporuimtes zijn elke dag toegankelijk voor het publiek van 10 u. tot 19 u. De Pensioentrein kwam tot stand in samenwerking met de VZW Toerisme en Spoor Patrimonium (TSP) en de NMBS-groep.

De Pensioentrein, dagelijks van 10 u tot 19u :

- Maandag 17 september: station Brussel Zuid (spoor 3 Thalys)
- Dinsdag 18 september: station Kortrijk (spoor 1)
- Woensdag 19 september: station Gent Sint-Pieters (spoor 1)
- Donderdag 20 september: station Antwerpen Centraal (spoor 6)
- Vrijdag 21 september: station Hasselt (spoor 1)
- Maandag 24 september: station Verviers-Centraal (spoor 5)
- Dinsdag 25 september: station Aarlen (spoor 1)
- Woensdag 26 september: station Namen (spoor 11)
- Donderdag 27 september: station Charleroi (spoor 1)
- Vrijdag 28 september: station Bergen (spoor 1)

De deelname is gratis, geïnteresseerden hoeven zich niet vooraf in te schrijven. De boodschap is duidelijk: mis de Pensioentrein niet!

2) Internationaal colloquium: De toekomstige betaalbaarheid van de pensioenen. ‘De mogelijkheden zijn er, het komt er op aan ze te willen gebruiken.’


Als slotevenement van de viering '40 jaar werknemerspensioen, 20 jaar Rijksdienst voor Pensioenen' wordt in de Zuidertoren op woensdag 24 oktober een internationaal colloquium georganiseerd. Met dit colloquium wil de RVP het debat over de betaalbaarheid van de toekomstige pensioenen opnieuw aanzwengelen. Daartoe zullen diverse gerenommeerde sprekers worden uitgenodigd en zal eveneens een debat met enkele politici en andere beleidsmakers op topniveau worden georganiseerd.

In tegenstelling tot de Pensioentrein in september, waar het grote publiek de doelgroep is, richt het colloquium zich voornamelijk op de nationale en internationale pensioenexperts. Het is dan ook vanzelfsprekend dat administrateur-generaal van de RVP Gabriel Perl, en de minister van Pensioenen op dit colloquium het woord zullen nemen.

In de voormiddag is het vooral de bedoeling een blik te werpen op hoe andere EU-Pensioendiensten de pensioenproblematiek aanpakken. Zo zal de Zweed Ole Settergren de Zweedse pensioenhervorming evalueren. De Duitser Jürgen Meierkord neemt de verhoging van de pensioenleeftijd in Duitsland onder loep. Een thema dat ook in België heel actueel is. Ook de Fransman Guillaume Filhon geeft zijn visie over de pensioenen in Frankrijk.

In de namiddag vinden twee Belgische debatten plaats. Het eerste debat gaat tussen de sociale partners. Het tweede debat is politiek getint; vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen hun standpunten over de pensioenkwestie. Beide debatten staan onder leiding van Anne De Baetzelier. Het colloquium wordt afgesloten door de minister van Pensioenen, die zijn of haar visie over de hele kwestie zal geven.

In april 2000 publiceerde wijlen Prof. Herman Deleeck, als kritisch waarnemer van de sociale zekerheid en de welvaartstaat, een studie over de betaalbaarheid van de pensioenen. Hierin licht hij de verschillende financieringsmogelijkheden toe die tot een bestendiging van het wettelijke pensioenstelsel kunnen leiden. Hij acht het ethisch niet verantwoord om twijfel en onrust te zaaien over de toekomstige betaalbaarheid van de pensioenen en komt tot het besluit dat de wetenschappelijke analyses naar een politieke oplossing verwijzen. Samengevat:

‘De mogelijkheden zijn er, het komt er op aan ze te willen gebruiken.’

De deelnemers aan het colloquium hebben allemaal een persoonlijke uitnodiging ontvangen. Enkel journalisten die geïnteresseerd zijn om het colloquium vanuit de perszaal te volgen kunnen zich nog inschrijven bij vik.beullens@rvp.fgov.be .

Programma Internationaal Colloquium
(onder voorbehoud)



9u00 Welkom door de heer Gabriel Perl, administrateur-generaal RVP

9u10 Presentatie van een promotiefilm over de RVP en het nieuwe
logo

9u20 Inleiding door de heer Vladimir Spidla, EU-commissaris voor werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen (uitgenodigd)

9u40 Evaluatie van de Zweedse pensioenhervorming – de heer Ole
Settergren (Försäkringskassan, Stockholm)

10u00 Koffiepauze

10u30 De verhoging van de pensioenleeftijd in Duitsland – de heer Jürgen
Meierkord (DRV – Bund, Berlijn)

10u50 De pensioenhervormingen in Frankrijk: verwezenlijkingen en evaluatie – de heer Guillaume Filhon (CNAV – Parijs)

11u20 Evaluatie door academisch panel

Moderator voormiddag : de heer Franz Terwey (Eng/Fr)

12u30-14u00 Lunch


14u00 Intro door de heer Michel Nollet, Voorzitter van het Beheerscomité RVP

14u10 Debat sociale partners

15u10 Koffiepauze

15u40 Debat politici

16u40 Slotwoord door Minister van Pensioenen

Moderator namiddag : Mevrouw Anne De Baetzelier (NL/FR).

3) Rijksdienst voor Pensioenen viert 20ste verjaardag.


Iedereen kent in zijn familie of professionele omgeving wel mensen die binnenkort de arbeidsmarkt voor het pensioen ruilen. En als we de cijfers mogen geloven, zal het aantal gepensioneerden vanaf 2009 continu toenemen. Dat fenomeen is het directe gevolg van de baby boom die net na de Tweede Wereldoorlog op gang kwam. De Rijksdienst voor Pensioenen, die dit jaar 20 jaar bestaat, zorgt er vandaag voor dat de uitbetaling van de ongeveer 2 miljoen gepensioneerde werknemers vlot verloopt.

De Rijksdienst voor Pensioenen, kortweg RVP, werd opgericht op 1 april 1987, na een fusie van de Rijkskas voor Rust- en Overlevingspensioenen (RROP) en de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen (RWP). De RWP had als opdracht de werknemerspensioenen en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden toe te kennen, de RROP was ermee belast deze uit te betalen. Beide activiteiten waren duidelijk gescheiden en het personeel had weinig contact met elkaar, ondermeer door een verschillende bedrijfscultuur bij de beide instellingen. Twee verschillende mentaliteiten, twee verschillende aanpakken moesten worden gestroomlijnd tot één organisatie met één bedrijfscultuur. Maar de kersverse Rijksdienst voor Pensioenen slaagde in zijn opdracht en werkte de verschillen met de jaren weg. De RVP heeft naast deze taken ook nog een informerende functie.

De RVP ging ook naar de burger. Eén voor één verrezen in de provincies gewestelijke kantoren, 15 in totaal. En in tal van gemeenten worden plaatselijke zitdagen gehouden.

De rol van de Rijksdienst voor Pensioenen zal in de toekomst almaar belangrijker worden. Vorig jaar keerde de RVP ongeveer 20 miljard euro uit aan bijna 2 miljoen gepensioneerden. Vanaf 2009 zal dat aantal aanzienlijk stijgen. De babyboomers na de Tweede Wereldoorlog worden oud en zullen vanaf dan ook op pensioen beginnen gaan.

Deze 20ste verjaardag is ook meteen het moment om enkele waarden waar de RVP voor staat extra kracht bij te zetten. Meer dan ooit staat RVP garant voor een betrouwbare en kwaliteitsvolle service die toegankelijk is voor iedereen en op een objectieve manier tot stand komt.

4) 40 jaar werknemerspensioen


24 oktober 1967: de grote eenmaking

1967 is een scharnierjaar in de Belgische pensioengeschiedenis. De verschillende pensioenregelingen voor arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden worden onder één paraplu samengebracht. De verschillende ‘kassen’ verdwijnen, enkele specifieke regels voor speciale beroepen blijven: de prestaties van de mijnwerkers in de ondergrond en van de zeelieden op omvaart, bijvoorbeeld.

De evolutie van de pensioenleeftijd …

In 1967 kunnen vrouwen nog op 55 jaar vervroegd met pensioen en mannen op 60 jaar. Zij moeten hiervoor wel definitief 25% op hun pensioenbedrag inleveren. In 1984 wordt het vervroegde pensioen voor vrouwen afgeschaft en de normale pensioenleeftijd op 60 jaar vastgesteld.

Langzaam aan worden loopbaanvoorwaarden aan het vervroegde pensioen verbonden. Wie geen 20 jaar heeft gewerkt kan vanaf 1997 niet meer vervroegd op pensioen. In de loop van de jaren wordt de voorwaarde steeds strenger. Vanaf 2005 moet, wie vervroegd op pensioen wil, een loopbaan van 35 jaar bewijzen.

Ook vanaf 1997, wordt de normale pensioenleeftijd van mannen en vrouwen geharmoniseerd. De leeftijd voor vrouwen wordt geleidelijk opgetrokken naar 65 jaar in het jaar 2009.

… en van de pensioenberekening

De pensioenberekening ondergaat regelmatig aanpassingen. Deze weerspiegelen goed de tijdsgeest en de situatie op de arbeidsmarkt. Een losse greep uit de maatregelen maakt dit duidelijk.

Eind jaren ’70, begin jaren ’80: economische crisis, jeugdwerkloosheid. Het bijzonder brugpensioen en het brugrustpensioen moedigen werknemers aan tot een vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt.

Halfweg de jaren ’80: de eerste tekenen van de vergrijzing verschijnen aan de horizon. De opeenvolgende regeringen nemen budgettaire initiatieven: beperking van de loopbaan tot de eenheid, afzwakken van de herwaardering, afschaffing van de verschillende vormen van vervroegd pensioen.

De jaren ’90: de ontvetting van de staat en de toetreding tot de EURO-zone. Verdere harmonisering van de pensioenwetgeving: geleidelijk overschakeling van de berekening in 40sten naar die in 45sten voor vrouwen, afbouw van de invloed van de forfaitaire jaren.

De 21ste eeuw: er ontstaat ruimte voor de selectieve verhoging van de oudste pensioenen. De arbeidsmarkt zwengelt aan. De gevolgen van de vergrijzing komen steeds dichter bij: aanleg van een zilverfonds, democratiseren van de tweede pijler, aanzetten tot langer werken via het generatiepact.

De pensioenregeling staat de laatste tijd vaak ter discussie. Vooral de financiering is hét heikel punt. We worden alsmaar ouder en vijftigers gaan al vaker op brugpensioen. Gaan we na de volgende 40 jaar nog steeds een pensioen hebben? Gaan we daarvan kunnen leven? Zal dit automatisch gepaard gaan met een belastingsverhoging? Moeten we maatregelen treffen zoals pensioensparen? Daarom organiseert de Rijksdienst voor Pensioenen op woensdag 24 oktober, exact 40 jaar na het Koninklijk Besluit, een internationaal colloquium in de Zuidertoren vlakbij het Zuidstation in Brussel. De baseline van het colloquium luidt ‘De toekomstige betaalbaarheid van de pensioenen. De mogelijkheden zijn er, het komt er op aan ze te willen gebruiken.’ en is gebaseerd op een quote van wijlen Herman Deleeck, een kritisch waarnemer van de sociale zekerheid en de welvaartsstaat. Op het colloquium zal blijken hoe België er voor staat op vlak van pensioenen en hoe andere Europese landen de eigen pensioenproblematiek aanpakken.

5) Bereken uw pensioen online


De laatste tijd verschijnen er steeds meer alarmerende berichten over de toekomstige pensioenen in het nieuws, waardoor vele mensen zich afvragen hoeveel hun pensioen later zal bedragen. De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP), het Rijksinstituut voor de Sociale verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) bieden iedereen de kans om op het internet hun pensioenuitkering te berekenen.

Op de website www.kenuwpensioen.be kunnen alle geïnteresseerden, jong of oud, een simulatie van het bedrag van hun toekomstig wettelijk pensioen berekenen. Zowel ambtenaren, werknemers als zelfstandigen in België kunnen anoniem op deze site terecht.

Als je op de site terechtkomt, worden eerst enkele persoonlijke gegevens zoals geboortedatum, geslacht en gezinssituatie gevraagd. Daarna kan men kiezen voor een 'eenvoudige loopbaan' of 'gedetailleerde loopbaan'. Een eenvoudige loopbaan betekent dat de loopbaan regelmatig en ononderbroken is geweest in één pensioenregeling, bv. arbeider of bediende. Een belangrijke voorwaarde is dat deze pensioenregeling stand moet houden tot de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar. Wie tijdens zijn loopbaan bij meer dan één pensioenregeling aangesloten was, de loopbaan onderbrak of voor de wettelijke leeftijd het pensioen wil berekenen, kiest voor de gedetailleerde loopbaan.

Daarna volstaan enkel nog het invullen van de arbeidsperiode en het brutomaandinkomen en de website rekent automatisch het pensioenbedrag uit. In de simulatie wordt rekening gehouden met het inkomen van de partner, sociale inhoudingen en de bedrijfsvoorheffing, wat voor een zeer realistisch beeld van het toekomstige pensioenbedrag zorgt.

Hoe nauwkeuriger de surfer de gegevens invult, hoe correcter het gesimuleerde bedrag zal zijn. Veel kans om fouten te maken is er trouwens niet. Bij elk invulvakje verschijnt de bijhorende uitleg in een apart kader. Deze tool verlaagt meteen de drempel voor surfers die niet zo goed met de computer overweg kunnen.

Na het berekenen van hun toekomstig pensioen, weten de surfers hoe ze er zullen voorstaan als ze op pensioen gaan. Ook wil men hoe langer hoe meer de invloed van de loopbaankeuze op het pensioen meten. 'Hoeveel zal ik hebben als ik stop met werken als ik 61, 62, ... ben? Wat zijn de gevolgen als ik halftijds begin te werken?' In de eerste zes maanden dat www.kenuwpensioen.be online was, maakten al meer dan 110 000 mensen een simulatie van hun pensioen.

6) Een individuele pensioenraming op 55 jaar


Loopbaanoverzicht en pensioenraming

Op 55-jarige leeftijd ontvangt elke gewezen werknemer van de RVP een loopbaanoverzicht. Dit is een opgave van de verdiende lonen met de gewerkte dagen en van de gelijkgestelde dagen, zoals werkloosheid en ziekte. Op basis van die gegevens wordt een pensioenraming gemaakt.
Zo weet de werknemer welke pensioenrechten hij op zijn 55ste heeft opgebouwd. Bovendien maakt de RVP een voorafspiegeling van het pensioenbedrag op de 60ste en 65ste verjaardag.

Accurate informatie over de pensioenvooruitzichten

Op basis van de pensioenraming kunnen de toekomstige gepensioneerden gerichte vragen stellen. Hoeveel zal mijn pensioen bedragen als ik op 55 jaar deeltijds begin te werken? Heb ik voldoende jaren om vervroegd op pensioen te gaan? Kan ik bijkomende pensioenrechten opbouwen wanneer ik na een bepaalde leeftijd blijf doorwerken? De RVP staat voor correcte informatie en concrete begeleiding!

Pensioenen in andere stelsels en aanvullend pensioen

Ook wie een gemengde loopbaan heeft gehad, moet automatisch informatie over zijn pensioenvooruitzichten krijgen. De pensioendiensten voor zelfstandigen en ambtenaren zullen hiervoor, samen met de RVP instaan.

De werkgever is verplicht om de werknemer nu al op geregelde tijdstippen te informeren over de opgebouwde rechten in de tweede pijler. De informatie verstrekt door de pensioendiensten zal op een gecoördineerde manier aangevuld worden met deze inlichtingen.

7) Uw pensioen aanvragen


Aanvraag vóór de normale pensioenleeftijd (65 jaar)

U gaat naar het gemeentehuis van uw woonplaats of naar een nabij gelegen gewestelijk kantoor of een zitdag van de RVP. De ambtenaar van de dienst bevolking of van het gewestelijke kantoor helpt u bij het indienen van uw pensioenaanvraag. Hij stuurt dit (elektronisch) door naar het hoofdbestuur van de RVP.

Automatisch onderzoek op de normale pensioenleeftijd

15 maanden voor u de pensioenleeftijd bereikt, legt het hoofdbestuur van de RVP automatisch uw pensioendossier aan. U hoeft geen aanvraag in te dienen en wordt van de aanleg van het dossier in kennis gesteld.

Het onderzoek

De RVP stelt een dossier samen en controleert uw persoonlijke gegevens.
Het dossier wordt vervolgens opgestuurd naar een gewestelijk kantoor in uw buurt. Het gewestelijke kantoor onderzoekt uw pensioenloopbaan, vraagt bijkomende inlichtingen bij u op en berekent uw pensioenbedrag.
Tijdens het volledige onderzoek kunt u zelf ook met vragen bij het gewestelijke kantoor terecht. U wordt er graag verder geholpen.

De betaling

Bij de aanvang van het pensioenonderzoek worden uw bankgegevens opgevraagd. Stuur ze zo snel mogelijk op.
De betaalopdrachten worden uitgevoerd en opgevolgd door het hoofdkantoor van in de Zuidertoren. Dit staat in voor de vaststelling van de bedrijfsvoorheffing, de inhouding voor de ziekteverzekering en de solidariteitsbijdrage. De diensten zorgen eveneens voor een afrekening en een tijdige betaling van uw pensioen op uw bankrekening.

8) De ‘Verzilvering’


Actieve en niet actieve bevolking

De bevolking vergrijst. In 2000 was de verhouding van het aantal 65-plussers ten opzichte van de actieve bevolking (20-64 jaar) nog 28,10 %. Vandaag is die verhouding al met bijna één procent toegenomen. De volgende jaren zal het aantal 65-plussers al maar sterker stijgen: van 31,6% in 2015 naar 34,6% in 2020 en 43,40% in 2040. Tegen 2050 zullen 65-plussers de actieve bevolking evenaren.

De geleidelijke verzilvering

Wist u trouwens dat vandaag ongeveer één op zes van onze medeburgers 65 of ouder is?
Weet dan ook dat in 2020 de kaap van 20 % wordt overschreden en dat in 2050 meer dan één op 4 de leeftijd van 65 jaar bereikt of overschrijdt.

Toename van de pensioenuitgaven

En wat met de pensioenuitgaven? Voor de werknemerspensioenen stellen we tot 2011 geen noemenswaardige stijging vast.
De stijging van de pensioenuitgaven die daarop volgt, is voornamelijk het gevolg van twee factoren:
- de komst van de babyboomgeneratie: de naoorlogse baby’s bereiken de pensioenleeftijd.
- de rijping van de pensioenen: de participatie van de vrouwen op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat al maar meer gezinnen over twee pensioenen kunnen beschikken.

9) Het Generatiepact


Het generatiepact benadert de gevolgen van de demografische evolutie vanuit vier invalshoeken.

a) Aanmoedigen

Om de activiteitsgraad van de werknemers te verhogen, wordt een pensioenbonus ingevoerd. Deze bonus kan vanaf de leeftijd van 60 jaar bovenop het pensioenbedrag worden opgebouwd. Hij is een stimulans voor de werknemers om verder te werken tot de wettelijke pensioenleeftijd.

b) Ontraden

In dezelfde logica rendeert actieve tewerkstelling op het einde van loopbaan voor het pensioen meer dan inactiviteit. Er worden voor de berekening van het pensioen twee plafonds ingesteld. Een laag plafond voor tijdvakken van volledige werkloosheid, van voltijds conventioneel brugpensioen en van volledige loopbaanonderbreking of tijdskrediet. Een hoog plafond voor tijdvakken van effectieve tewerkstelling.

c) Atypische loopbanen

Sommige werknemers hebben een voldoende actieve, maar vaak deeltijdse loopbaan. Aan hen wordt de kans gegeven om verhoudingsgewijs rechten op een gewaarborgd minimumpensioen op te bouwen.
Bovendien wordt het minimumrecht per loopbaanjaar afgestemd op het bedrag van het gewaarborgde minimumpensioen.

d) Welvaartvaste pensioenen

Vanaf 2009 zal ieder pensioen dat de leeftijd van 6 of van 15 jaar bereikt, automatisch met 2% worden verhoogd. Hierdoor moet de ontwaarding van het pensioenbedrag en het uiteengroeien van lonen en ouderdomsuitkeringen (ten dele) worden tegengegaan.

donderdag 6 september 2007

DB-plannen vragen meer aandacht - Internationale trends

Bedrijven schieten maar traag wakker in hun zoektocht naar financiële oplossingen voor pensioenrisico’s.
Pension Plan Risk: Using the Calm Before the Next Storm, een studie van Towers Perrin en CFO Research Services, toont aan dat vele bedrijven hun pensioenrisico’s maar langzaam aanpakken. De vloed aan nieuwe reguleringen zullen de financiële impact van vele pensioenplannen transparanter maken voor de aandeelhouders, maar volatieler voor de werknemers. Het onderzoek omvat interviews en een bevraging van 174 topmanagers uit de VS en het Verenigd Koninkrijk, allen werkzaam in een bedrijf met defined benefit (DB) plans.
Meer dan de helft van de respondenten zou de laatste jaren meer en meer tijd besteden aan het opvolgen van pensioenrisico’s. Ongeveer 29 procent van de respondenten beweerde dat pensioenrisico’s nauw gecoördineerd worden met het bredere kader van risicomanagement. Bij bijna een derde is het pensioenrisico ingepast in een enterprise risk management (ERM) framework, terwijl 27 procent beweert dat dergelijke risico’s volledig losstaan van andere risico’s. In grotere bedrijven met meer dan vijf miljard omzet zou zelfs vijftig procent zijn pensioenrisico’s ingebed hebben in een ERM-kader.
Volgens het onderzoek bekommeren senior financial executives zich echter nog te weinig om hun pensioenrisicobeheer en krijgen ze belangrijke risico’s die daaraan verbonden zijn, niet op de radar. Slechts een derde van de respondenten onderneemt een expliciete of gedetailleerde strategie inzake pensioenrisico’s, zoals demografische en historische analyses of financiële projecties onder verschillende macro-economische situaties. Amper zes procent vindt dat pensioenen een substantieel risico voor de organisatie betekenen, en niemand vond het probleem ‘acuut’. Toch vond 40 procent dat recente wijzigingen in accounting- en investeringsvereisten een nieuwe strategie voor pensioenrisico’s noodzaken.
Bron: www.towersperrin.com
copyright : FD magazine
Download studie

Hoge Raad Financiën viseert de spaarder

Doe de spaarders en beleggers een verlaging van de arbeidskosten betalen. Dat stelt de Hoge Raad van Financiën voor in een advies aan minister van Financiën Didier Reynders. Een loonlastenverlaging van ruim 6 miljard euro zou voor meer dan de helft moeten worden gefinancierd door een verdubbeling van de roerende voorheffing tot 30 procent.

De hoge loonlasten in België zetten een rem op de werkgelegenheid en ondermijnen onze concurrentiekracht. Daarom moeten de arbeidskosten met 6 miljard euro omlaag. Dat schrijft de Hoge Raad van Financiën (HRF) in een nog niet vrijgegeven rapport.

Om die loonlastenverlaging te financieren, viseert de Hoge Raad in de eerste plaats de spaarder en belegger. De experts pleiten voor een algemene spaarbelasting van 25 of zelfs 30 procent, ongeacht of de spaarder zijn rendement uit een coupon of uit meerwaarde haalt. Dat zou bijna 4 miljard euro opbrengen.

Het voorstel houdt een ingrijpende verstrenging van de spaarfiscaliteit in: een spaarbelasting van 30 procent betekent een verdubbeling in vergelijking met de 15 procent roerende voorheffing die beleggers nu op hun vastrentende coupons betalen.

Op aandelen zou er voor het eerst een meerwaardebelasting komen. De verhoging van de belasting op dividenden van 25 naar 30 procent is minder sterk dan bij obligaties, maar staat haaks op de internationale trend. Zo verlaagde Nederland dit jaar de dividendbelasting van 25 naar 15 procent.

Het adviesorgaan maakt zich sterk dat de Europese spaarrichtlijn, waardoor de Belg met zijn spaargeld niet langer naar Luxemburg kan vluchten, een kapitaalvlucht minder waarschijnlijk maakt. Wel merkt de HRF op dat het voorstel om zo'n algemene belasting op sparen en beleggen in te voeren, betekent dat het fiscaal bankgeheim moet sneuvelen. 'Het bankgeheim is hoe dan ook uit de tijd', luidt het.

Behalve deze verhoging van de spaarfiscaliteit stelt de Raad nog voor de btw te verhogen, pensioenkapitaal zwaarder te belasten, het huwelijksquotiënt af te schaffen en de accijnzen op stookolie en tabak te verhogen.

Copyright © De TIJD

woensdag 5 september 2007

Jaarlijks verslag - Studiecommissie voor de Vergrijzing

Het jaarlijkse verslag van Studiecommissie voor de vergrijzing heeft de geschatte kostprijs van de vergrijzing opnieuw naar omhoog bijgesteld. De groei van de tweede pensioenpijler blijkt daarenboven problematisch. De noodzaak tot versnelde uitbouw van aanvullend pensioen is hiermee opnieuw beklemtoond.

Lees het volledige verslag hier.

Vervroegd pensioen: een zaak van aanbod én van vraag

Meer bewijs van collusie bij vervroegd pensioen. Beslissingen van vervroegde pensionering zijn niet alleen het gevolg van rationele keuzes door de pensionerende werknemers (aanbodzijde). In veel gevallen organiseren ondernemingen vervroegd pensioen als een kostenbesparende manier om verandering op te vangen (vraagzijde). Het pensioensysteem dient dan als een vorm van werkloosheidsverzekering die de ontslagkosten voor ondernemingen drukt. Terwijl beide partijen beter af zijn, betaalt de samenleving en verliest de arbeidsmarkt vaak waardevol menselijk kapitaal.
Lees het volledige rapport hier.

The New Agenda for an Older Workforce

De dreigende pensionering van de Babyboom generatie vereist verschuivingen in arbeidsmarktbeleid, in het bijzonder inzake menselijk kapitaal. Manpower benadrukt de noodzaak om oudere arbeidskrachten te stimuleren om op de arbeidsmarkt te blijven.Wat wordt de impact van pensionering van de babyboom generatie in de komende jaren? Volgens de auteurs van deze Manpower studie zal het verlies aan productiviteit en menselijk kapitaal desastreuze gevolgen hebben in veel sectoren. Het probleem is dat veel sectoren absoluut niet voorbereid zijn op de massale uittrede van arbeidskrachten uit de arbeidsmarkt. Een kortzichtige vsie waarbij vervroegde pensionering beschouwd wordt als een kostenbesparing, is dwaas een gevaarlijk. Het is noodzakelijk om oudere werknemers aan het werk te houden, maar hoe kunnen we dat doel bereiken? De auteurs doen een poging om deze prangende vraag te beantwoorden. Het is cruciaal dat ouderen jobs doen die ze graag doen in een team dat hen als volwaardig lid behandelt.

Lees het volledige rapport hier.

The Future of Retirement: The new old age – Global report

De vergrijzing van de wereldbevolking in de komende halve eeuw zal ingrijpende veranderingen met zich meebrengen. In deze bijdrage ondervraagt HSBC Insurance maar liefst 21,000 mensen tussen de 40 en 79 jaar oud. Het rapport is als zodanig de meest uitgebreide studie inzake attitudes ten opzichte van pensioenen en het leven op de oude dag.
Het toenemende aantal ouderen lijkt vaker een reden voor paniek dan een voor vreugde. De financieringscrisis, de afhankelijkheidsratio, de immer stijgende gezondheidsuitgaven en het verminderde belang van familiebanden worden alle genoemd als redenen voor de snelle opmars van de groep kwetsbare ouderen. Deze derde wereldwijde HSBC enquête toont dat zestigers en zeventigers van cruciaal belang zijn voor onze familie, gemeenschap en werkplek. Bijdrage. Oudere mensen leveren significante bijdragen aan de samenleving in de vorm van vrijwillig werk, betaald werk, belastingen en steun aan familie en vrienden:
Van de 60+ers verricht een derde vrijwilligerswerk of deed dat in het verleden. Van deze groep besteedt zo’n 50% minstens één dag per week aan vrijwilligerswerk. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk alleen al is deze activiteit meer dan 23 miljard dollar op jaarbasis waard.
Wereldwijd blijft een groot aandeel van de 60+ers in de arbeidsbevolking. In mature economieën bedraagt dit aandeel tussen een vijfde en de helft.
Oudere mensen zijn belangrijke verstrekkers van zorg aan familie en vrienden. Ze zorgen ook voor substantiële financiële transfers naar de jongere generatie. Volgens het HSBC rapport geven ouderen meer dan dat ze krijgen. Hun bijdrage is fundamenteel voor de zorg en steun aan hedendaagse families.
Familie. Families zijn sterk en belangrijk: ondanks de veranderingen die het concept “familie” onderging, kiest een meerderheid van de respondenten nog steeds de familie als bepalend voor “wie ze zijn”. Daarnaast geloven de meeste mensen dat families verantwoordelijk moeten zijn voor hun leden. Praktische en persoonlijke steun aan ouderen in nood wordt wereldwijd beschouwd als een verantwoordelijkheid van de familie, terwijl financiële steun ook als een taak voor de staat gezien wordt. Het rapport onderzoekt hoe familiestructuren veranderen en hoe rolpatronen binnen de familie door deze verandering beïnvloed worden. Gezondheid. De onderzoekers onderzochten ook de gezondheid van oudere mensen en de impact ervan op participatie aan het maatschappelijk leven. Mensen in mature economieën alsook de trendsetters in de steden van transitie-economieën lijken enkel een bescheiden achteruitgang in hun levenskwaliteit te ondervinden wanneer ze op penseion gaan. Zestigers en zeventigers voelen zich in het algemeen goed in hun vel. In termen van controle en levenskwaliteit zijn er slechts kleine verschillen met veertigers en vijftigers. Wereldwijd leiden zestigers en zeventigers een onafhankelijk leven en zijn ze optimistisch ten aanzien van zichzelf en de toekomst. Wat leren we? Ouderen zijn van fenomenaal belang voor onze maatschappij. Beleidsmakers doen er goed aan dit te respecteren en in maatregelen te voorzien die zestigers en zeventigers toestaan zo actief te blijven als ze willen en kunnen. Werkgevers moeten de waarde van oudere werkkrachten erkennen en hen beschouwen als een troef op de werkplek. Binnen gemeenschappen en families geven oudere mensen meer da dat ze ontvangen.

Lees het volledige rapport hier

Kan pensioenkapitalisatie de vergrijzing redden?

Marc De Vos en Koen De Leus onderzoeken de interactie tussen pensioenkapitalisatie en vergrijzing voor België. Pensioenkapitalisatie is noodzakelijk maar biedt geen antwoord op prangende sociale tekortkomingen in het Belgische pensioenlandschap en is geen tovermiddel om de vergrijzing te financieren. Versnelde kapitalisatie is daarom noodzakelijk, ook om het risico te verminderen van de fameuze “asset meltdown” wanneer vergrijzing het evenwicht tussen spaarders en ontspaarders op de financiële markten verstoort. De paradoxale conclusie is dus dat kapitalisatie niet alleen de vergrijzing meer betaalbaar maakt maar ook de kapitalisatie meer immuun maakt tegen diezelfde vergrijzing.
Nota

De vergrijzing ontcijferd

Een recente studie van de Nationale Bank pleit voor bijkomende en onmiddellijke begrotingsinspanningen voor het opvangen van de vergrijzing. Marc De Vos signaleert dat de raming van de vergrijzingskosten door de Commissie Vergrijzing stuk voor stuk een trendbreuk vergen in de sociale en economische prestaties van ons land. De voorbereiding van de vergrijzing moet dus nog beginnen en zal structurele beleidsveranderingen vereisen.
Nota

Oud Europa

Europa is vandaag al het “oudste continent” ter wereld, zo blijkt uit het mondiale vergrijzingsrapport van de Verenigde Naties. In West- en Zuid-Europa is bijna een kwart van de bevolking 60 jaar of ouder. De andere delen van Europa zijn nauwelijks jonger. De wereldwijde top twintig van landen met het hoogste percentage 60-plussers wordt, op Japan na, volledig bezet door Europese landen. In België is vandaag bijna 23% van de bevolking ouder dan 60 jaar. Daarmee is België officieel het achtste oudste land van de hele wereld. De komende decennia, hoeft het nog gezegd, zal de vergrijzing nog sterk doorzetten.
Lees het volledige rapport hier (UN).

Grijs maar gezond

De vergrijzing hangt als het Zwaard van Damocles boven de regeringsonderhandelingen. Marc De Vos toont aan dat de impact van de vergrijzing ook veroorzaakt wordt door de veroudering van de beroepsbevolking zelf, die niet gunstig is voor onze perspectieven inzake innovatie en productiviteit. Anderzijds wordt de verouderende beroepsbevolking steeds gezonder en steeds beter opgeleid. Het komt er op aan die opportuniteit te verzilveren.
Nota

Maak tweede pijler verplicht

De Belgische overheid zou er goed aan doen maatregelen te nemen die er voor zorgen dat de uitbouw van de aanvullende pensioenen - zoals groepsverzekeringen en individueel pensioensparen - nog sneller toeneemt. Dat schrijven experten Marc De Vos en Koen De Leus in een recente nota (april 2007) van Itinera, een denktank over welvaart en sociale bescherming in België. Die versnelde uitbouw is nodig om het aanvullend pensioen voor veel Belgen een 'reële' omvang te geven, schrijven de twee auteurs. Vandaag doen wel heel wat Belgen aan pensioensparen, maar zijn de opgebouwde bedragen nog te laag om er voor te zorgen dat ze hun huidige levensstandaard tijdens hun pensioen daadwerkelijk kunnen handhaven. Door de vergrijzing van de bevolking zullen Belgen in de toekomst immers nog minder op het wettelijk pensioenstelsel kunnen rekenen dan vandaag, zeggen Koen De Leus en Marc De Vos. Een tweede belangrijke reden om maatregelen te nemen om Belgen tot extra pensioensparen aan te zetten is dat op die manier de stabiliteit van die aanvullende pijlers gewaarborgd wordt. Wanneer er te weinig 'nieuw' kapitaal opgebouwd wordt, dreigt de massale uitkering aan mensen die de voorbije jaren aan pensioensparen gedaan hebben het systeem onder druk te zetten. Dat het in Europa tot een financiële crisis (een zogenaamde asset meltdown) zal komen is onwaarschijnlijk, zeggen de auteurs, maar daarvoor is het wel nodig dat de overheid nieuwe maatregelen neemt om haar burgers extra pensioen te laten opbouwen. 'Op voorwaarde dat de aan de gang zijnde opbouw van de tweede pijler van de bedrijfspensioenen niet alleen verdergezet, maar vooral versneld wordt, zullen de gespaarde financiële activa de komende decennia in Europa toenemen, ondanks de intrede van de vergrijzing'. In hun studie geven de twee leden van de 'denktank' ook concrete adviezen over de maatregelen die de (nieuwe ?) federale regering zou moeten treffen. Zo stellen ze voor de tweede pijler verplicht te maken voor iedereen. 'Een 25-jarige ziet er misschien het nut niet van in, maar wie wacht zal het mirakel van de gekapitaliseerde interesten missen'. Het zou ook een goed idee zijn om de uitkeringen niet meer te laten gebeuren door een eenmalige storting, maar door jaarlijkse uitbetalingen, schrijven De Leus en De Vos. 'Dit vermijdt ongelukken zoals het te snel verteren van de uitkering'. Ook het verplicht beleggen in aandelen lijkt hen een goed idee. 'Een spreiding van 50 procent obligaties en 50 procent aandelen zorgt na 40 jaar voor een uitkeerbaar bedrag dat een derde hoger ligt dan bij een volledige investering in risicovrije obligaties'.

bron: http://www.itinerainstitute.org

Bereken je wettelijk pensioen

De hoogte van het wettelijk pensioen wordt berekend op basis van het stelsel waartoe je behoort, de aard van je pensioen, het verloop van je loopbaan, je leeftijd en je gezinssituatie.

Het is dus moeilijk om hier concrete cijfers op te plakken. Het bedrag van een rustpensioen mag echter niet lager liggen dan het gewaarborgd minimumpensioen.

Voor werknemers met een volledige loopbaan bedraagt dit minimale rustpensioen (voor een gezinshoofd) 13.250,16 euro per jaar. Voor een zelfstandige is dat 12.065,74 euro (op jaarbasis vanaf 1.04.2007).

Heb je geen volledige loopbaan doorlopen, dan zal het pensioenbedrag lager liggen.

Senioren die daardoor over onvoldoende financiële middelen beschikken, kunnen beroep doen op de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO).

Deze uitkering wordt enkel toegekend na grondig onderzoek van alle bestaansmiddelen. Dat onderzoek bepaalt ook de hoogte van het toegekende bedrag.

Je kan een simulatie van je pensioenbedrag maken op www.kenuwpensioen.be.

Al 33 bruggepensioneerden moeten werk zoeken

Generatiepact langzaam zichtbaar

De RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) telt al 33 bruggepensioneerden die beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. Dat is welgeteld 0,03 procent van alle bruggepensioneerden. De gevolgen van het Generatiepact worden maar langzaam zichtbaar.
Tot het Generatiepact was voor iemand die met brugpensioen ging de beroepsloopbaan automatisch afgesloten. Met het pact werd daar verandering in gebracht. Werknemers die na een herstructurering op brugpensioen gingen, moesten tot hun 58ste ingeschreven blijven als werkzoekende. De RVA houdt sinds kort dan ook aparte statistieken bij over die groep bruggepensioneerden. Voorlopig gaat het wel maar over een bescheiden groepje. Eind juli waren er welgeteld 33 bruggepensioneerden verplicht ingeschreven als werkzoekende. Het gaat allemaal om Vlamingen. 25 van hen zijn vrouwen.

De verplicht werkzoekenden vallen voorlopig in het niet in vergelijking met de bruggepensioneerden met een vrijstelling. Daarvan telde de RVA er eind juli 113.606. Die groep zwol in een jaar tijd nog met 2.618 personen aan. Begin dit jaar leek het er even op dat de toename stilgevallen was, maar de jongste maanden kruipt het cijfer weer omhoog. Die toename is vooral het gevolg van personen die niet na een herstructurering maar via de 'gewone' regeling op brugpensioen vertrekken, bijvoorbeeld als 55-jarige na een loopbaan van 38 jaar. Die groep moet nog altijd niet beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt.

Vertraging
De RVA verwacht wel dat de groep verplicht werkzoekenden begin volgend jaar sterk zal stijgen. Pas dan duiken de bruggepensioneerden van de grote herstructureringen, zoals VW, Opel of Carrefour in de statistieken op. Dat gebeurt met vertraging omdat die eerst een half jaar in een tewerkstellingscel moeten doorbrengen en dan nog een paar maanden tijd hebben om hun aanvraag in te dienen. Bovendien wordt in 2008 ook de regeling voor 'gewone' bruggepensioneerden strenger.

Copyright © De TIJD

Hoe lijfrente aantrekkelijk maken?

Niet iedereen kan even goed omgaan met het aanvullend pensioen dat hem tussen zijn zestigste en vijfenzestigste jaar in de schoot valt. De verzekeraars doen voorstellen om uitkering onder de vorm van een soort lijfrente aantrekkelijker te maken.
Nauwelijks 2procent van alle Belgen laat zijn aanvullend pensioen uitkeren onder de vorm van een 'rente', een (drie)maandelijks of (half)jaarlijks bedrag dat levenslang wordt uitbetaald. Een combinatie van fiscale, economische en psychologische redenen leidt nagenoeg alle Belgen in de richting van een eenmalige kapitaaluitkering.Wie de som voor zijn 65ste laat uitkeren, betaalt een eenmalige belasting van 16,5 procent, nadien is het zelfs maar 10procent. Een rente daarentegen wordt belast tegen het marginaal belastingtarief, 40 tot 50 procent dus. Wie al kort na zijn pensionering overlijdt, laat bovendien zijn nabestaanden in de kou staan. Want het kapitaal dat door een leven lang sparen werd opgebouwd, verdwijnt dan in de kluizen van de verzekeraar.Anderzijds, dat blijkt ook vaak bij lottowinnaars, weet lang niet elke gepensioneerde hoe hij best omgaat met een kapitaaluitkering. Het gaat toch al gauw om 50.000 tot 100.000 euro. Wie zo'n bedrag goed belegt, kan zijn wettelijk pensioen twintig jaar lang aanvullen met 350 tot 700 euro per maand. 'Maar vaak wordt het bedrag slecht of helemaal niet belegd', zegt gedelegeerd bestuurder Philippe Colle van de beroepsvereniging Assuralia. Daarom lijkt de lijfrente voor veel gepensioneerden een veiliger formule. In Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië heeft de politiek dat al lang begrepen. Daar wordt de lijfrente zelfs fiscaal bevoordeeld. In eigen land zijn steeds meer politici gewonnen voor het gelijk behandelen van de lijfrente- en de kapitaalformule.De verzekeraars stellen daarom voor de lijfrente te onderwerpen aan de roerende voorheffing (15procent) en de afhouding te beperken tot 20procent van het bedrag dat jaarlijks wordt uitgekeerd. Dat komt neer op een werkelijke heffing van 3procent, 'vergelijkbaar met de belastingdruk op bankproducten', klinkt het. Bovendien vraagt Assuralia een belastingvrijstelling van 12.000 euro per jaar. Dat komt neer op hetzelfde fiscaal voordeel als dat voor pensioenspaarders.Verder moet de lijfrente bij vroegtijdig overlijden kunnen worden overgedragen op een begunstigde of, als die niet aangeduid werd, op de erfgenamen. Die moeten eventueel ook kunnen kiezen voor een eenmalige uitkering van het resterende kapitaal. Assuralia pleit ook voor verlaagde successierechten op kapitaal langs zo'n lijfrente in de erfenis belandt.

copyright: de standaard

dinsdag 4 september 2007

Werkgevers zetten aanval in op pensioenen

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) pleit voor besparingen op het vlak van pensioenen. 'We gaan barre tijden beleven als we enkel besparen in domeinen die niets met de vergrijzing te maken hebben', waarschuwt gedelegeerd bestuurder Rudi Thomaes.

Hoewel het nog weken zo niet maanden kan duren voordat er een nieuwe federale regering op de been wordt gebracht, vraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) nu al aan een toekomstige regeringscoalitie in de Wetstraat om te kijken hoe de kosten van de vergrijzing in de hand gehouden kunnen worden.
De werkgeversorganisatie vraagt met aandrang om de pensioenuitgaven onder controle te houden. "Net zoals we de uitgaven voor gezondheidszorg onder de 3 procent moeten houden, moeten we kijken naar de pensioenen. Er mogen geen taboes meer zijn", zegt VBO-bestuurder Thomaes.Het VBO stelt vast dat in de privésector een derde van de pensioenrechten wordt opgebouwd op basis van niet-gewerkte dagen.
Het gaat dan om zogeheten gelijkgestelde periodes voor werkloosheidsuitkeringen, brugpensioen en loopbaanonderbreking. Daarnaast zijn er de pensioenen van de overheidsambtenaren. Die liggen een stuk hoger dan in de privésector. "Overheidsambtenaren moet je goed betalen, maar als de pensioenen van de ambtenaren veel hoger liggen dan in de privé dan moeten we dat op een serene manier herbekijken. De overheid moet voldoende ruimte overhouden om in de komende jaren haar beleid te voeren. Hoe zal ze anders 30.000 à 40.000 nieuwe jobs kunnen scheppen die onze economie nodig heeft?", vraagt Thomaes.
De oproep van de grootste werkgeversorganisatie van het land volgt op enkele alarmerende rapporten van de Hoge Raad van Financiën (HRF). Die becijferde dat er de komende jaren miljarden zullen moeten worden gevonden om de kosten van de vergrijzing te financieren. Budgettair vertaald: de komende federale regering moet over vier jaar een overschot van 1,1 procent op haar begroting realiseren. De overheid heeft daarvoor drie opties.
Ofwel gaat ze op zoek naar nieuwe inkomsten en verhoogt ze de belastingen, wat in een land met hoge fiscale druk als België niet denkbaar is. Ofwel wordt er bijzonder zuinig omgesprongen met de middelen voor het algemene beleid (economie, justitie, defensie...).
Een derde optie is minder spenderen aan de vergrijzing.
De voorkeur van het VBO gaat uit naar een combinatie van de tweede en de derde optie. "Als je de vergrijzingsgebonden uitgaven als een fataliteit aanvaardt, dan zullen de begrotingsmiddelen voor het algemeen beleid dalen tot ongekende niveaus. Er zullen geen middelen meer zijn voor lastenverlagingen voor bedrijven, voor infrastructuurwerken of voor investeringen in ICT bij de overheid. Voor het VBO is dat geen optie."

50-plussers kosten De Post 73 miljoen

De operationele winst van De Post daalde tijdens de eerste zes maanden van het jaar van 98 miljoen euro naar 23 miljoen euro. Dat is het gevolg van eenmalige kosten (73 miljoen euro), vooral voor vervroegd pensioen en deeltijds werk voor 50-plussers, zoals is bepaald in de cao 2007-2008, die in januari van dit jaar werd afgesloten. Zonder die eenmalige kosten komt de genormaliseerde winst uit op 97 miljoen euro, een stijging met 6procent tegenover dezelfde periode vorig jaar.
De omzet klom met 4procent van 1,093 tot 1,137 miljard euro. Maar de briefwisseling tussen particulieren (daily mail) vermindert en de stijging van de direct mail en administratieve mail compenseren dat slechts 'gedeeltelijk'. De volumes zijn dus licht gedaald. Als de trends van de eerst jaarhelft doorzetten 'moet De Post in staat zijn om 2007 af te sluiten met een resultaat dat, voor eenmalige lasten en baten, vergelijkbaar is met het goede resultaat van 2006', luidde het gisteren in een mededeling.
Gedelegeerd bestuurder Johnny Thijs maakte ook bekend dat directeur Peter Somers van Belgian Post International (BPI) toegevoegd wordt aan het directiecomité van De Post en rechtstreeks aan hem zal rapporteren.BPI is belast met de commerciële activiteiten van De Post op buitenlandse markten. De omzet verdubbelde de jongste vijf jaar tot 348 miljoen euro.
copyright: de standaard
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij :
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij : Familus - 149 euro korting
Jobaanbiedingen mogelijk dankzij : Landal GreenParks